Koninklijk besluit betreffende het reizigersvervoer over de weg, de 22 mai 2014

TITEL 1. - Definities

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. "eRegister van wegvervoersondernemingen" : het elektronisch register bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het eRegister van wegvervoersondernemingen;

  2. "wet" : de wet van 15 juli 2013 betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006;

  3. "derde land" : land buiten de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte en Zwitserland;

  4. "INTERBUS" : de overeenkomst van 22 juni 2001 betreffende het ongeregeld internationaal vervoer van personen met touringcars en met autobussen;

  5. "ASOR" : de overeenkomst betreffende internationaal ongeregeld personenvervoer over de weg met autobussen, ondertekend te Dublin op 26 mei 1982.

    De niet gedefinieerde begrippen in dit besluit moeten overeenkomstig hun definities in de communautaire regelgeving of in de wet begrepen worden.

    TITEL 2. - Controle- en vergunningsdocumenten

    HOOFDSTUK 1. - Ongeregeld vervoer

    Afdeling 1. - Ondernemingen gevestigd in België

    Art. 2. § 1. Ondernemingen gevestigd in België moeten voor elk ongeregeld vervoer beperkt tot het nationaal grondgebied of uitgevoerd op het nationaal grondgebied met bestemming naar of uitgaande van een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, gebruik maken van een reisblad overeenkomstig artikel 12 van de Verordening (EG) nr. 1073/2009.

    § 2. Ondernemingen gevestigd in België moeten voor elk ongeregeld vervoer uitgevoerd met bestemming naar of uitgaande van een derde land, naargelang het betreffende derde land, ofwel van een reisblad bepaald door INTERBUS, ofwel van een reisblad bepaald door ASOR gebruik maken.

    Wanneer het ongeregeld vervoer bedoeld in het eerste lid niet is vrijgemaakt, moet het eveneens gedekt zijn door een vergunning afgegeven overeenkomstig INTERBUS of ASOR.

    § 3. Wanneer het ongeregeld vervoer beperkt is tot het nationaal grondgebied, mag het reisblad vervangen worden door een document dat minstens volgende aanduidingen over het betrokken vervoer omvat : datum, nummer van de kentekenplaat van de autocar, identificatie en handtekening van de vervoerder, identificatie van de bestuurder(s), identificatie van de opdrachtgever, vergunningsnummer, plaats(en) en u(u)r(en) van vertrek van het vervoer, plaats(en) van bestemming, voornaamste reisweg, aantal vervoerde reizigers en het aantal kilometers van het vervoer. Dit document mag worden gebruikt voor verscheidene ongeregelde vervoerdiensten indien deze op dezelfde dag worden uitgevoerd.

    § 4. De reisbladenboekjes alsook de gebruikte reisbladen of de vervangingsdocumenten bedoeld in de paragrafen 1 tot 3, moeten in de Belgische vestiging van de onderneming bewaard worden gedurende drie jaar na dat waarop het laatst ingeschreven vervoer slaat en moeten op elk verzoek van een ambtenaar zoals bedoeld in artikel 22 van de wet worden vertoond.

    Afdeling 2. - Ondernemingen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland

    Art. 3. Ondernemingen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland moeten voor elk ongeregeld vervoer met bestemming naar of uitgaande van een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, gebruik maken van een reisblad zoals bedoeld in artikel 2, § 1.

    Ondernemingen gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland moeten voor elk ongeregeld vervoer uitgevoerd met bestemming naar of uitgaande van een derde land voldoen aan de bepalingen van artikel 2, § 2.

    Afdeling 3. - Ondernemingen gevestigd in een derde land

    Art. 4. Ondernemingen gevestigd in een derde land moeten voor elk ongeregeld vervoer voldoen aan de bepalingen van artikel 2, § 2.

    HOOFDSTUK 2. - Internationaal geregeld vervoer

    Art. 5. Voor elk internationaal geregeld vervoer bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet is een vergunning vereist overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk III van de Verordening (EG) nr. 1073/2009.

    HOOFDSTUK 3. - Internationaal bijzonder geregeld vervoer

    Art. 6. Voor elk internationaal bijzonder geregeld vervoer bedoeld in artikel 2, 2°, van de wet is een vergunning of een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 vereist.

    HOOFDSTUK 4. - Vervoer voor eigen rekening

    Art. 7. De controle- en vergunningsdocumenten bedoeld in de hoofdstukken 1 tot 3 zijn niet vereist voor het vervoer voor eigen rekening bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet.

    Voor elk vervoer voor eigen rekening bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet uitgevoerd met bestemming naar of uitgaande van een lidstaat van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, is het in artikel 5, vijfde lid, van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 bedoelde document vereist.

    Elk nationaal vervoer voor eigen rekening bedoeld in artikel 2, 3°, van de wet, alsook de naleving van artikel 5 van de wet moeten worden aangetoond door middel van passende documenten die zich aan boord van het voertuig moeten bevinden.

    HOOFDSTUK 5. - Toepassing van bilaterale en multilaterale akkoorden

    Art. 8. Voor elk internationaal vervoer uitgevoerd met bestemming naar of uitgaande van een derde land, zijn, in voorkomend geval de controle- en vergunningsdocumenten vereist, opgelegd krachtens de bilaterale of multilaterale akkoorden betreffende het vervoer van reizigers over de weg waarbij België of de Europese Unie en het betreffende derde land contracterende partijen zijn.

    HOOFDSTUK 6. - Verplichtingen

    Art. 9. De voertuigen gebruikt voor het vervoer bedoeld in de hoofdstukken 1, 2, 3 en 5 moeten vergezeld zijn van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de communautaire vergunning bedoeld in artikel 4 van de Verordening (EG) nr. 1073/2009 of van een soortgelijke Zwitserse vergunning of van een vergunning internationaal vervoer indien deze vergunning opgelegd wordt krachtens de in artikel 8 bedoelde bilaterale of multilaterale akkoorden.

    De controle- en vergunningsdocumenten bedoeld in de hoofdstukken 1 tot 5, alsook het document bedoeld in het eerste lid, moeten worden vertoond op elk verzoek van een ambtenaar bedoeld in artikel 22 van de wet.

    TITEL 3. - Communautaire vergunning

    HOOFDSTUK 1. - Afgifte

    Afdeling 1. - Aanvraag en vervanging

    Art. 10. De minister of zijn gemachtigde bepaalt de wijze waarop de communautaire vergunningen bedoeld in artikel 7 van de wet worden aangevraagd, alsook de wijze waarop zij worden heraangevraagd na intrekking.

    Onverminderd de bepalingen van artikel 12, § 2, bepaalt de minister of zijn gemachtigde de wijze waarop de communautaire vergunningen worden vervangen.

    Afdeling 2. - Geldigheid

    Art. 11. De communautaire vergunningen worden slechts op naam van één onderneming afgegeven en mogen niet worden overgedragen.

    Art. 12. § 1. De communautaire vergunningen zijn ongeldig :

  6. wanneer zij worden gebruikt door een andere onderneming dan deze aan wie zij werden afgegeven;

  7. wanneer het origineel wordt gebruikt in plaats van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift of wanneer een afschrift wordt gebruikt in plaats van het origineel;

  8. wanneer de vermeldingen onleesbaar of onjuist zijn geworden;

  9. wanneer een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt gebruikt voor een voertuig met een nummer van een kentekenplaat dat niet is opgenomen in het eRegister van wegvervoersondernemingen;

  10. wanneer hun geldigheidsduur is verstreken.

    De onderneming moet de minister of zijn gemachtigde in kennis stellen van :

  11. het nummer van de kentekenplaat, bij elke ingebruikneming van een autocar waarmee de in artikel 2, 1° en 2°, van de wet bepaalde werkzaamheden worden verricht, vooraleer die werkzaamheden worden aangevat;

  12. elke wijziging of schrapping van het nummer van de kentekenplaat van een autocar die wordt of werd gebruikt om de in artikel 2, 1° en 2°, van de wet bepaalde werkzaamheden te verrichten.

    § 2. De onderneming die houdster is van een communautaire vergunning moet onmiddellijk de vervanging vragen van het origineel van die vergunning en van de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften die beschadigd zijn of waarvan de vermeldingen onleesbaar of onjuist zijn geworden.

    De vervangen exemplaren moeten binnen dertig dagen na ontvangst van de nieuwe exemplaren aan de minister of zijn gemachtigde worden teruggezonden.

    § 3. De onderneming die het verlies of de diefstal van het origineel of van een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van een communautaire vergunning vaststelt, moet dat onmiddellijk aan de minister of zijn gemachtigde ter kennis brengen; in dit geval kan de onderneming een duplicaat aanvragen.

    § 4. De onderneming die ophoudt vervoer van reizigers tegen vergoeding over de weg te verrichten moet haar communautaire vergunning binnen een termijn van één maand ter schrapping aan de minister of zijn gemachtigde terugzenden.

    Art. 13. § 1. De communautaire vergunningen zijn geldig voor een hernieuwbare periode van vijf jaar vanaf de afgiftedatum.

    De vervaldatum van de voor eensluidend gewaarmerkte afschriften van de communautaire vergunningen mag de vervaldatum van het origineel echter niet overschrijden.

    § 2. Onverminderd de bepalingen van artikel 15, eerste lid, kan de minister of zijn gemachtigde, in afwijking...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT