Koninklijk besluit betreffende het goederenvervoer over de weg, de 22 mai 2014

TITEL 1. - DEFINITIES

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. "wet": de wet van 15 juli 2013 betreffende het goederenvervoer over de weg en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van richtlijn 96/26/EG van de Raad en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1072/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de markt voor internationaal goederenvervoer over de weg;

  2. "eRegister van wegvervoersondernemingen": het elektronisch register bedoeld in artikel 4 van de wet van 15 juli 2013 betreffende het eRegister van wegvervoersondernemingen.

    De niet gedefinieerde begrippen in dit besluit moeten overeenkomstig hun definities in de wet en in de verordeningen (EG) nrs. 1071/2009 en 1072/2009 worden begrepen.

    TITEL 2. - ONDERNEMINGEN GEVESTIGD IN BELGIE TOEGANG TOT HET BEROEP EN UITOEFENING VAN HET BEROEP

    HOOFDSTUK 1. - Betrouwbaarheid

    Afdeling 1. - Bewijs

    Art. 2. § 1. De bij artikel 8 van de wet bepaalde betrouwbaarheid van de onderneming wordt aangetoond door middel van een uittreksel uit het strafregister.

    Indien het in het eerste lid bedoelde uittreksel niet werd afgegeven door de Staat waar de onderneming haar maatschappelijke zetel heeft of door de Staat of Staten waar de natuurlijke personen bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet hun woonplaats hebben of gehad hebben, of waarvan zij onderdaan zijn of geweest zijn, kan de betrouwbaarheid worden aangetoond door middel van een gelijkwaardig document afgegeven door die Staten.

    Het uittreksel of het gelijkwaardig document moet alle gegevens bevatten om de bij artikel 8 van de wet bepaalde betrouwbaarheid te kunnen beoordelen.

    § 2. Indien een of meer van de in paragraaf 1 bedoelde Staten het uittreksel uit het strafregister of het gelijkwaardig document bedoeld in paragraaf 1 niet afgeven, kunnen ze worden vervangen door een onder ede afgelegde verklaring of door een plechtige verklaring ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of bestuursrechtelijke instantie van die Staten, of in voorkomend geval, ten overstaan van een notaris van die Staten dat de onderneming en de natuurlijke personen bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet geen van de in artikel 8 van de wet bedoelde veroordelingen of beroepsuitoefeningsverboden hebben opgelopen.

    § 3. De in de paragrafen 1 en 2 bedoelde documenten moeten minder dan drie maanden vóór hun overlegging zijn afgegeven.

    § 4. De in de paragrafen 1 en 2 bepaalde documenten worden door de minister of zijn gemachtigde aangevuld met een uittreksel uit het eRegister van wegvervoersondernemingen.

    § 5. De onderneming moet het bewijs leveren dat zij nog voldoet aan de voorwaarden betreffende de betrouwbaarheidseis telkens wanneer de minister of zijn gemachtigde haar erom verzoekt per brief, per telefax of op elektronische wijze.

    Onverminderd artikel 22, § 3, beschikt de onderneming over een termijn van drie maanden vanaf de datum van het verzoek van de minister of zijn gemachtigde om het bewijs van betrouwbaarheid te leveren.

    Afdeling 2. - Deler

    Art. 3. De in artikel 8, § 4, derde lid, van de wet bedoelde deler wordt vastgesteld overeenkomstig de volgende formule: aantal opdecimes die op de datum van het vonnis of het arrest toepasselijk zijn krachtens de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten, vermeerderd met 10 en gedeeld door 10.

    Afdeling 3. - Beoordeling van de betrouwbaarheid

    Art. 4. § 1. Voor de toepassing van artikel 8, § 8, van de wet houdt de minister of zijn gemachtigde rekening met:

  3. de omstandigheden waarin de inbreuk heeft plaatsgevonden;

  4. het effect van de inbreuk op de verkeersveiligheid en op de concurrentiepositie;

  5. de evolutie in het gedrag van de onderneming of van de personen bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet, inclusief de vervoersmanager;

  6. de aard van de activiteiten van de onderneming;

  7. het aantal voertuigen waarover de onderneming beschikt of die onder het beheer vallen van de personen, bedoeld in artikel 8, § 1, van de wet, inclusief de vervoersmanager.

    De minister of zijn gemachtigde kan rekening houden met alle inlichtingen en documenten die door de bevoegde instanties van andere Staten te zijner beschikking worden gesteld.

    § 2. De minister of zijn gemachtigde kan, indien hij dat nuttig acht voor de beoordeling van de betrouwbaarheid, het advies inwinnen van het Overlegcomité goederenvervoer over de weg, bedoeld in artikel 52 van de wet, dat in voorkomend geval een zitting houdt die plaatsvindt binnen een termijn van één maand nadat de zaak in staat van wijzen is.

    De onderneming wordt opgeroepen om te worden gehoord over haar zaak op de zitting van het in het eerste lid bedoelde Overlegcomité, waar zij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen.

    § 3. De minister of zijn gemachtigde geeft kennis van zijn beslissing binnen een termijn van vier maanden nadat hij kennis heeft gekregen van de inbreuk wanneer het een aanvraag van een vergunning betreft.

    Indien de minister of zijn gemachtigde binnen de in het eerste lid bepaalde termijn geen beslissing heeft meegedeeld, wordt de beslissing van rechtswege geacht gunstig te zijn.

    § 4. Indien de minister of zijn gemachtigde oordeelt dat het weigeren of het ontnemen van de betrouwbaarheidsstatus geen onevenredige sanctie is, wordt de nationale of communautaire vergunning bedoeld in de artikelen 18, 19 en 20 van de wet geweigerd of ingetrokken overeenkomstig de artikelen 23, eerste lid, 2°, of 24, § 2.

    Evenwel kan de minister of zijn gemachtigde de betrouwbaarheidsstatus niet weigeren of ontnemen zonder voorafgaandelijk het advies van het Overlegcomité goederenvervoer over de weg bedoeld in artikel 52 van de wet te hebben ingewonnen.

    HOOFDSTUK 2. - Vakbekwaamheid

    Afdeling 1. - Bewijs

    Art. 5. De vakbekwaamheid wordt aangetoond:

  8. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor het vervoer van goederen over de weg, afgegeven overeenkomstig artikel 8, achtste lid, van de verordening (EG) nr. 1071/2009;

  9. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor nationaal en internationaal goederenvervoer over de weg, afgegeven vóór 4 december 2011 overeenkomstig artikel 11, § 1, van de wet van 3 mei 1999 betreffende het vervoer van zaken over de weg;

  10. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor nationaal en internationaal goederenvervoer over de weg, afgegeven overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 maart 1991 tot vaststelling van de voorwaarden inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de weg;

  11. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor nationaal of internationaal goederenvervoer over de weg, afgegeven overeenkomstig het koninklijk besluit van 5 september 1978 tot vaststelling van de voorwaarden inzake de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de weg;

  12. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid voor internationaal vervoer, afgegeven overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 maart 1967 houdende bepaling van de inzake vakbekwaamheid gestelde eisen voor de afgifte van een algemene vergunning voor internationaal vervoer en tot wijziging van het ministerieel besluit van 23 september 1960 genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 september 1960, houdende algemeen reglement betreffende het vervoer van zaken met motorvoertuigen tegen vergoeding;

  13. ofwel met een getuigschrift van vakbekwaamheid afgegeven overeenkomstig de communautaire regelgeving door de daartoe door elke andere lidstaat van de Europese Unie, van de Europese Economische Ruimte of door Zwitserland aangewezen overheid of instantie.

    Er worden geen duplicaten afgegeven van de getuigschriften van vakbekwaamheid, behoudens in uitzonderlijke omstandigheden op uitdrukkelijk gemotiveerd verzoek van de houder.

    Afdeling 2. - Opleiding en examen

    Art. 6. § 1. Om te kunnen worden erkend overeenkomstig paragraaf 2 voldoet de opleidingsinstelling bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet aan de volgende selectiecriteria:

  14. beschikken over een ervaring van ten minste vijf jaar inzake opleiding in bedrijfsbeheer;

  15. beschikken over door de examencommissie bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de wet goedgekeurde handboeken betreffende de in artikel 12, tweede lid, van de wet bedoelde cursussen over alle in artikel 8, eerste lid, van de verordening (EG) nr. 1071/2009 bedoelde onderwerpen met betrekking tot het goederenvervoer over de weg alsook, in voorkomend geval, over alle krachtens artikel 13, 4°, van de wet bepaalde onderwerpen;

  16. in staat zijn om de cursussen bedoeld in artikel 12, tweede lid, van de wet in het Nederlands, het Frans en het Duits te geven;

  17. in staat zijn het opleidingsaanbod in de vorm van klassikaal onderwijs regionaal te spreiden als volgt: de cursussen in het Nederlands aanbieden in ofwel minstens twee provincies ofwel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en minstens in één provincie buiten Vlaams-Brabant; de cursussen in het Frans aanbieden in ofwel minstens twee provincies ofwel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in minstens één provincie buiten Waals-Brabant; de cursussen in het Duits aanbieden in één plaats in de Oostkantons;

  18. naast of in combinatie met klassikaal onderwijs de mogelijkheid van "e-learning" aanbieden binnen een termijn van twee jaar na de inwerkingtreding van de door de minister bepaalde modaliteiten ervan;

  19. tegelijk erkend zijn of erkend worden als opleidingsinstelling overeenkomstig artikel 13, tweede lid, van de wet van 15 juli 2013 betreffende het reizigersvervoer over de weg en houdende uitvoering van de verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT