20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, artikel 3, derde lid, ingevoegd bij de wet van 28 december 2011, artikel 4, eerste lid, 1° en 2°, gewijzigd bij de wet van 22 juni 2012 en 2bis°, ingevoegd bij de wet van 22 juni 2012;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 augustus 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 november 2012;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening gegeven op 6 december 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 6 december 2012;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat de begrotingsnotificatie van 2012 voorziet dat met ingang van 1 januari 2013 het maximaal aantal dienstencheques dat elke gebruiker kan aanschaffen wordt beperkt tot 400 cheques en boven dit plafond de gebruiker nog 100 cheques kan aanschaffen aan een prijs die één euro hoger zal liggen dan voor de cheques beneden dit plafond, dat het aantal dienstencheques dat een gebruiker kan aanschaffen per kalenderjaar berekend wordt, dat daarom en om de voorziene besparing te realiseren in 2013 deze maatregel effectief in werking moet treden op 1 januari 2013; door het feit dat er in het laatste kwartaal 2012 onduidelijkheid heerste over de al dan niet overschrijding van de spilindex die een invloed heeft op de prijszetting, met name het bedrag van de federale tegemoetkoming en de totale inruilwaarde van de dienstencheque voor de dienstencheque-onderneming, dat omwille van transparantie en rechtszekerheid hieromtrent gewacht werd om deze regeling in werking te laten treden; door het feit dat de uitgiftemaatschappij tijdig de nodige aanpassingen aan de informaticatoepassingen moet kunnen doorvoeren om deze maatregel effectief op 1 januari 2013 te laten starten, dat de uitgiftemaatschappij pas kan starten met deze noodzakelijke aanpassingen eens ze de rechtszekerheid heeft dat deze maatregel effectief zal doorgevoerd worden; en door het feit dat omwille van voornoemde redenen een adviesaanvraag binnen de 30 dagen te weinig tijd laat om deze beslissing te kunnen realiseren;

Gelet op het advies nr. 52.571/1 van de Raad van State, gegeven op...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT