Besluit 2023/1418 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de aangepaste collectieve woonomgevingen tot uitvoering van afdeling 2 van hoofdstuk 6 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap, de 9 avril 2024

HOOFDSTUK 1. - ALGEMENE BEPALINGEN EN DEFINITIES Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 daarvan. Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het decreet: het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap; 2° het Collegelid: het lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie dat belast is met het gehandicaptenbeleid; 3° de vzw: de vereniging zonder winstoogmerk, gedefinieerd in artikel 2, 13° van het decreet; 4° de woonomgeving: de aangepaste collectieve woonomgeving waarvan sprake is in de artikelen 62, 2°, 66 en 67 van het decreet; 5° het multidisciplinair team: het team bedoeld in artikel 12, eerste lid van het decreet; 6° het NM-besluit: het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 18 oktober 2001 betreffende de toepassing van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 6 juli 2001 tot wijziging van diverse wetten betreffende de subsidies toegekend in de gezondheids- en welzijnssector en betreffende de wijziging van diverse toepassingsbesluiten betreffende de welzijns-, de gezondheids- en de gehandicaptensector en de sector van de socio-professionele inschakeling; 7° het Tandemplan: het systeem voor de planning van het loopbaaneinde ingevoerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2009, gesloten in paritair subcomité 319.02; 8° de erkende basiscapaciteit: de maximale subsidiecapaciteit; 9° de maximale capaciteit: de capaciteit, vastgesteld op basis van de normen betreffende de infrastructuur zoals gedefinieerd in afdeling 2 van hoofdstuk 3 en onder de voorwaarden van het verslag, bedoeld in artikel 4, 13° van het besluit van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 1 maart 2018 houdende de vaststelling van de wijzen en procedures voor de erkenning van centra, diensten, woningen of ondernemingen zoals bedoeld in artikel 70 van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 17 januari 2014 betreffende de inclusie van personen met een handicap, hetzij het aantal personen dat gelijktijdig in één infrastructuur mag worden gehuisvest; 10° de gehuisveste persoon met een handicap: de persoon met een handicap die in een woonomgeving wordt gehuisvest op grond van de gunstige beslissing tot ondersteuning van het multidisciplinair team en met inachtneming van de modaliteiten die in deze beslissing worden vermeld; 11° het kind: de persoon van 0 tot en met 18 jaar; 12° de jongere: de persoon van 16 tot en met 25 jaar; 13° de volwassene: de persoon van 18 jaar en ouder; 14° VTE: voltijdsequivalent zoals bepaald in artikel 44 van dit besluit; 15° het decreet van 29 oktober 2010: het decreet van 29 oktober 2010 betreffende de toekenning van toelagen voor de aankoop of de bouw van gebouwen met het oog op de inrichting van dagcentra, verblijfscentra en centra voor begeleid wonen en de organisatie van vrijetijdsbesteding voor personen met een handicap door de begeleidingsdiensten evenals voor de uitbreiding, de verbouwing, de grote herstellingen, de verbetering van de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit, de uitrusting en de eerste meubilering van die gebouwen; 16° besluit 2011/149 van 14 juli 2011: besluit 2011/149 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie van 14 juli 2011 betreffende de voorwaarden en modaliteiten voor de toekenning van toelagen voor de aankoop of de bouw van gebouwen met het oog op de inrichting van dagcentra, verblijfscentra en centra voor begeleid wonen en de organisatie van vrijetijdsbesteding voor personen met een handicap door de begeleidingsdiensten evenals voor de uitbreiding, de verbouwing, de grote herstellingen, de verbetering van de toegankelijkheid voor personen met een beperkte mobiliteit, de uitrusting en de eerste meubilering van die gebouwen. HOOFDSTUK 2. - OPDRACHTEN VAN DE AANGEPASTE COLLECTIEVE WOONOMGEVINGEN Afdeling 1. - ALGEMENE OPDRACHTEN Art. 3. Een woonomgeving wordt in overeenstemming met de bepalingen van artikel 66 van het decreet gevormd om de in artikel 67 van het decreet omschreven opdrachten te vervullen en biedt het hele jaar door opvang aan de personen met een handicap die er gehuisvest zijn. Afdeling 2. - SPECIFIEKE OPDRACHTEN Art. 4. § 1. Een vzw kan vragen om voor korte periodes een aantal plaatsen voor personen met een handicap te reserveren boven de erkende basiscapaciteit, maar zonder de maximale capaciteit te overschrijden. § 2. Binnen haar erkende basiscapaciteit kan een woonomgeving de opvang van personen met een handicap voor korte periodes organiseren. § 3. Een persoon met een handicap die voor korte periodes wordt gehuisvest, kan hier voor een maximumduur van 90 nachten per kalenderjaar gebruik van maken, in een of meer periodes. Overeenkomstig artikel 3, 3° van het decreet is de huisvesting voor korte periodes erop gericht de zelfstandigheid van de opgevangen persoon te ontwikkelen. Bijkomend heeft ze als doel de mantelzorgers van de persoon met een handicap een adempauze te geven. Art. 5. Binnen de erkende basiscapaciteit kan een vzw vragen een deel van de capaciteit te reserveren voor personen met een handicap die nood hebben aan een crisisverblijf. Het crisisverblijf is noodzakelijk wegens een verslechtering van een primaire of secundaire deficiëntie van een persoon met een handicap, die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt met de psychosociale of gezondheidstoestand van die persoon. De verblijfsperiode vangt onmiddellijk aan en duurt niet langer dan 120 dagen per jaar. HOOFDSTUK 3. - ERKENNINGSNORMEN Afdeling 1. - KWALITEITSNORMEN Art. 6. De woonomgeving onderwerpt zich aan de evaluaties, bezoeken en controles die door overheidsinstanties worden georganiseerd en bezorgt deze instanties alle documenten die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten. Art. 7. Met inachtneming van de bepalingen van artikel 74 van het decreet vermeldt ieder document dat uitgaat van de woonomgeving, de naam van de woonomgeving, de naam van de vzw als die verschillend is, het ondernemingsnummer, het adres van de bedrijfszetel, het adres van de maatschappelijke zetel als dat verschillend is, de verleende erkenning en de datum van opstelling van het document. Art. 8. De woonomgeving verleent de personen met een handicap en de wettelijke vertegenwoordigers inzage in de documenten die voor hen bestemd zijn. Dat zijn ten minste het collectieve project, het huishoudelijk reglement, de gepersonaliseerde overeenkomst en het individuele project. Art. 9. Naast de wettelijk verplichte verzekeringen sluit de vzw voor de woonomgeving de volgende verzekeringen af: 1° burgerlijke aansprakelijkheid voor alle prestaties die onder haar verantwoordelijkheid worden verricht, inclusief externe evenementen, en voor de vrijwilligers die voor haar werken; 2° aansprakelijkheid voor de bestuurders van de vzw; 3° brand en diefstal voor het gebouw en de inboedel. Art. 10. De woonomgeving werkt mee aan de in artikel 103 van het decreet bedoelde externe wetenschappelijke beoordeling met betrekking tot de toepassing van de principes van het decreet. Art. 11. Met inachtneming van het collectieve project staat een woonomgeving minimaal in voor: 1. de verstrekking van een maaltijd 's ochtends en 's avonds; 2. de verstrekking van een middagmaal als de gehuisveste persoon met een handicap overdag aanwezig is; 3. de verstrekking en het onderhoud van huishoudlinnen, beddengoed en badlinnen; 4. de levering van het minimummeubilair waarvan sprake is in de artikelen 27 en 28, behalve als de persoon met een handicap zijn eigen meubels wenst mee te brengen. Afdeling 2. - NORMEN MET BETREKKING TOT DE INFRASTRUCTUUR Art. 12. De woonomgeving bevindt zich op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Art. 13. De woonomgeving beschikt over lokalen die het mogelijk maken: 1° op haar bedrijfszetel de opdrachten uit te voeren die in artikelen 66 en 67 van het decreet worden omschreven; 2° een vertrouwelijk persoonlijk gesprek te voeren met een gehuisveste persoon met een handicap. Art. 14. De woonomgeving garandeert de toegankelijkheid van de gebouwen, rekening houdend met de specifieke kenmerken van het opgevangen publiek. Art. 15. De maximumcapaciteit van de woonomgeving mag niet worden overschreden. Ze kan verschillen van de erkende basiscapaciteit. Art. 16. De woonomgeving neemt de nodige maatregelen om brand te voorkomen en te bestrijden, alsook om de aanwezigen te kunnen evacueren in een noodsituatie. Art. 17. De gebouwen van de woonomgeving worden geregeld onderhouden en alle vochtigheid of waterinsijpeling wordt bestreden. Art. 18. De temperatuur moet altijd ten minste 19° bedragen in de verblijfs- en activiteitenruimtes en ten minste 16° in de kamers. Afhankelijk van de behoeften van de personen met een handicap moeten die temperaturen worden verhoogd. Art. 19. Alle ruimtes worden verlucht. Art. 20. Alle ruimtes worden verlicht. Er is natuurlijk daglicht in de kamers en ten minste ook in de verblijfs- en activiteitenruimtes in overeenstemming met de minimumoppervlaktes die in artikel 29 worden vermeld. Art. 21. In de doorloopruimtes is nachtverlichting beschikbaar. Art. 22. De uitrusting van de woonomgeving is aangepast aan de behoeften van personen met een handicap. De leefruimte is aangepast aan de specifieke beperkingen die eigen zijn aan de handicap. Art. 23. De sanitaire voorzieningen in de woonomgeving zijn vlot toegankelijk. Art. 24. § 1. Naast de voorzieningen voor het personeel is de woonomgeving ten minste uitgerust met: a) een bad of douche met warm en koud water per vijf personen met een handicap die niet over een bad of douche in hun kamer beschikken, met een kleedruimte die de privacy garandeert; b) een wc per vijf personen met een handicap; c) een wastafel per vier personen met een handicap die niet over een wastafel in hun kamer beschikken. Voor de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT