Besluit 2021/2691 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie betreffende telewerk, de 9 juin 2022

HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en algemene definities

Artikel 1. Dit besluit regelt, met toepassing van artikel 138 van de Grondwet, een aangelegenheid bedoeld in de artikelen 127 en 128 van de Grondwet.

Art. 2. § 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van:

  1. de Diensten van het College van de Franse Gemeenschapscommissie, hierna `Diensten van het College';

  2. het Franstalig Brussels Instituut voor Beroepsopleiding, hierna `Bruxelles Formation'.

    § 2. Stagiairs en nieuw aangeworven contractuele personeelsleden mogen telewerken na een periode van drie maanden.

    § 3. Die termijn van drie maanden kan in onderlinge overeenstemming tussen het personeelslid en zijn leidinggevende worden verkort.

    Die termijn is niet van toepassing op stagiairs van wie de stage start na een arbeidsovereenkomst gesloten met de werkgever en als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

    - gedurende ten minste drie maanden zonder onderbreking een voltijdse arbeidsovereenkomst met de werkgever hebben gehad;

    - in dezelfde functie worden aangesteld als die waarin zij in het kader van hun bovenvermelde arbeidsovereenkomst waren aangesteld.

    Art. 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  3. personeelslid: de mandaathouder, het statutair personeelslid, de stagiair en het contractueel personeel;

  4. stagiair: de persoon die tot de stage is toegelaten met het oog op een eventuele vaste benoeming;

  5. telewerk: elke vorm van organisatie en/of uitvoering van werk waarbij, met gebruikmaking van informatietechnologie, werk dat in de lokalen van de werkgever kan worden uitgevoerd, bij de telewerker thuis of op een andere telewerkplek wordt uitgevoerd;

  6. telewerkplek: plaats buiten de lokalen van de werkgever van waaruit het personeelslid gemachtigd is te werken overeenkomstig de bepalingen van dit besluit;

  7. telewerker: het personeelslid dat telewerkt;

  8. werkgever: de instellingen bedoeld in artikel 2, § 1;

  9. leidinggevende:

    - voor de Diensten van het College wordt verstaan `de leidinggevende van ten minste rang 13';

    - voor Bruxelles Formation wordt verstaan `de medewerker die is aangewezen om een dienst, afdeling of pool te leiden;

  10. bestuursorgaan:

    - voor de Diensten van het College wordt verstaan `de directieraad';

    - voor Bruxelles Formation wordt verstaan `de leidend ambtenaar van rang 16';

  11. werkdagen: alle dagen van de week uitgezonderd zaterdagen, zondagen, feestdagen of gelijkgestelde dagen.

    HOOFDSTUK 2. - Algemene principes

    Art. 4. Bij de vaststelling van de nadere regels van telewerk wordt te allen tijde rekening gehouden met de behoeften van de dienst en het beginsel van continuïteit van de openbare dienst.

    Art. 5. Telewerk verandert niets aan het juridisch statuut van het personeelslid.

    De rechten en plichten die op de telewerker van toepassing zijn, zijn identiek aan die van de andere personeelsleden van dezelfde werkgever, in het bijzonder de bepalingen inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten.

    Art. 6. Voor de telewerker geldt hetzelfde werkrooster als dat wat van toepassing is wanneer hij zich op zijn werkplek bevindt. In geval van afwijking van het geldende werkrooster, geeft de werkgever zijn voorafgaande goedkeuring overeenkomstig de bepalingen van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.

    Art. 7. De telewerker moet toegang kunnen hebben tot de nuttige informatie met betrekking tot de instelling en de dienst.

    Art. 8. De werkgever garandeert de telewerker een recht om onbereikbaar te zijn waarvan de nadere regels worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van elk van de twee instellingen bedoeld in artikel 2, § 1, van dit besluit.

    HOOFDSTUK 3. - Telewerkvormen en -plekken

    Afdeling 1. - Structureel, occasioneel en uitzonderlijk telewerk

    Art. 9. Structureel telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid op regelmatige basis mag telewerken tot drie dagen per week en maximaal tien dagen per maand.

    Voor het personeelslid dat deeltijds werkt, worden die maximumaantallen telewerkdagen per week en per maand dienovereenkomstig verminderd.

    Art. 10. Occasioneel telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid dat niet in aanmerking komt voor structureel telewerk, op niet-regelmatige basis mag telewerken voor bepaalde specifieke taken.

    Art. 11. § 1. Uitzonderlijk telewerk is een vorm van organisatie van het werk waarbij het personeelslid mag of moet telewerken in uitzonderlijke omstandigheden.

    Het bestuursorgaan kan beslissen af te wijken van de bepalingen van dit besluit voor de duur die het noodzakelijk acht in het licht van bovenvermelde uitzonderlijke omstandigheden, in het bijzonder de bepalingen betreffende de wekelijkse en/of maandelijkse maximumaantallen bedoeld in artikel 9.

    § 2. Dit telewerk wordt, naargelang de omstandigheden, ofwel...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT