15 MAART 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van de gewestplannen Verviers-Eupen, Luik en Hoei-Borgworm en tot goedkeuring van het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Verviers-Eupen, Luik en Hoei-Borgworm met het oog op de opneming van een leiding, een reserveringsomtrek, een beschermingsomtrek, twee gebieden voor openbare nutsvoorzieningen en gemeenschapsvoorzieningen en de onttrekking aan hun bestemming van woongebieden met een landelijk karakter om de aanleg mogelijk te maken van nieuwe leidingen voor vloeibaar aardgas langs het VTN-tracé Raeren (Eynatten) - Oupeye (Haccourt) - Opwijk - Zeebrugge op het grondgebied van de gemeenten Raeren, Lontzen, Welkenraedt, Plombières, Dalhem, Visé, Oupeye, Juprelle, Bitsingen en Borgworm (bladen 34/5 S, 34/6 S, 34/7 S, 34/8 S, 41/3 N, 42/4 N, 43/1 N en 43/2 N). - Erratum

Bovenbedoeld besluit van de Waalse Regering, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 26 april 2007, op bladzijde 22200, dient te worden vervangen door volgende tekst :

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

15 MAART 2007. - Besluit van de Waalse Regering tot herziening van de gewestplannen Verviers-Eupen, Luik en Hoei-Borgworm en tot goedkeuring van het voorontwerp van herziening van de gewestplannen Verviers-Eupen, Luik en Hoei-Borgworm met het oog op de opneming van een reserveringsomtrek voor leidingen en een beschermingsomtrek met het oog op de aanleg van nieuwe leidingen voor vloeibaar aardgas langs het VTN-tracé Raeren (Eynatten) - Oupeye (Haccourt) - Opwijk - Zeebrugge op het grondgebied van de gemeenten Raeren, Lontzen, Welkenraedt, Plombières, Dalhem, Visé, Oupeye, Juprelle, Bitsingen en Borgworm (bladen 34/5 S, 34/6 S, 34/7 S, 34/8 S, 41/3 N, 42/4 N, 43/1 N en 43/2 N)

De Waalse Regering,

Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, inzonderheid op de artikelen 22, 23, 40 en 41 tot 46;

Gelet op de koninklijke besluiten van 23 januari 1979 en 20 november 1981 en op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 november 1987 tot vaststelling van de gewestplannen Verviers-Eupen, Hoei-Borgworm en Luik;

Gelet op de aanvraag ingediend door FLUXYS in maart 2006, ertoe strekkende de leiding "Vervoersnet - Uitbreiding" (VTN) - 1 Raeren (Eynatten) - Oupeye (Haccourt) - Opwijk uit te breiden met een nieuwe VTN-2-leiding voor het vervoer van rijk vloeibaar aardgas, met een nominale diameter van 1200 mm en een lengte van 41 kilometer in het Waalse Gewest;

Gelet op de omvang van de aardgasreserves van de Russische Federatie;

Overwegende dat de vraag naar Russisch gas in het Verenigd Koninkrijk meer dan waarschijnlijk zal verhogen;

Overwegende dat het tracé Oost (Eynatten) - Noord - West (Zeebrugge) een as is die tot een dergelijk vervoer bijdraagt;

Gelet op de voorname rol van de Hub van Zeebrugge op de internationale korte-termijnmarkt voor aardgas;

Overwegende dat de twee ingangspunten door de aansluiting op de leidingen TENP van Ruhrgas en WEDAL van Wingas strategische verbindingspunten zijn voor de bronnen van Russisch aardgas;

Overwegende dat die as andere types doorvoerverkeer mogelijk maakt, in het bijzonder dankzij de koppeling aan het Nederlands net Gastransport Services via het strategische verbindingspunt van Zelzate;

Overwegende dat de versterking van een dergelijke as voor toevoer van vloeibaar aardgas ertoe bijdraagt de centrale positie van België in die aangelegenheid te verstevigen;

Overwegende dat de Belgische vraag naar aardgas volgens een modelisering van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas gemiddeld met ongeveer 3 % per jaar zal toenemen tegen 2014;

Overwegende dat het relatieve belang van Eynatten voor de bevoorrading van de Belgische markt met vloeibaar aardgas volgens die vooruitzichten tussen 2004 en 2014 van 7 naar 17 % zou springen;

Overwegende dat de wet van 31 januari 2003 houdende de geleidelijke uitstap uit kernenergie voor industriële elektriciteitsproductie waarschijnlijk zal bijdragen tot een verhoging van de binnenlandse vraag naar aardgas voor de elektriciteitsproductie;

Overwegende dat de binnenlandse vraag naar rijk aardgas eveneens zou moeten verhogen, rekening houdend meer bepaald met de wil om de klanten geleidelijk van arm gas over te laten schakelen op rijk gas;

Overwegende dat op de capaciteiten van VTN-1 (8 tot 10 miljard m3 per jaar) helemaal is ingeschreven door shippers voor de lange-termijndoorvoer en dat reeds gedeeltelijk is ingeschreven op de capaciteiten van het VTN-2-project voor de lange-termijndoorvoer Eynatten-Zeebrugge;

Overwegende dat het daarnaast noodzakelijk is een capaciteit ter grootte van 3 tot 4 miljard m3 per jaar te waarborgen voor de bevoorrading van de Belgische markt vanuit Eynatten;

Overwegende dat het, om de verder bijkomende capaciteit aan te kunnen, nodig zal zijn de leiding te verlengen vanaf Opwijk richting Zeebrugge;

Overwegende dat de ingangscapaciteit in Eynatten met de volledige aanleg van de VTN-2-leiding tot in Zeebrugge ongeveer 18 miljard m3 per jaar zal bereiken, wat de behoeften zou moeten dekken tot na het jaar 2020;

Overwegende dat het tot een verdubbeling van de totale capaciteit voor het vervoer van aardgas van het Oosten naar het Noord-Westen zou komen;

Overwegende dat de aanleg van een tweede leiding de veiligheid van de doorvoer en de bevoorrading zou kunnen waarborgen door in een oplossing te voorzien bij een tijdelijk oponthoud wegens onderhoudswerken of een technisch incident aan de eerste VTN-1-leiding;

Overwegende dat de aanleg van een tweede leiding een soepeler vervoer van gas van verschillende kwaliteit mogelijk zal maken;

Overwegende dat die investering de operationale opslag voor de binnenlandse markt zal kunnen verhogen;

Overwegende dat de VTN-1-leiding niet alleen bijdraagt tot het internationale gasvervoer, maar eveneens tot de versterking van de bevoorradingscapaciteit van de Belgische en de Waalse markt dankzij de afnames die plaatsvinden in Berneau, Zomergem en Wachtebeke;

Gelet op de bestaande koppeling tussen VTN-1 en het openbare verdelingsnet van ALG, de leidingen naar Verviers, de provincie Luxemburg en de toevoeras SEGEO;

Gelet op de voorziene koppelingen tussen VTN-1 en het project VTN-2;

Overwegende dat die versterking, dankzij de belangrijke vertakking van ons vervoersnet van aardgas, een duidelijke troef is om de veiligheid van de bevoorrading te vrijwaren;

Overwegende dat die vennootschap reeds in juni 2005 een "Informatie Memorandum" opgezet heeft om naar de belangstelling van de markt voor de reservering van doorvoercapaciteit op lange termijn op die as te peilen;

Overwegende dat de vaste inschrijvingen tot op heden voldoen om de investering in de aanleg van een nieuwe leiding te verantwoorden;

Gelet op de gesprekken tussen Fluxys en de gasleveranciers;

Overwegende dat het VTN-2-project opgenomen is in de lijst "Trans-European Energy Networks"-projecten, goedgekeurd op 17 juli 2006 door het Europese Parlement;

Gelet op het belang voor de Europese Unie, België en het Waalse Gewest om hun portefeuille in de import van energie te diversifiëren;

Overwegende dat de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas aanbeveelt om initiatieven te nemen om een grotere hoeveelheid aardgas via het oosten van het land in te voeren;

Overwegende dat het overeenkomstig de aanbevelingen van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas aangewezen is om een voldoende beschikbare capaciteit te waarborgen zowel voor de doorvoer als voor het binnenlandse vervoer van aardgas;

Overwegende dat de voor de Belgische markt beschikbare vervoerscapaciteit gelijk is aan de bruikbare ingangscapaciteit, verminderd met de vervoerscapaciteit waarop voor de doorvoer ingeschreven is;

Overwegende dat het in het bijzonder aangewezen is een voldoende binnenlandse vervoerscapaciteit voor te behouden om de leveranciers van aardgas in staat te stellen om aan de vraag tegemoet te komen;

Overwegende dat het bijgevolg eveneens aangewezen is om de capaciteit waarop voor de doorvoer ingeschreven is te beperken en dat de vervoersoperator Fluxys bijstandsovereenkomsten aangaat met de doorvoerbevrachters;

Overwegende dat aardgas, per geleverde warmtehoeveelheid, het minst vervuilend is (emissies van SOx, NOx, deeltjes,...) en minder koolstofdioxyde uitstoot dan alle andere niet-hernieuwbare energieën, ongeacht of het om stookolie of steenkool gaat;

Gelet op het bestaan van de aardgasleiding Oost-Noord-West VTN-1 Eynatten - Zeebrugge, in dienst genomen in 1998;

Overwegende dat het tracé van die leiding gekozen is om de milieuhinder en de moeilijkheden in de aanleg en het gebruik ervan maximaal te beperken;

Overwegende dat het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999, bepaalt dat nieuwe gasleidingen zo dicht mogelijk bij de bestaande infrastructuren aangelegd moeten worden en dat die samenbrenging in overeenstemming moet gebeuren met de wettelijke en de veiligheidsnormen;

Overwegende dat een ligging van een nieuwe leiding langs een bestaand tracé a priori de beste ligging is vanuit het oogpunt van de ruimtelijke ordening, om zoveel mogelijk de druk op de ligging van de andere functies van het grondgebied te beperken;

Overwegende dat de plaatsing van de leiding parallel aan de eerste leiding eveneens de meest geschikte oplossing is voor de uitbater, meer bepaald om de bewaking makkelijker te maken;

Overwegende dat dat tracé een voldoende afstand in acht dient te nemen tussen beide leidingen om elk veiligheidsprobleem te voorkomen;

Overwegende dat alle maatregelen getroffen worden sinds het ongeluk in Gellingen om de veiligheid van de omwonenden van gasleidingen te versterken;

Gelet op het preventiebeleid inzake de schade veroorzaakt bij graafwerken, en meer bepaald op het Federaal kabel- en leidinginformatiemeldpunt;

Gelet op de voorafgaande evaluatienota inzake milieueffecten VTN-1, uitgevoerd door Tractebel consulting in 1995;

Overwegende dat het tracé door gebieden voert bestemd voor bebouwing, namelijk 700 mter woongebied met een landelijk karakter, 775 meter industriële bedrijfsruimte, 1 760 meter gebied (met een industrieel karakter) waarvan de bestemming nog niet vaststaat en 500 meter ontginningsgebied;

Overwegende dat ongeveer 70 gebouwen gevestigd zijn op minder dan 50 meter van het tracé;

Overwegende dat het huidige tracé van VTN-2 door Natura 2000-gebieden loopt : "Vallée de la Gueule en aval de La Calamine", "Vallée de la Gueule en amont de La Calamine", "Basse vallée du Geer en "Basse Meuse et Meuse mitoyenne" over een totale lengte van 2 600 meter;

Gelet op het advies van 22 augustus 2006 van het Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu waarbij verzocht wordt een nauwkeurige biologische inventaris op te maken en waarbij erop gewezen wordt dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT