Wet betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water, de 4 avril 2014

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. Voor de toepassing van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder:

  1. vondsten: elke ontdekking van sporen van menselijke aanwezigheid met een cultureel, historisch of archeologisch karakter die zich deels of volledig, tijdelijk of permanent onder water bevinden, met name:

    vindplaatsen, structuren, gebouwen, voorwerpen en menselijke resten alsook hun archeologische en natuurlijke context;

    schepen, luchtvaartuigen, andere vervoermiddelen of delen daarvan met hun vracht of inhoud alsook hun archeologische en natuurlijke context;

    prehistorische voorwerpen;

    en waarvan de ontdekker redelijkerwijze kan vermoeden dat het cultureel erfgoed onder water is en die nog niet geregistreerd werden overeenkomstig artikel 7;

  2. schepen en luchtvaartuigen van een staat: oorlogsschepen en andere schepen of luchtvaartuigen die het eigendom waren van een staat of onder zijn gezag stonden, die op het tijdstip dat ze zonken uitsluitend werden gebruikt ten behoeve van niet-commerciële doeleinden van openbare dienstverlening en die als dusdanig zijn geïdentificeerd en die voldoen aan de begripsomschrijving van cultureel erfgoed onder water;

  3. vinder: de natuurlijk persoon die de vondst heeft gemeld overeenkomstig artikel 5, § 1;

  4. verdrag: het verdrag ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water, aangenomen te Parijs op 2 november 2001;

  5. de minister: de minister tot wiens bevoegdheid het cultureel erfgoed onder water behoort;

  6. UNESCO: de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur;

  7. werkzaamheden : activiteiten waarvan het cultureel erfgoed onder water hoofdzakelijk het voorwerp is en die het erfgoed fysiek kunnen aantasten of er rechtstreeks of onrechtstreeks andere schade aan kunnen veroorzaken.

    Art. 3. Deze wet is van toepassing op:

  8. vondsten in de territoriale zee van België;

  9. vondsten in de Belgische exclusieve economische zone en op het continentaal plat die zich ten minste 100 jaar onder water bevinden.

    Art. 4. Deze wet is niet van toepassing op:

  10. wrakken en wrakstukken die onder het toepassingsgebied van het Internationaal Verdrag betreffende de verwijdering van wrakken, aangenomen te Nairobi op 18 mei 2007 vallen;

  11. pijpleidingen en kabels die op de zeebodem liggen;

  12. andere installaties dan pijpleidingen of kabels die zich op de zeebodem bevinden en die nog worden gebruikt.

    Art. 5. § 1. Ieder die in de territoriale zee of de exclusieve economische zone of op het continentaal plat vondsten ontdekt, moet zijn vondst zonder verwijl melden aan de door de Koning aangewezen ontvanger van het cultureel erfgoed onder water. De meldingen gebeuren op elektronische wijze en de Koning bepaalt de elementen die moeten worden gemeld.

    § 2. De vondsten bedoeld in § 1, worden eigendom van de Belgische Staat, vanaf het ogenblik van de melding van de vondst overeenkomstig § 1.

    In afwijking van het eerste lid blijven een schip of een luchtvaartuig van een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT