30 SEPTEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de modaliteiten om de erkenning aan te vragen als beroepsorganisaties van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of van een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te worden

De Minister van Volksgezondheid,

Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen;

Gelet op het Koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de erkenning van beroepsorganisaties van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of van een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te worden;

Gelet op de wet van 27 juni 2002 tot bekrachtiging van koninklijk besluit van 4 juli 2001 betreffende de erkenning van beroepsorganisaties van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of van een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te worden;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 4 juli 2001 de voorwaarden vaststelt voor de erkenning als beroepsorganisatie van beoefenaars van een niet-conventionele praktijk of van een praktijk die in aanmerking kan komen om als niet-conventionele praktijk gekwalificeerd te worden;

Overwegende dat bedoeld koninklijk besluit bekrachtigd werd door de wet van 22 augustus 2002;

Overwegende dat de rechtszekerheid gebiedt dat de betrokkenen zo vroeg mogelijk op de hoogte worden gebracht van de modaliteiten volgens welke ze hun rechten kunnen doen gelden;

Overwegende dat het bijgevolg dringend noodzakelijk is kenbaar te maken bij welke instantie en volgens welke modaliteiten de beroepsorganisaties die wensen in aanmerking te komen voor een erkenning, hun aanvraag moeten indienen,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. niet-conventionele praktijk : het gewoonlijk verrichten van handelingen die tot doel hebben de gezondheidstoestand van een menselijk wezen te bevorderen en/of te bewaken, met inachtneming van de - in de wet van 29 april 1999 betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde en de paramedische beroepen - opgenomen voorschriften en bepalingen; worden in eerste instantie als niet-conventionele praktijken beschouwd : de homeopathie, de chiropraxie, de osteopathie en de acupunctuur;

  2. beroepsorganisatie van een niet-conventionele praktijk of van een praktijk die in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT