15 FEBRUARI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 februari 2003 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van tandartsen moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 211, § 2, vervangen bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998, en op artikel 212, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van van 6 februari 2003 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de beroepsorganisaties van tandartsen moeten voldoen om als representatief te worden erkend evenals van de nadere regelen betreffende de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen in sommige beheersorganen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op artikel 15 van de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat overwegende dat artikel 211, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, bepaalt dat het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering om de vier jaar de verkiezingen van vertegenwoordigers van de tandartsen organiseert; dat met het oog op een correcte toepassing van voornoemd artikel 211, § 2, de kiesverrichtingen in verband met deze verkiezingen vlot moeten kunnen verlopen met respect voor de rechten van alle belanghebbende tandartsen, zodat het einde ervan zich vóór de zomervakantie van 2007 moet situeren en de aanvang ervan derhalve zo vlug mogelijk moet beginnen, omdat volgens de reglementering maximum vijf maanden vereist zijn tussen het begin en het einde van de procedure zodat de regels van dit besluit vóór het begin van deze procedure moeten worden vastgelegd en zodat dit besluit zo vlug mogelijk moet genomen en bekendgemaakt worden;

Gelet op het advies nr. 42.259/1 van de Raad van State, gegeven op 8 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT