18 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen inzake de mandaten bij de politiediensten

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, de artikelen 107, vijfde lid, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2006 en 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op de wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, de artikelen 68, 72, derde lid, 73, tweede lid, 75, derde lid, 76bis en 76ter, eerste lid;

Gelet op de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten, artikel 11, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, artikel 73;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende samenstelling van de evaluatiecommissie voor de mandaten van directeur bij de federale politie;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende samenstelling van de selectiecommissie voor de mandaten van directeur bij de federale politie;

Gelet op de protocollen van onderhandeling nr. 186/4 en 207/5 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten respectievelijk op 24 augustus 2006 en op 27 maart 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 maart 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 mei 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 2 mei 2007;

Overwegende dat het advies van de Adviesraad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;

Gelet op de adviezen 43.370/2/V en 44.649/2 van de Raad van State, respectievelijk gegeven op 6 augustus 2007 en 25 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1. In artikel II.I.12, eerste lid, 6°, RPPol, worden de woorden « artikel VII.III.16 » vervangen door de woorden « artikel VII.III.10 ».

Art. 2. In artikel VI.II.8, tweede lid, RPPol worden de woorden « de artikelen 48, 107 en 149 van de wet, noch op de mandaatbetrekkingen bedoeld in artikel VII.III.2 » vervangen door de woorden « artikel 66 van de wet van 26 april 2002 ».

Art. 3. Titel III van deel VII RPPol, bestaande uit de artikelen VII.III.1 tot VII.III.137, wordt vervangen als volgt :

TITEL III. - De aanwijzing voor een mandaat

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Afdeling 1. - De mandaten

Art. VII.III.1. Onverminderd artikel VII.III.2 bepaalt de minister wat onder personeelsbezetting in de zin van artikel 67 van de wet van 26 april 2002 wordt begrepen.

Art. VII.III.2. De voor de toepassing van artikel VII.III.1 in aanmerking te nemen personeelsbezetting is die zoals ze bestaat zes maanden voorafgaand aan de datum waarop het bij mandaat te begeven ambt vacant wordt verklaard of wordt hernieuwd. Zij wordt vastgesteld door de gemeente- of politieraad wat het ambt van korpschef betreft en door de commissaris-generaal wat de mandaten in de federale politie betreft.

De overeenkomstig het eerste lid bepaalde personeelsbezetting en de daaruit volgende bepaling van de categorie waarin het te begeven mandaat wordt ingedeeld, blijft ongewijzigd tot aan de eerstvolgende vacantverklaring of hernieuwing van het bij mandaat te begeven ambt.

Art. VII.III.3. Voor de toepassing van artikel 120, eerste lid, 1°, van de wet, is het bij wijze van mandaat uitgeoefende ambt het hoogste ambt dat wordt waargenomen in de organisatie van een korps of van een onderdeel ervan.

Afdeling 2. - Functiebeschrijving en profiel

Art. VII.III.4. De functiebeschrijving van een bepaald bij mandaat te begeven ambt en de daaruit voorvloeiende profielvereisten kunnen, in voorkomend geval, verschillen naar gelang van de concrete aard en omvang van het ambt en de concrete plaats waar het ambt wordt uitgeoefend.

Art. VII.III.5. De minister bepaalt de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van een korpschef, na advies van de adviesraad van burgemeesters en van de vaste commissie van de lokale politie.

Art. VII.III.6. Onverminderd artikel 8 van de wet bepalen de minister en de minister van Justitie gezamenlijk de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van de commissaris-generaal, de inspecteur-generaal, de adjunct-inspecteur-generaal, de directeur-generaal gerechtelijke politie en de gerechtelijke directeur, na advies van :

1° de commissaris-generaal en de inspecteur-generaal wat de functiebeschrijving en de profielvereisten van het ambt van commissaris-generaal betreft;

2° de inspecteur-generaal, de commissaris-generaal en de adviesraad van burgemeesters wat de functiebeschrijving en de profielvereisten van het ambt van inspecteur-generaal en adjunct-inspecteur-generaal betreft;

3° de commissaris-generaal wat de functiebeschrijving en de profielvereisten van het ambt van directeur-generaal gerechtelijke politie betreft;

4° de commissaris-generaal en de directeur-generaal gerechtelijke politie wat de functiebeschrijving en de profielvereisten van het ambt van gerechtelijke directeur betreft.

Art. VII.III.7. De minister bepaalt de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van het ambt van de overige directeurs-generaal, na advies van de commissaris-generaal.

Art. VII.III.8. De minister bepaalt de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van het ambt van bestuurlijke directeur-coördinator, na advies van de commissaris-generaal.

Art. VII.III.9. De minister bepaalt de functiebeschrijving en de daaruit voortvloeiende profielvereisten van het ambt van directeur, op advies van de commissaris-generaal of, naar gelang van het geval, de directeur-generaal die het hiërarchisch gezag uitoefent over de betrokken directie.

Afdeling 3. - Het mandaatdossier

Art. VII.III.10. Het mandaatdossier omvat alle stukken die relevant zijn voor het uitgeoefende mandaat en inzonderheid :

1° een inventaris van de stukken;

2° de functiebeschrijving van en de profielvereisten voor het uitgeoefende mandaat;

3° de kandidaatstelling en, in voorkomend geval, de eraan toegevoegde stukken;

4° alle stukken met betrekking tot de procedure voor de selectiecommissie;

5° de, in voorkomend geval, uitgebrachte adviezen en gemotiveerde voordrachten;

6° de beslissingen of het besluit tot aanwijzing en het proces-verbaal van eedaflegging;

7° de opdrachtbrief;

8° alle stukken met betrekking tot de procedure voor de evaluatiecommissie;

9° alle overige stukken met betrekking tot het lopende mandaat zoals onder meer de stukken die zijn opgesteld naar aanleiding van de hernieuwing en de beëindiging van het mandaat.

De minister kan nadere regels inzake inzonderheid de inhoud, de wijze van presentatie en het bijhouden van het mandaatdossier bepalen. Hij kan ook de overige, niet in het eerste lid opgesomde stukken bepalen die niettemin relevant zijn voor het uitgeoefende mandaat en die in het mandaatdossier moeten worden opgenomen.

Art. VII.III.11. Onverminderd artikel 140 van de wet mag geen enkel stuk in het mandaatdossier worden opgenomen zonder dat het door het belanghebbende personeelslid voor kennisneming werd getekend.

HOOFDSTUK II. - De aanwijzing voor een mandaat

Afdeling 1. - De voorwaarden voor de aanwijzing voor een mandaat

Onderafdeling 1. - Algemene aanwijzingsvoorwaarden

Art. VII.III.12. De in artikel 71 van de wet van 26 april 2002 bepaalde voorwaarden moeten vervuld zijn op de uiterste datum van de indiening van de kandidaatstelling vastgesteld overeenkomstig artikel VII.III.23.

Onderafdeling 2. - Specifieke aanwijzingsvoorwaarden

Art. VII.III.13. Kan bij mandaat worden aangewezen voor het ambt van korpschef, het personeelslid van het operationeel kader dat :

1° titularis is van de graad van hoofdcommissaris van politie of houder is van het directiebrevet;

2° beantwoordt aan de profielvereisten van een chef van een korps van de lokale politie;

3° geschikt is bevonden door de selectiecommissie voor het ambt van korpschef, bedoeld in de artikelen VII.III.58 of VII.III.59.

Art. VII.III.14. Kan bij mandaat worden aangewezen voor het ambt van commissaris-generaal, het personeelslid van het operationeel kader dat :

1° titularis is van de graad van hoofdcommissaris van politie of houder is van het directiebrevet;

2° ten minste 40 jaar is;

3° beantwoordt aan de profielvereisten van het te begeven ambt van commissaris-generaal;

4° geschikt is bevonden door de selectiecommissie voor het ambt van commissaris-generaal.

Art. VII.III.15. Kan bij mandaat worden aangewezen voor het ambt van directeur-generaal gerechtelijke politie of directeur-generaal bestuurlijke politie, het personeelslid van het operationeel kader dat :

1° titularis is van de graad van hoofdcommissaris van politie of houder is van het directiebrevet;

2° ten minste 35 jaar is;

3° beantwoordt aan de profielvereisten van het te begeven ambt van directeur-generaal;

4° geschikt is bevonden door de selectiecommissie voor het ambt van directeur-generaal.

Kan bij mandaat worden aangewezen voor het ambt van directeur-generaal van de ondersteuning en het beheer, het personeelslid dat :

1° titularis is van de graad van hoofdcommissaris van politie of houder is van het directiebrevet of de voorgeschreven klasseanciënniteit heeft;

2° ten minste...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT