13 JUNI 1999. - Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Koeweit tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot de bevordering van de economische betrekkingen en het Protocol, ondertekend te Koeweit op 10 maart 1990 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtingen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2. De Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Koeweit tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot de bevordering van de economische betrekkingen en het Protocol, ondertekend te Koeweit op 10 maart 1990, zullen volkomen gevolg hebben.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1998.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Buitenlandse Zaken,

E. DERYCKE

De Minister belast met Buitenlandse Zaken,

E. DI RUPO

De Minister van Financiën,

J.-J. VISEUR

Met 's Lands zegel gezegeld :

De Minister van Justitie,

T. VAN PARYS

_______

Nota

Zitting 1998-1999.

Senaat.

Documenten. - Ontwerp van wet ingediend op 15 april 1999, nr. 1-1369/1.

Verslag, nr. 1-1369/2

Tekst aangenomen door de Commissie, nr. 1-1369/3.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 22 april 1999.

Stemming, vergadering van 22 april 1999

Kamer van volksvertegenwoordigers.

Documenten. - Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 49-2181/1.

Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd, nr. 49-2181/2.

Parlementaire Handelingen. - Bespreking, vergadering van 29 april 1999.

Stemming, vergadering van 29 april 1999.

Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Staat Koeweit tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot de bevordering van economische betrekkingen

HET KONINKRIJK BELGI"

en

DE STAAT KOEWEIT

Wensende een Overeenkomst te sluiten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en tot de bevordering van economische betrekkingen.

Zijn het volgende overeengekomen :

HOOFDSTUK I

Werkingssfeer van de Overeenkomst

Artikel 1

Personen op wie de Overeenkomst van toepassing is

Deze Overeenkomst is van toepassing op personen die inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten.

Artikel 2

Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is

  1. Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van een overeenkomstsluitende Staat, of van een staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan.

  2. Als belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen, naar het gehele vermogen, of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende goederen, belastingen naar het totale bedrag van de door ondernemingen betaalde lonen en salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.

  3. De bestaande belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, zijn met name :

    1. in België :

      (i) de personenbelasting;

      (ii) de vennootschapsbelasting;

      (iii) de rechtspersonenbelasting;

      (iv) de belasting der niet-verblijfhouders;

      (v) de met de personenbelasting gelijkgestelde bijzondere heffing;

      met inbegrip van de voorheffingen, de opdeciemen en opcentiemen op die belastingen en voorheffingen, alsmede de aanvullende belastingen op de personenbelasting,

      (hierna te noemen « Belgische belasting »);

    2. in Koeweit :

      (i) de belasting op het inkomen van vennootschappen;

      (ii) de 5 % van de nettowinst van holdingvennootschappen die aan de « Kuwait Foundation of Advancement of Science (KFAS) » is verschuldigd;

      (iii) de Zakat,

      (hierna te noemen « belasting van Koeweit »).

  4. De Overeenkomst is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die na de datum van de ondertekening van de Overeenkomst naast of in de plaats van bestaande belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten delen elkaar de wezenlijke wijzigingen die in hun onderscheidene belastingwetten zijn aangebracht, mede en bezorgen elkaar afschriften van belangrijke verordeningen.

    HOOFDSTUK II

    Begripsbepalingen

    Artikel 3

    Algemene bepalingen

    Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist :

    1. betekent de uitdrukking « België » het Koninkrijk België; in aardrijkskundig verband gebruikt, betekent ze het nationale grondsgebied, de territoriale zee en elk ander gebied in zee waar België, in overeenstemming met het internationale recht, soevereine rechten of zijn rechtsmacht uitoefent;

    2. betekent de uitdrukking « Koweit » de Staat Koeweit en omvat zij elk gebied buiten de territoriale zee dat in overeenstemming met het internationale recht volgens de wetgeving van Koeweit is of zal worden aangeduid als een gebied waar Koeweit soevereine rechten of zijn rechtsmacht mag uitoefenen;

    3. betekenen de uitdrukkingen « een overeenkomstsluitende Staat » en « de andere overeenkomstsluitende Staat », België of Koeweit, al naar het zinsverband vereist;

    4. omvat de uitdrukking « persoon » een natuurlijke persoon, een vennootschap en elke andere vereniging van personen;

    5. betekent de uitdrukking « vennootschap » elke rechtspersoon of elke eenheid die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;

    6. betekenen de uitdrukkingen « onderneming van een overeenkomstsluitende Staat » en « onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat » onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat;

    7. betekent de uitdrukking « onderdanen »;

      (i) alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een overeenkomstsluitende Staat bezitten;

      (ii) alle rechtspersonen, personenvennootschappen en verenigingen die hun rechtspositie als zodanig ontlenen aan de wetgeving die een overeenkomstsluitende Staat van kracht is;

    8. betekent de uitdrukking « internationaal verkeer » elk vervoer door een schip of luchtvaartuig dat door een onderneming die haar plaats van werkelijke leiding in een overeenkomstsluitende Staat heeft, wordt geëxploiteerd, behalve indien het schip of het luchtvaartuig slechts tussen in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen plaatsen wordt geëxploiteerd;

    9. betekent de uitdrukking « bevoegde autoriteit » :

      (i) in België, de Directeur-generaal der directe belastingen, en

      (ii) in Koeweit, de minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger.

  5. Voor de toepassing van de Overeenkomst door een overeenkomstsluitende Staat heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet erin omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is.

    Artikel 4

    Inwoner

  6. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « inwoner van een overeenkomstsluitende Staat » :

    1. in Koeweit :

      (i) elke natuurlijke persoon die zijn woonplaats in Koeweit heeft en die een onderdaan van Koeweit is; en

      (ii) elke vennootschap die in Koeweit is opgericht en die aldaar haar plaats van werkelijke leiding heeft;

    2. in België, iedere persoon die, ingevolge de Belgische wetgeving, aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid, maar zij omvat niet personen die in België enkel ter zake van inkomsten uit in België gelegen bronnen of ter zake van aldaar gelegen vermogen aan belasting zijn onderworpen.

  7. Voor de toepassing van paragraaf 1, wordt de uitdrukking « inwoner van een overeenkomstsluitende Staat » geacht te omvatten :

    1. de Regering van een overeenkomstsluitende Staat of elk staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan;

    2. in Koeweit, elke overheidsinstelling die overeenkomstig het publiekrecht is opgericht als een rechtspersoon, Centrale Bank, fonds, overheidslichaam, stichting, agentschap of als elk ander gelijkaardig lichaam dat in Koeweit is gevestigd; en

    3. elk intergouvernementeel lichaam dat in Koeweit is gevestigd en waarvan Koeweit samen met andere Staten het kapitaal heeft bijeengebracht.

  8. Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner van beide overeenkomstsluitende Staten is, wordt zijn toestand op de volgende wijze geregeld :

    1. hij wordt geacht inwoner te zijn van de Staat waar hij een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft;

    2. indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarmede zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen);

    3. indien niet kan worden bepaald in welke Staat het middelpunt van zijn levensbelangen heeft of indien hij geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waar hij gewoonlijk verblijft;

    4. indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk verblijft, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waarvan hij onderdaan is.

  9. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner is van beide overeenkomstsluitende Staten, wordt hij geacht inwoner te zijn van de Staat waar de plaats van zijn werkelijke leiding is gelegen.

    Artikel 5

    Vaste inrichting

  10. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking « vaste inrichting » een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.

  11. De uitdrukking « vaste inrichting » omvat in het bijzonder :

    1. een plaats...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT