Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, gedaan te Brussel op 6 december 2007, de 6 décembre 2007

DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE

EN

DE REGERING VAN DE REPUBLIEK CHILI,

Wensende een Overeenkomst te sluiten tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontduiken en het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen,

zijn het volgende overeengekomen :

HOOFDSTUK I. - Werkingssfeer van de overeenkomst

Art. 1. Personen op wie de Overeenkomst van toepassing is

Deze Overeenkomst is van toepassing op personen die inwoner zijn van een overeenkomstsluitende Staat of van beide overeenkomstsluitende Staten.

Art. 2. Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is

  1. Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van een overeenkomstsluitende Staat, van de staatkundige onderdelen of plaatselijke gemeenschappen daarvan.

  2. Als belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen, naar het gehele vermogen, of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende goederen, belastingen naar het totale bedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.

  3. De bestaande belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is, zijn met name :

    1. in Chili, de belastingen geheven krachtens de wet betreffende de belasting naar het inkomen, " Ley sobre Impuesto a la Renta ",

      (hierna te noemen " Chileense belasting "); en

    2. in België :

      (i) de personenbelasting;

      (ii) de vennootschapsbelasting;

      (iii) de rechtspersonenbelasting;

      (iv) de belasting van niet-inwoners;

      (v) de aanvullende crisisbijdrage,

      met inbegrip van de voorheffingen en de opcentiemen op die belastingen en voorheffingen,

      (hierna te noemen " Belgische belasting ").

  4. De Overeenkomst is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen en op belastingen naar het vermogen die na de datum van de ondertekening van de Overeenkomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten delen elkaar op het einde van elk jaar alle belangrijke wijzigingen mede die in hun belastingwetten zijn aangebracht.

    HOOFDSTUK II. - Begripsbepalingen

    Art. 3. Algemene bepalingen

  5. Voor de toepassing van deze Overeenkomst, tenzij het zinsverband anders vereist :

    1. betekent de uitdrukking " Chili " de Republiek Chili, daaronder begrepen elk gebied buiten de territoriale zee dat krachtens de wetgeving van de Republiek Chili en in overeenstemming met het internationale recht is aangeduid als een gebied waarin de Republiek Chili soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de zeebodem en de ondergrond en de natuurlijke rijkdommen daarvan;

    2. betekent de uitdrukking " België " het Koninkrijk België, daaronder begrepen elk gebied buiten de territoriale zee dat krachtens de wetgeving van het Koninkrijk België en in overeenstemming met het internationale recht is aangeduid als een gebied waarin het Koninkrijk België soevereine rechten kan uitoefenen met betrekking tot de zeebodem en de ondergrond en de natuurlijke rijkdommen daarvan;

    3. betekenen de uitdrukkingen " een overeenkomstsluitende Staat " en " de andere overeenkomstsluitende Staat " België of Chili, al naar het zinsverband vereist;

    4. omvat de uitdrukking " persoon " een natuurlijke persoon, een vennootschap en elke andere vereniging van personen;

    5. betekent de uitdrukking " vennootschap " elke rechtspersoon of elke entiteit die voor de belastingheffing als een rechtspersoon wordt behandeld;

    6. betekenen de uitdrukkingen " onderneming van een overeenkomstsluitende Staat " en " onderneming van de andere overeenkomstsluitende Staat " onderscheidenlijk een onderneming gedreven door een inwoner van een overeenkomstsluitende Staat en een onderneming gedreven door een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat;

    7. betekent de uitdrukking " internationaal verkeer " elk vervoer door een schip of door een luchtvaartuig dat wordt geëxploiteerd door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat, behalve indien dat vervoer enkel geschiedt tussen in de andere overeenkomstsluitende Staat gelegen plaatsen;

    8. betekent de uitdrukking " bevoegde autoriteit " :

      (i) in Chili, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger; en

      (ii) in België, de Minister van Financiën of zijn bevoegde vertegenwoordiger;

    9. betekent de uitdrukking " onderdaan " met betrekking tot een overeenkomstsluitende Staat :

      (i) elke natuurlijke persoon die de nationaliteit van die overeenkomstsluitende Staat bezit; en

      (ii) elke rechtspersoon of vereniging opgericht overeenkomstig de wetgeving welke in die overeenkomstsluitende Staat van kracht is.

  6. Voor de toepassing van de Overeenkomst op enig tijdstip door een overeenkomstsluitende Staat heeft, tenzij het zinsverband anders vereist, elke niet erin omschreven uitdrukking de betekenis welke die uitdrukking op dat tijdstip heeft volgens de wetgeving van die Staat met betrekking tot de belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is. Elke betekenis overeenkomstig de toepasselijke belastingwetgeving van die Staat heeft voorrang op een betekenis welke die uitdrukking heeft overeenkomstig de andere wetten van die Staat.

    Art. 4. Inwoner

  7. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking " inwoner van een overeenkomstsluitende Staat " iedere persoon die, ingevolge de wetgeving van die Staat, aldaar aan belasting is onderworpen op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding, plaats van oprichting of enige andere soortgelijke omstandigheid, en omvat zij eveneens die Staat en elk staatkundig onderdeel of plaatselijke gemeenschap daarvan. Die uitdrukking omvat echter niet personen die in die Staat enkel aan belasting onderworpen zijn ter zake van inkomsten uit in die Staat gelegen bronnen of ter zake van aldaar gelegen vermogen.

  8. Indien een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner van beide overeenkomstsluitende Staten is, wordt zijn toestand op de volgende wijze geregeld :

    1. hij wordt geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waar hij een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft; indien hij in beide Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waarmee zijn persoonlijke en economische betrekkingen het nauwst zijn (middelpunt van de levensbelangen);

    2. indien niet kan worden bepaald in welke Staat het middelpunt van zijn levensbelangen zich bevindt, of indien hij in geen van de Staten een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waar hij gewoonlijk verblijft;

    3. indien hij in beide Staten of in geen van beide gewoonlijk verblijft, wordt hij geacht alleen inwoner te zijn van de Staat waarvan hij onderdaan is;

    4. indien hij onderdaan is van beide Staten of van geen van beide, regelen de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de aangelegenheid door middel van de regeling voor onderling overleg.

  9. Indien een andere dan een natuurlijke persoon ingevolge de bepalingen van paragraaf 1 inwoner is van beide overeenkomstsluitende Staten, trachten de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten de aangelegenheid door middel van de regeling voor onderling overleg te regelen. Indien de bevoegde autoriteiten van de overeenkomstsluitende Staten niet tot onderlinge overeenstemming kunnen komen, is die persoon niet gerechtigd tot enige vermindering of vrijstelling van belasting waarin deze Overeenkomst voorziet, behoudens het bepaalde in artikel 23, paragraaf 2 van deze Overeenkomst.

    Art. 5. Vaste inrichting

  10. Voor de toepassing van deze Overeenkomst betekent de uitdrukking " vaste inrichting " een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend.

  11. De uitdrukking " vaste inrichting " omvat in het bijzonder :

    1. een plaats waar leiding wordt gegeven;

    2. een filiaal;

    3. een kantoor;

    4. een fabriek;

    5. een werkplaats; en

    6. een mijn, een olie- of gasbron, een steengroeve of enige andere plaats die verband houdt met het onderzoek naar of het ontginnen van natuurlijke rijkdommen.

  12. De uitdrukking " vaste inrichting " omvat eveneens :

    1. de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden en de werkzaamheden van toezicht daarop, doch uitsluitend indien de duur van dat bouwwerk of van die werkzaamheden zes maanden overschrijdt;

    2. het verstrekken van diensten, daaronder begrepen adviezen, door een onderneming door middel van werknemers of andere natuurlijke personen die de onderneming daarvoor in dienst heeft genomen, indien zodanige werkzaamheden in het land worden uitgeoefend gedurende een tijdvak of tijdvakken waarvan de duur in totaal 183 dagen in enig tijdvak van twaalf maanden te boven gaat.

  13. Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel wordt een " vaste inrichting " niet aanwezig geacht indien :

    1. gebruik wordt gemaakt van inrichtingen, uitsluitend voor de opslag, uitstalling of levering van aan de onderneming toebehorende goederen;

    2. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor opslag, uitstalling of levering;

    3. een voorraad van aan de onderneming toebehorende goederen wordt aangehouden, uitsluitend voor de bewerking of verwerking door een andere onderneming;

    4. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend om voor de onderneming goederen aan te kopen of inlichtingen in te winnen;

    5. een vaste bedrijfsinrichting wordt aangehouden, uitsluitend voor reclamedoeleinden of voor het geven van inlichtingen voor de onderneming, en voor elke andere soortgelijke werkzaamheid die van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.

  14. ...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT