9 MAART 2007. - Koninklijk besluit nr. 55 met betrekking tot de regeling voor belastingplichtigen die een BTW-eenheid vormen

VERSLAG AAN DE KONING

Sire,

  1. Context van de invoering van de BTW-eenheid

  2. De verklaring van de federale regering van 17 oktober 2006 tot aankondiging van de invoering van een stelsel van BTW-eenheid in België past in een economische context waarin de ondernemingen te kampen hebben met een alsmaar groter wordende internationale concurrentie die hen ertoe verplicht voortdurend te streven naar efficiëntie teneinde hun concurrentievermogen te behouden.

    Momenteel zien alle economische actoren, ongeacht hun BTW-stelsel en het segment waartoe ze behoren, zich verplicht om te kiezen voor strategieën die het mogelijk maken hun kosten voor administratief beheer te rationaliseren en hun financiële middelen optimaal aan te wenden.

    Eén van de meest courante door de ondernemingen gevolgde strategieën is de uitbesteding en centralisatie van bepaalde arbeidsintensieve functies (onder meer de administratie, informatica, back office, call centers, enz...) bijvoorbeeld via de oprichting van centres of excellence' of van dienstencentra, omdat groepen van ondernemingen daardoor aanzienlijke schaalvoordelen voor deze diensten kunnen verwezenlijken en zich volop op hun kernactiviteiten kunnen concentreren.

    In dat verband is echter gebleken dat het huidig BTW-stelsel voor alle sectoren, inclusief de non-profit sectoren (scholen, ziekenhuizen, cultuurverenigingen, enz.), grote hinderpalen opwerpt wegens de bijkomende BTW-lasten en/of een complexer administratief beheer. Op Europees niveau wordt daarover beraadslaagd, maar men kan niet voorspellen wanneer die beraadslagingen een concreet resultaat zullen opleveren.

  3. Het stelsel van de BTW-eenheid, dat toelaat dat personen die in juridisch opzicht onafhankelijk zijn maar op financieel, economisch en organisatorisch gebied nauw met elkaar zijn verbonden, als één BTW-belastingplichtige te beschouwen, is een doeltreffende oplossing. Dit is opgenomen in de Europese wetgeving en wordt internationaal erkend, als remedie tegen die hinderpalen (dat stelsel werd uitdrukkelijk vermeld in de lijst van oplossingen die de Europese Commissie voorstelt in het Consultation Paper on modernising Value Added Tax obligations for financial services and insurances', dat in maart 2006 werd gepubliceerd).

    De BTW-eenheid impliceert inderdaad dat er geen BTW wordt geheven op transacties tussen de leden. Dankzij dit systeem kunnen dus centres of excellence' of dienstencentra worden opgericht zonder gevaar voor aanvullende BTW-lasten die niet aftrekbaar zijn.

    Tevens biedt dat stelsel de mogelijkheid om de administratieve verplichtingen voor de ondernemingen sterk te vereenvoudigen en te rationaliseren, in die zin dat de BTW-eenheid als één belastingplichtige alle rechten en plichten van haar leden op zich neemt.

    Dat verklaart meer bepaald waarom het stelsel van de BTW-eenheid reeds in 13 van de 27 lidstaten van de Europese Unie bestaat en in bepaalde andere landen wordt overwogen.

  4. Gezien haar succes vormt de BTW-eenheid thans een uiterst belangrijk criterium voor de vestiging van ondernemingen met het oog op het aantrekken of behouden in België van dergelijke centres of excellence', hoofdkwartieren, groepsfuncties en andere financieringscentra (zoals de coördinatiecentra).

    In dat opzicht kan de invoering van de BTW-eenheid in België dus worden beschouwd als een maatregel tot modernisering en aanpassing van de Belgische belastingomgeving met het oog op het aantrekken en behouden van die activiteiten in België.

  5. Niet alleen verwacht men dat de BTW-eenheid positieve gevolgen voor de economie en de werkgelegenheid in België zal hebben, maar zij biedt ook aanzienlijke voordelen voor de bestuurlijke vereenvoudiging, de strijd tegen de belastingontduiking en een betere invordering van de BTW-schulden.

    Dankzij de invoering van de BTW-eenheid zou het aantal in te dienen BTW-aangiften aanzienlijk moeten dalen en dat geldt ook voor het aantal BTW-terugbetalingen. Dat zou actief moeten bijdragen tot de BTW-fraudebestrijding doordat degenen die frauderen, sneller kunnen worden opgespoord.

    Momenteel is het zelfs voor ondernemingen die alleen transacties met de leden van hun groep uitvoeren, in principe niet mogelijk hun BTW-schulden in te vorderen (bijvoorbeeld wanneer ze failliet gaan) ten opzichte van de overige groepsleden. De BTW-eenheid is voordelig voor de Schatkist, omdat de leden ervan hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de betaling van enigerlei BTW-schuld van de eenheid zolang zij tot de eenheid behoren, vermits het hier gaat om één belastingplichtige.

  6. Invoering van de BTW-eenheid in België

    2.1. Europees kader

  7. Het stelsel van de BTW-eenheid is geregeld bij artikel 11, eerste lid van de Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006 (ex-artikel 4, (4) van de zesde BTW-richtlijn), dat aan de lidstaten de mogelijkheid biedt om op hun grondgebied gevestigde personen die in juridisch opzicht onafhankelijk zijn, maar op financieel, economisch en organisatorisch gebied nauw met elkaar zijn verbonden, als één belastingplichtige te beschouwen. Voor het overige bevat de Richtlijn 2006/112/EG geen andere specifieke bepalingen met betrekking tot de BTW-eenheid.

    Dat heeft tot gevolg dat de BTW-eenheid moet worden beschouwd als een belastingplichtige met dezelfde rechten en plichten als enigerlei andere belastingplichtige en dat alle bepalingen in de Richtlijn 2006/112/EG (alsook de interpretaties volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen) mutatis mutandis op de BTW-eenheid van toepassing zijn.

    Bijgevolg mag de invoering van de BTW-eenheid op zich niet leiden tot een wijziging (vermindering of vermeerdering) van het recht op BTW-aftrek van haar leden noch tot enigerlei bijkomende verplichting, behalve die welke verband houden met de identificatie van de eenheid als zodanig.

  8. De invoering van de BTW-eenheid door een Lidstaat vormt geen afwijking van het stelsel zoals bepaald in de Richtlijn 2006/112/EG. Voor de beslissing tot invoering moet alleen de raadplegingsprocedure bij het Europees BTW Comité worden gevolgd overeenkomstig artikel 398 van de Richtlijn 2006/112/EG (in tegenstelling tot de aanvragen tot afwijking, waarvoor de goedkeuringsprocedure vermeld in artikel 394 van dezelfde richtlijn noodzakelijk is).

    Deze procedure is niet opschortend en dus kan dit besluit in werking treden op de vastgestelde datum zonder dat hoeft te worden gewacht op het advies van voornoemd Comité waarin de invoering van de BTW-eenheid in België wordt besproken (cf. de lopende consultatie inzake het Iers stelsel).

    2.2. Belgisch kader

  9. Artikel 4, § 2, van het BTW-Wetboek (hierna BTW-Wetboek) vormt de nagenoeg letterlijke omzetting van artikel 11, eerste lid van de Richtlijn 2006/112/EG van 28 november 2006.

    Overeenkomstig die bepaling dient voor de invoering van de BTW-eenheid bij koninklijk besluit de wijze te worden vastgesteld waarop in België gevestigde personen die in juridisch opzicht onafhankelijk zijn, maar op financieel, economisch en organisatorisch gebied nauw met elkaar zijn verbonden, voor de toepassing van het BTW-Wetboek als één belastingplichtige worden beschouwd. Net zoals de Richtlijn 2006/112/EG, bevat de Belgische wet geen enkele andere specifieke bepaling.

    De Belgische BTW-eenheid is dus in overeenstemming met de regeling bepaald in de Richtlijn 2006/112/EG : één belastingplichtige met dezelfde rechten en plichten als de overige belastingplichtigen en waarop mutatis mutandis alle bepalingen van het BTW-Wetboek en van de bijbehorende uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn.

  10. Bij dit besluit worden de toepassingsmodaliteiten vastgesteld. Ze zijn in overleg met de ondernemingen bepaald, niet alleen met het oog op een eenvoudige en praktische toepassing van het stelsel van de BTW-eenheid, maar ook met de bedoeling dat dit stelsel kan worden gecontroleerd.

    Op die manier werd tegemoet gekomen aan de wens van de ondernemingen voor een systeem gelijkaardig aan dat wat in het buitenland bestaat, en aan de gewettigde eis vanwege de Staat dat eventuele vormen van misbruik kunnen worden voorkomen.

  11. Het besluit werd aangepast aan het Advies van de Raad van State behalve wat betreft :

    -De beperking van de toepassing tot de vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die belastingplichtigen zijn : de voorgestelde beperking beantwoordt noch aan de verwoording in de wet noch aan deze in de Richtlijn.

    - Het voorstel om het geven van een volmacht aan het vertegenwoordigende lid te vervangen door een contract tussen de leden : voor de vorming van de BTW-eenheid volstaat het om de vertegenwoordiging aan één lid te delegeren.

    - De noodzaak om de negatieve beslissing inzake de vorming van een BTW-eenheid te motiveren : het behoud van de tekst laat toe om duidelijk te maken dat de precieze redenen van de verwerping aan de belastingplichtige moeten worden gegeven.

  12. Het besluit zal op 1 april 2007 in werking treden, om de werkgelegenheid in bestaande centres of excellence, hoofdkwartieren en groepsfuncties te behouden en te verhogen door buitenlandse investeerders aan te trekken. Dezelfde datum is ook ingegeven ter wille van de praktische toepassing door de administratie en de ondernemingen.

    Deze datum van inwerkingtreding staat niet haaks op de hierboven beschreven Europese procedure. Wel dient daarvoor het besluit zo snel mogelijk bekend te worden gemaakt, opdat de ondernemingen en de administratie alle nodige maatregelen kunnen nemen.

  13. Werking van de BTW-eenheid

  14. Overeenkomstig voornoemd kader is de BTW-eenheid één belastingplichtige die in de plaats van haar leden voor de toepassing van de BTW wordt gesteld en waarop mutatis mutandis alle bepalingen van het BTW-Wetboek en de bijbehorende uitvoeringsbesluiten van toepassing zijn. Dat betekent dus dat het niet mogelijk is om deel uit te maken van meer dan één BTW-eenheid.

    De BTW-eenheid wordt aangemerkt als één belastingplichtige en wordt als dusdanig geïdentificeerd onder een uniek BTW-nummer voor de eenheid. Dit nummer geldt voor het...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT