29 AUGUSTUS 2002. - Besluit van de met het gemeenschappelijk toezicht belaste commissarissen, bedoeld in artikel 31 van het Scheldereglement, houdende vaststelling van het « Besluit examens verklaring van vrijstelling Scheldereglement »

Gelet op artikel 9, derde lid, van het Scheldereglement,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder :

  1. verklaring : de verklaring van vrijstelling, bedoeld in artikel 2;

  2. examencommissie : de commissie, belast met afnemen van de bekwaamheidsproef;

  3. gelijksoortige schepen : schepen die naar het oordeel van de bevoegde autoriteit vergelijkbaar zijn. Ze worden tenminste op de volgende aspecten beoordeeld :

    1. scheepstype;

    2. hoofdafmetingen.

    Art. 2. Door de commissarissen kan voor een bepaald traject een verklaring van vrijstelling afgegeven worden, die geldig is voor de vaart naar en van een of meer daarin aangegeven ligplaatsen of voor de vaart naar, van en in een of meer daarin aangegeven havenbekkens en voor een of meer gelijksoortige daarin aangegeven zeeschepen, aan de kapitein en aan de officier van het zeeschip waarop die persoon als verkeersdeelnemer optreedt, als voldaan wordt aan de voor de afgifte van een verklaring gestelde eisen.

    HOOFDSTUK II. - Aanvraag en afgifte, verlies van geldigheid en intrekking van de verklaring

    Art. 3. Een aanvraag tot afgifte van een verklaring wordt schriftelijk ingediend bij de commissarissen.

    Bij de aanvraag worden de volgende bescheiden of afschriften daarvan overgelegd :

  4. voldoende bewijsstukken, waaruit blijkt dat de aanvrager :

    1. in een dienstverband werkzaam is bij een werkgever op een of meer gelijksoortige zeeschepen, waarvoor de verklaring wordt aangevraagd;

    2. als verkeersdeelnemer met het zeeschip het betreffende traject 24 maal per periode van twaalf maanden, in- en uitvarend, zal bevaren;

  5. voldoende bewijsstukken, waaruit blijkt dat de aanvrager de bevoegdheid bezit om als kapitein op te treden aan boord van het zeeschip;

  6. een getuigschrift, waaruit blijkt dat de aanvrager het examen, bedoeld in artikel 4, met goed gevolg heeft afgelegd, afgegeven uiterlijk een jaar voor de aanvraag;

  7. een geldige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart, alsmede de geldige verklaringen betreffende het gezichts- en gehoororgaan van kapiteins en stuurlieden;

  8. twee recente pasfoto's van de aanvrager, aan de achterkant voorzien van zijn naam, voorletters en geboortedatum;

  9. een kopie van de meetbrief van het zeeschip of de zeeschepen, waarop de aangevraagde verklaring betrekking heeft.

    Door de commissarissen kunnen ten aanzien van de onderscheiden bewijsstukken, bedoeld in het tweede lid, nadere gegevens gevraagd worden.

    Art. 4. Het getuigschrift, bedoeld in artikel 3, tweede lid, 3°, wordt door de voorzitter van de examencommissie afgegeven, nadat met goed gevolg een examen is afgelegd dat bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte.

    Voor de deelname aan het examen is de aanvrager een vergoeding verschuldigd die door de commissarissen wordt vastgesteld.

    De commissarissen keren deze vergoeding uit aan de examinatoren die het desbetreffende examen hebben afgenomen.

    Art. 5. De verklaring verliest haar geldigheid van rechtswege, als zich een van de volgende omstandigheden voordoet :

  10. de houder van een verklaring voldoet niet meer aan de eisen voor afgifte, bedoeld in artikel 3, tweede lid, 1°, a;

  11. de houder...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT