19 FEBRUARI 2009. - Decreet houdende diverse maatregelen, inzonderheid inzake de statuten en de bekwaamheidsbewijzen voor de personeelsleden van het hoger onderwijs en houdende oprichting van de studentenraden binnen de Hogere Instituten voor Architectuur (1)

Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de Hogescholen

Afdeling I. - Wijzigingen aan het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen

Artikel 1. In artikel 31, tweede lid, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, worden de woorden « van het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap » vervangen door de woorden « van het decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap ».

Art. 2. In artikel 61, § 1, eerste lid van hetzelfde decreet, vervangen bij het decreet van 30 juni 2006, worden de woorden « of van aangrenzende zones » ingevoegd tussen de woorden « éénzelfde zone » en het woord « mogen ».

Art. 3. In artikel 66 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 9 september 1996, 8 februari 1999, 31 mei 1999 en 30 juni 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. In het eerste lid wordt een punt 4°bis, luidend als volgt, ingevoegd tussen het 4° en het 5° : « 4°bis een vertegenwoordiger van het vastbenoemde administratief personeel, gekozen door het betrokken personeel onder zijn leden »;

  2. Het vierde lid wordt vervangen als volgt : « De duur van het mandaat van de leden bedoeld bij het 4° en het 4°bis bedraagt vijf jaar met uitzondering van het mandaat toegekend voor de eerste keer aan een vertegenwoordiger van het vastbenoemde administratief personeel, dat een einde neemt tezelfdertijd als dat van de leden bedoeld bij het 3°, 4°, 5° en 6°. ».

    Art. 4. In artikel 67, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2006, worden de woorden « een lijst van drie door alle personeelsleden voorgedragen kandidaten » vervangen door de woorden « een lijst van drie kandidaten die door leden uit alle personeelscategorieën gekozen worden ».

    Art. 5. In artikel 70, tweede lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 30 juni 2006, worden de woorden « een lijst van drie door alle personeelsleden voorgedragen kandidaten » vervangen door de woorden « een lijst van drie kandidaten die door leden uit alle personeelscategorieën gekozen worden ».

    Art. 6. Artikel 91, vierde lid, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt :

    - « 6° een uiteenzetting over het beleid gevolgd door de Sociale Raad bij het aanwenden van de sociale subsidies;

    - 7° de criteria voor de toekenning van financiële steun ten behoeve van studenten;

    - 8° de beschrijving van de juridische, oriëntatie- en plaatsingsdiensten voor de studentenjobs, verricht in het kader van de aanwending van sociale subsidies;

    - 9° de mogelijke medewerking met andere Hogescholen of universitaire instellingen inzake sociale diensten. ».

    Afdeling II. - Wijziging van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen

    Art. 7. In artikel 8, § 1, van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, zoals gewijzigd bij de decreten van 17 juli 1998, 28 oktober 1999, 31 maart 2004 en 18 juli 2008, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. Onder punt 6°, worden de woorden « voor de eerste keer « geschrapt;

  4. § 1 wordt met een lid aangevuld, luidend als volgt :

    Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, 2°, 3° en 3°bis wordt verstaan onder regelmatig ingeschreven student, de student die niet geslaagd is voor een vergelijkend examen of enige proef die de toegang verleent tot hogere studies in België (of ze te voltooien) of in het buitenland na een voorbereidend of algemeen studiejaar in het hoger onderwijs dat tot dit vergelijkend examen of deze proef leidt, waarbij de student die zich niet aanmeldt voor het vergelijkend examen of deze proef, of die het (ze) niet aflegt, als niet geslaagd zijnde wordt beschouwd.

    .

    Art. 8. In artikel 10, eerste lid, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 11 januari 2008, 9 mei 2008 en 18 juli 2008, wordt het bedrag « 270.153.009 » vervangen door het bedrag « 280.154.558 ».

    Art. 9. In artikel 14, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 21 december 2004, 30 juni 2006 en 11 januari 2008, worden twee leden, opgesteld als volgt, ingevoegd tussen de leden 5 en 6 :

    Vanaf het begrotingsjaar 2009, wordt toegevoegd aan het forfaitaire deel van iedere Hogeschool een forfaitair bedrag van 5.000,00 euro voor zover de Hogeschool ten belope van een deel van een opdracht van minstens 1/10 van een voltijds equivalent personeel bestemd voor de begeleiding van kandidaten voor het Getuigschrift van pedagogische bekwaamheid aangepast voor het hoger onderwijs.

    Vanaf het begrotingsjaar 2009 en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, wordt toegevoegd aan het forfaitaire deel van iedere Hogeschool een forfaitair bedrag van 25.000,00 euro voor zover de Hogeschool tijdens het betrokken jaar een FIRST HE project toegekend wordt, gefinancierd door het Waalse Gewest, of een SPIN-OFF IN BRUSSELS project gefinancierd door het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en dit bedrag bestemt ten belope van een deel van opdracht van een voltijds equivalent voor het vervangen, in haar cursusopdracht, van het personeelslid dat aangewezen wordt als promotor van het onderzoeksproject.

    .

    Art. 10. In Hoofdstuk III, Afdeling 1, wordt het opschrift van Onderafdeling 1 « Ontvangsten voortspruitend uit het door de Hogescholen verstrekte onderwijs » vervangen door het volgende opschrift : « Ontvangsten voortspruitend uit het door de Hogescholen verstrekte onderwijs en van de betaling van het inschrijvingsgeld voor de examencommissie van de Franse Gemeenschap. ».

    Art. 11. In hetzelfde decreet, in Hoofdstuk III, Afdeling I, Onderafdeling 1, wordt een artikel 22bis, luidend als volgt, ingevoegd : « Artikel 22bis. Het product van het inschrijvingsgeld voor de examencommissie van het niet-universitaire hoger onderwijs van de Franse Gemeenschap ingesteld bij de zetel van iedere Hogeschool blijft verworven voor ieder van ze en wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de globale toelage bedoeld bij hoofdstuk II van dit decreet. ».

    Art. 12. In artikel 35, eerste lid, van hetzelfde decreet, wordt het 3° vervangen door hetgeen volgt :

    3° houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot de betrekkingen van niveau 1 van de rijksambtenaren of een beroepservaring van vijf jaar genieten in verband met de materies behandeld door de commissarissen in hun ambt.

    .

    HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de Universiteiten

    Afdeling I. - Wijziging van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat

    Art. 13. Artikel 36 van de wet van 28 april 1953 betreffende de inrichting van het universitair onderwijs door de Staat, vervangen door het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 31 maart 2004, 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt aangevuld door een streepje, luidend als volgt :

    - vanaf 1 december 2008, een aanvangswedde van 34.317,41 euro, die opeenvolgend om de drie jaar tot 36.769,81 euro, 39.222,21 euro, 41.674,61 euro, 44.127,01 euro, 46.579,41 euro, 49.031,81 euro, 51.484,21 euro en 53.936,61 euro vermeerderd wordt.

    .

    Art. 14. Artikel 37, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt met een streepje, opgesteld als volgt, aangevuld :

    - vanaf 1 december 2008, een forfaitaire wedde, berekend op basis van 4.289,69 euro per jaarlijks wekelijks uur van een inrichting bedoeld in het programma bepaald door de raad van bestuur, zonder dat ze minder dan 2.144,85 euro en meer dan 34.314,48 euro zouden kunnen krijgen.

    .

    Art. 15. Artikel 38 van dezelfde wet, vervangen door het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 31 maart 2004, 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt aangevuld door een streepje, luidend als volgt :

    - vanaf 1 december 2008, een aanvangswedde van 40.188,40 euro, die opeenvolgend om de drie jaar tot 43.718,33 euro, 47.248,26 euro, 50.778,19 euro, 54.308,12 euro, 57.838,05 euro en 61.367,98 euro vermeerderd wordt.

    .

    Art. 16. Artikel 39 van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt met een streepje, opgesteld als volgt, aangevuld :

    - vanaf 1 december 2008, een forfaitaire wedde, berekend op basis van 4.686,08 euro per jaarlijks wekelijks uur van een inrichting bedoeld in het programma bepaald door de raad van bestuur, zonder dat ze meer dan 37.488,60 euro zouden kunnen krijgen.

    .

    Art. 17. Artikel 39bis van dezelfde wet, vervangen door het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt aangevuld door een streepje, luidend als volgt :

    - vanaf 1 december 2008, een aanvangswedde van 45.018,86 euro, die opeenvolgend om de drie jaar tot 49.774,97 euro, 54.531,08 euro, 59.287,18 euro, 64.043,30 euro en 68.799,41 euro vermeerderd wordt.

    .

    Art. 18. Artikel 39ter, eerste lid, van dezelfde wet, vervangen bij het decreet van 27 december 1993 en gewijzigd bij de decreten van 4 mei 2005, 25 mei 2007 en 9 mei 2008, wordt met een streepje, opgesteld als volgt, aangevuld :

    - vanaf 1 december 2008, een forfaitaire wedde, berekend op basis van 5.089,85 euro per jaarlijks wekelijks uur van een inrichting bedoeld in het programma bepaald door de raad van bestuur, zonder dat ze meer dan 40.718,76 euro zouden kunnen krijgen.

    .

    Art. 19. In artikel 49quinquies van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 31 maart 2004, worden de woorden « het ontslag van ambtswege » ingevoegd tussen de woorden « de schorsing » en de woorden « de afzetting ».

    Art...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT