Koninklijk besluit tot bepaling van de algemene principes inzake het gebruik van de maatschappelijke enquête en het beknopt voorlichtingsrapport in strafzaken., de 7 juin 2000

HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijving.

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

  1. de justitieassistent, zijnde een ambtenaar van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie, de probatieassistent bedoeld in artikel 2 van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie;

  2. de opdrachtgever, de onderzoeksrechter, het openbaar ministerie, de onderzoeksgerechten of de vonnisgerechten.

Art. 2. Het beknopt voorlichtingsrapport is een verslag, waarbij de justitieassistent slechts bevraagt en rapporteert in functie van de specifieke vraag van de opdrachtgever, naar de haalbaarheid van een dienstverlening, een opleiding of een andere specifieke maatregel.

Art. 3. Een maatschappelijke enquête is een sociaal onderzoek waarbij de justitieassistent, samen met de beklaagde, de feiten in een bredere psycho-sociale context plaatst, om een geïndividualiseerde maatregel voor te stellen, die toekomst -en herstelgericht is.

HOOFDSTUK II. - Werkwijze van de justitieassistent.

Art. 4. De opdrachtgever van een beknopt voorlichtingsrapport kan in zijn aanvraag een specifieke vraag stellen, met het oog op de haalbaarheid van een dienstverlening, een opleiding of een andere specifieke maatregel. De rapportage van de justitieassistent zal dan ook slechts de weergave zijn van de bronnen van inlichtingen, de identificatiegegevens, een antwoord op de specifiek gestelde vraag en een advies.

Art. 5. De justitieassistent baseert zich voor de het beknopt voorlichtingsrapport en de maatschappelijke enquête op de schema's, gevoegd bij dit besluit.

Art. 6. In zijn onderzoek heeft de justitieassistent bijzondere aandacht voor de actieve medewerking alsook voor de herstelmogelijkheden van de beklaagde.

Art. 7. De persoon die het voorwerp uitmaakt van een beknopt voorlichtingsrapport of een maatschappelijk enquête heeft, tijdens het onderzoek, de mogelijkheid om zijn visie ten aanzien van een opschorting, een uitstel of een probatiemaatregel kenbaar te maken. De justitieassistent neemt deze opmerkingen op in het verslag.

Art. 8. De justitieassistent kan, naargelang de vraag van de opdrachtgever, interne en externe informatiebronnen raadplegen ter ondersteuning van zijn rapport of enquête. De justitieassistent maakt in het eerste contact met de beklaagde duidelijk dat andere informatiebronnen kunnen worden aangeboord. De justitieassistent vermeldt zijn bronnen.

HOOFDSTUK III. - Neerlegging van het verslag.

Art. 9...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT