6 FEBRUARI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra

De Regering van de Franse Gemeenschap,

Gelet op artikel 2, tweede lid, van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;

Gelet op het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 8 januari 1993 houdende vaststelling van de regels die de behoefte aan nieuwbouw of uitbreiding bepalen en van de fysische en financiële normen voor de schoolgebouwen, internaten en psycho-medisch-sociale centra;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 mei 2013;

Gelet op het advies nr. 53.975/2 van de Raad van State, gegeven op 2 oktober 2013 bij toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het overlegprotocol van 20 juni 2013 van het onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en van de gesubsidieerde PMS-centra erkend door de Regering;

Op de voordracht van de Minister bevoegd voor de schoolgebouwen;

Na beraadslaging,

Besluit :

TITEL I. - Algemene bepalingen

Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de schoolinrichtingen, de internaten en de PMS-centra die aan de voorwaarden van artikel 2.1.a en b van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap voldoen.

§ 2. De normen bepaald bij dit besluit worden toegepast op de onderwijsvestigingen, centra of internaten waar de werken plaatsvinden. Onder vestiging wordt verstaan een functioneel geheel van gebouwen van een schoolsite.

§ 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt een onderscheid gemaakt tussen :

  1. de werken voor de bouw van gebouwen of voor de verwezenlijking van externe infrastructuren en de werken die verband houden met hun inrichting of hun volledige ombouw;

  2. de verbouwingswerken bestemd voor :

    1. het aanpassen van de bestaande toestanden aan de evolutieve pedagogische behoeften zonder het bebouwde volume te vergroten;

    2. het verbeteren van de functionaliteit en het rendement van de installaties en uitrustingen alsook het comfort en de hygiëne van de lokalen;

    3. het zorgen voor de veiligheid van de gebruikers en derden in overeenstemming met de reglementen inzake hygiëne, gezondmaking, veiligheid en brandpreventie.

    Art. 2. De fysische normen worden in maximale bruto-oppervlakten uitgedrukt.

    Onder bruto-oppervlakte van een gebouw wordt verstaan de som van alle bruto-vloeroppervlakten van alle vloerniveaus.

    De vloerniveaus zijn, inzonderheid, de verdiepingen die geheel of gedeeltelijk onder de grond zijn gebouwd, de bovengrondse verdiepingen en de verdiepingen voor technische installaties.

    De bruto-vloeroppervlakte van ieder vloerniveau wordt bepaald door de buitenomtrek van de gebouwdelen die het gebouw begrenzen ter hoogte van de vloer. De oppervlakte van de trappen, de liften en de installatiekokers moet, op ieder niveau van de vloer, tot de bruto-vloeroppervlakte worden gerekend.

    Worden niet als bruto-vloeroppervlakte beschouwd :

  3. de kruipruimten tussen de gelijkvloerse verdieping en het onderste niveau van het gebouw;

  4. de dakverdiepingen, zolders en kelders die niet als « bruikbare » leeflokalen kunnen worden ingericht;

  5. de technische holle ruimten, tenzij deze volkomen afgewerkt zijn, deel uitmaken van het gebouw en een vrije hoogte hebben van ten minste 2 meter;

  6. de uitwendige noodtrappen;

  7. de openingen en holle ruimten van meer dan 4m².

    De fysische normen bepaald bij dit besluit zijn alleen van toepassing op de werken zoals bepaald bij artikel 1, § 3, 1°, met uitzondering van de bouw van nieuwe traphuizen.

    Art. 3. § 1. Om de pakketten vast te stellen van de maximale bruto-oppervlakten waarop een instelling, een centrum of een internaat recht heeft, worden de meest recente gegevens inzake schoolbevolking, nagekeken door het bevoegde Bestuur, in aanmerking genomen.

    § 2. De schoolbevolking die in aanmerking wordt genomen in het geval van een nieuwbouw of de aankoop van een gebouw met het oog op de opening van een nieuwe inrichting, wordt deze in aanmerking genomen door de Inrichtende macht op het opgenblik van de aanvraag om subsidiëring of, voor het onderwijs van de Franse Gemeenschap, van de beslissing tot oprichting van de inrichting. De bevoegde Dienst voor schoolinfrastructuren, vóór het onderzoek van de aanvraag, brengt een advies uit over het schoolbevolkingcijfer voorgedragen door de Inrichtende macht en, desgevallend, stelt een alternatief cijfer voor of de weigering van de aanvraag. Vanaf haar oprichting, moet de inrichting aan de normen inzake programmering en rationalisering voldoen.

    Art. 4. § 1. Van de pakketten van maximale bruto-oppervlakten van een instelling, centrum of internaat, die voortvloeien uit de toepassing van dit besluit, worden afgetrokken de overeenstemmende bestaande bruto-oppervlakten voor de instelling, het centrum of het internaat. Daartoe worden de bruto-oppervlakten van de gebouwen die zijn opgericht vóór 1 januari 1920 in aanmerking genomen naar verhouding van 70 % van hun oppervlakte, die welke zijn gebouwd tussen 1920 en 1958, naar verhouding van 80 % en die welke gebouwd zijn tussen 1 januari 1959 en 1 juli 1987, naar verhouding van 90 %.

    Art. 5. § 1. Onverminderd de stedebouwkundige voorschriften kan voor parkeer- en manoeuvreerruimte een oppervlakte toegekend worden van maximum 24 m² per personeelslid dat minstens een halve opdracht vervult.

    § 2. Voor de bergplaatsen voor fietsen en bromfietsen kan 1,2 m² per leerling die met soortgelijk voertuig de school bezoekt, toegekend worden.

    § 3. De toegelaten oppervlakte van de open speelplaats wordt vastgesteld op :

  8. 5 m² per leerling van het gewoon basisonderwijs, met een minimum van 300 m²;

  9. 2 m² per leerling van het secundair en hoger onderwijs.

    § 4. De toegelaten oppervlakte voor de overdekte speelplaatsen wordt vastgesteld op 2 m² per leerling in het basisonderwijs en 1 m2 per leerling in het secundair en hoger onderwijs.

    § 5. De bruto-oppervlakten van de lokalen met technische vereisten worden niet meegerekend in de maximale bruto-oppervlakten toegelaten en bepaald bij dit besluit.

    § 6. De dossiers voor de bouw en voor uitbreidingswerken van zwembaden worden ter goedkeuring aan de Regering voorgelegd. De dossiers met betrekking tot verbouwings- of moderniseringswerken in de bestaande zwembaden worden aan het advies van de Commissie van Deskundigen voorgelegd. Genoemde werken kunnen enkel uitgevoerd worden na eensluidend advies van de Commissie van Deskundigen, die na zal kijken of ze een hoofdzakelijk pedagogisch belang hebben of een therapeutisch argument inhouden.

    Art. 6. Ingeval de inrichtende macht de uitdrukkelijke verbintenis heeft aangegaan om lokalen ter beschikking te stellen van verscheidene instellingen of vestigingplaatsen mag het bijeenbrengen van verscheidene schoolbevolkingen toegelaten worden. Nochtans zullen de oppervlakten in geen enkel geval de oppervlakte overschrijden die bepaald wordt bij dit decreet voor het geheel van de betrokken scholen.

    Art. 7. § 1. De Commissie van Deskundigen bedoeld bij artikel 2ter van het decreet van 5 februari 1990 betreffende de schoolgebouwen van het niet-universitair onderwijs georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, geeft, op de aanvraag van de algemene diensten voor de infrastructuren, adviezen over de gevallen van afwijking van de bepalingen van dit besluit.

    § 2. De diensten belast met de schoolgebouwen kunnen geen beslissing nemen zonder het eensluidend gunstig advies van de Commissie van de deskundigen.

    TITEL 2. - Fysische normen

    HOOFDSTUK I. - Kleuter- en lager onderwijs

    Art. 8. § 1. Voor een vestiging voor kleuter- of lager onderwijs wordt de toegelaten maximale bruto-oppervlakte vastgesteld als volgt :

  10. vestigingen met minder dan 72 leerlingen. Het totaal aantal vierkante meter wordt toegekend...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT