Koninklijk besluit tot hervorming van de beheersstructuren van de spoorweginfrastructuur. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 24-06-2004 en tekstbijwerking tot 07-12-2006), de 14 juin 2004

HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Artikel 1. Dit besluit zet sommige bepalingen om van de richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap, zoals gewijzigd door richtlijn 2001/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001, en van richtlijn 2001/14/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2001 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van rechten voor het gebruik van spoorweginfrastructuur alsmede inzake veiligheidscertificering.

HOOFDSTUK II. - Infrastructuurbeheerder.

Afdeling 1. - Oprichting.

Art. 2. § 1. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (hierna de " N.M.B.S. " genoemd) richt alleen een naamloze vennootschap van publiek recht op, " Infrabel " genoemd, die de beheerder zal zijn van de spoorweginfrastructuur, zoals gedefinieerd in artikel 3 van voornoemde richtlijn 91/440/EEG, voor het volledige Belgische net (deze vennootschap wordt hierna " Infrabel " genoemd).

§ 2. Voorafgaand aan de oprichting van Infrabel, stelt de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, de eerste statuten vast van Infrabel en bepaalt Hij de voorlopige regels die gelden als eerste beheerscontract met toepassing van artikel 453, § 4, van de programmawet van 22 december 2003. De N.M.B.S. richt Infrabel op binnen dertig dagen na de datum van bekendmaking van de laatste van deze koninklijke besluiten en uiterlijk op 1 januari 2005.

§ 3. Titel II van Boek VIII van het Wetboek van vennootschappen is van toepassing op de oprichting van Infrabel, met uitzondering van de artikelen 440, 454, 4°, en 456, 4°.

Art. 3. § 1. De N.M.B.S. brengt in Infrabel de volgende activa en passiva in :

  1. het recht tot uitbating van het Belgische spoorwegnet voor doeleinden van het beheer van de spoorweginfrastructuur, voor een duur van negenennegentig jaar;

  2. andere activa dan deze bedoeld in artikel 14, § 1, 1°, die nodig of dienstig zijn voor de uitbating van de infrastructuurbeheerder, waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad;

  3. de schulden en andere passiva waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, met inachtneming van artikel 18, § 2.

    § 2. De inbreng bedoeld in § 1 wordt vergoed door aandelen in het kapitaal van Infrabel waarvan maximum 50 procent min één aandeel worden toegekend aan de Staat bij wege van een vermindering van het kapitaal van de N.M.B.S.

    § 3. De inbreng bedoeld in § 1 brengt van rechtswege de overdracht aan Infrabel mee van de activa en passiva die er deel van uitmaken. De inbreng heeft uitwerking op 1 januari 2005. Hij is tegenstelbaar aan derden vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van een bericht dat de inbreng bevestigt.

    Zo leningen of andere financiële schulden die deel uitmaken van de inbreng bedoeld in § 1, niet kunnen worden overgedragen aan Infrabel met bevrijding van de N.M.B.S. van haar verbintenissen, realiseert de N.M.B.S. de overdracht van deze leningen of schulden door een andere techniek met evenwaardig resultaat.

    Infrabel treedt in de rechten en verplichtingen van de N.M.B.S. die voortvloeien uit lopende onteigeningsprocedures op de datum van inwerkingtreding van de inbreng bedoeld in § 1 met betrekking tot goederen opgenomen in het koninklijk besluit bedoeld in § 1, 2°.

    § 4. (Uiterlijk op 30 november 2004) stelt de Koning de lijsten vast bedoeld in § 1, 2° en 3°.

    Deze lijsten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar eenieder er kosteloos kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan bekomen mits betaling van de griffierechten.

    (Indien de activa bedoeld in § 1, 2°, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een bijzondere afdeling van de lijst van activa. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten.

    Met uitzondering van de goederen behorend tot het openbaar spoorwegdomein wordt de bijzondere afdeling van de lijst overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf 1 januari 2005.)

    Titel III van Boek XI van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de inbreng bedoeld in § 1.

    § 5. De inbreng bedoeld in § 1 is vrijgesteld van elke belasting. De Koning regelt, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, de wijze waarop deze vrijstelling geschiedt.

    Artikel 442bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 is niet van toepassing op de inbreng bedoeld in § 1. (...).

    Art. 4. In afwijking van artikel 1, § 3, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, wordt Infrabel vanaf haar oprichting ingedeeld bij de autonome overheidsbedrijven bedoeld in artikel 1, § 4, van dezelfde wet. Zij is onderworpen aan titel I van deze wet, met uitzondering van de bepalingen van titel I, hoofdstukken XI en XII, van dezelfde wet en andere afwijkingen vastgesteld bij dit besluit.

    Afdeling 2. - Wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;.

    Art. 5. In voornoemde wet van 21 maart 1991 wordt een Titel VIII ingevoegd, die luidt als volgt :

    " Titel VIII - Infrabel

    HOOFDSTUK I. - Doel en opdrachten van openbare dienst

    Art. 197. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder :

  4. " spoorweginfrastructuur " : alle elementen bepaald in bijlage I, deel A, van verordening (EEG) nr. 2598/70 van de Europese Commissie van 18 december 1970 betreffende de vaststelling van de inhoud van de verschillende posten van de boekhoudkundige schema's, bedoeld in bijlage I van verordening (EEG) nr. 1108/70 van de Raad van 4 juli 1970, met uitzondering van het laatste streepje dat in de zin van deze titel als volgt luidt : " Dienstgebouwen voor de infrastructuur ";

  5. " spoorwegonderneming " : iedere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke onderneming die houder is van een spoorwegvergunning afgeleverd overeenkomstig de toepasselijke communautaire wetgeving, waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het verlenen van diensten van vervoer per spoor van goederen en/of reizigers, voor zover deze onderneming voor de tractie zorgt, en met dien verstande dat deze term eveneens betrekking heeft op de ondernemingen die uitsluitend tractie leveren;

  6. " N.M.B.S. " : de naamloze vennootschap van publiek recht Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;

  7. " Nationale Paritaire Commissie " : de Nationale Paritaire Commissie bedoeld in artikel 13 van de wet van 23 juli 1926 tot oprichting van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen.

    Art. 198. Infrabel is een autonoom overheidsbedrijf met de rechtsvorm van een naamloze vennootschap van publiek recht. Zij ressorteert onder de minister die bevoegd is voor de overheidsbedrijven.

    Art. 199. § 1. Infrabel heeft tot doel, met betrekking tot het volledige Belgische net :

  8. (het verwerven, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur);

  9. het beheer van de regelings- en veiligheidssystemen van deze infrastructuur;

  10. het verschaffen aan de spoorwegondernemingen van de diensten bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad, ter uitvoering van de bepalingen van het koninklijk besluit van 12 maart 2003 betreffende de voorwaarden voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur;

  11. de toewijzing van de beschikbare spoorweginfrastructuurcapaciteit, met inachtneming van de principes en procedures bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad;

  12. de tarifering, de facturering en de inning van heffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur en voor de diensten bedoeld in 3°, met inachtneming van de principes en procedures bepaald door de Koning, bij een besluit vastgesteld na overleg in Ministerraad;

  13. de certificering van het personeel van de spoorwegondernemingen en van het rollend materieel ten aanzien van de door de Koning bepaalde technische normen en regels betreffende de veiligheid en het gebruik van de infrastructuur;

  14. bijkomstig, de commerciële activiteiten die verenigbaar zijn met de taken bedoeld in 1° tot 6°, met uitsluiting van het verschaffen van spoorvervoerdiensten.

    § 2. De taken bedoeld in § 1, 1° tot 6°, zijn opdrachten van openbare dienst van Infrabel.

    Art. 200. § 1. De raad van bestuur van Infrabel stelt het in artikel 26 bedoeld ondernemingsplan op voor de duur van het beheerscontract en past het jaarlijks aan. Dit plan geeft de doeleinden en de strategie van de onderneming aan rekening houdend met de mobiliteitsdoeleinden bepaald door de Ministerraad.

    § 2. Verplichte bestanddelen van het ondernemingsplan zijn :

  15. de infrastructurele behoeften weergegeven in een meerjarig investeringsplan;

  16. de vooruitzichten inzake de behoefte aan personeel;

  17. de evolutie van de exploitatierekeningen weergegeven in een financieel plan;

  18. de methode voor de berekening van de heffingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur;

  19. de middelen voor de financiering van de geplande investeringen.

    § 3. Het meerjarig investeringsplan bedoeld in § 2, 1°, omvat de planning over meerdere jaren van de investeringen met betrekking tot de aanschaffing, de inrichting, het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur.

    Vóór de goedkeuring van het meerjarig investeringsplan maakt de raad van bestuur van Infrabel een ontwerp van dit plan per aangetekend schrijven over aan de spoorwegondernemingen die gebruik maken van de spoorweginfrastructuur van het Belgische net. Zij kunnen hun opmerkingen aan Infrabel meedelen binnen een termijn van vijfenveertig dagen vanaf de datum van verzending van het ontwerp.

    § 4. Het ondernemingsplan en de jaarlijkse aanpassingen daaraan worden meegedeeld aan de minister die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT