Beheersovereenkomst afgesloten tussen de Vlaamse Executieve en de Vlaamse Vervoermaatschappij., de 1 septembre 1992
Voorwerp.
Artikel 1. Het voorwerp van de beheersovereenkomst is omschreven in artikel 25 van het decreet van 31 juli 1990 tot oprichting van de Vlaamse Vervoermaatschappij, hierna genoemd "het decreet".
De overeenkomst omvat ondermeer :
-
de door de Maatschappij minimaal te verzekeren vervoerprestaties;
-
de structuur van de tarieven;3° de wederzijdse rechten en verplichtingen;
-
de berekening en de verdeling over de exploitatie-entiteiten van de investerings- en de exploitatietoelage, waarbij minimaal rekening wordt gehouden met de evolutie van de weddeschalen in de diensten van de Vlaamse Executieve;
-
het ondernemingsplan;
-
de duur.
Duur.
Art. 2. Deze beheersovereenkomst, die een voorlopig karakter heeft, wordt afgesloten voor de duur van het begrotingsjaar 1993. Zij kan maximaal tweemaal met één jaar verlengd worden, ten einde binnen deze periode een definitieve beheersovereenkomst voor 3 jaar af te sluiten.
Vervoeropdracht van de Maatschappij.
Art. 3. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 24 van het decreet wordt het geregeld vervoer, ongeacht de tractiewijze van de aangewende vervoermiddelen, uitsluitend opgedragen aan de Maatschappij, die de exploitatie ervan aan derden kan toevertrouwen.
De machtiging voor het net van geregeld vervoer zal jaarlijks worden hernieuwd.
De bijzondere vormen van geregeld vervoer worden door de Executieve bij prioriteit toegekend aan de Maatschappij, die de exploitatie ervan eveneens aan derden kan toevertrouwen.
De procedures voor het verlenen van de machtiging voor bijzonder geregeld vervoer zullen daarbij maximaal worden vereenvoudigd en versneld, rekening houdend met de evolutie van de reglementering terzake.
Ondernemingsplan.
Art. 4. De vervoeropdracht van de Maatschappij wordt nader omschreven in een ondernemingsplan, dat de realisatie van de doelstellingen van de Maatschappij en van het beleid van de Vlaamse Executieve op een geïntegreerde wijze weergeeft.
Dit ondernemingsplan maakt integraal deel uit van de beheersovereenkomst.
Het bestaat uit een strategisch plan op lange termijn, een tactisch plan op halflange termijn en een jaarlijks actieplan.
Het ondernemingsplan preciseert de bijdrage van de Maatschappij tot de verwezenlijking van het beleid van de Vlaamse Executieve op het gebied van de mobiliteit in het algemeen en het gemeenschappelijk vervoer in het bijzonder.
Dit beleid van de Vlaamse Executieve, waarbij de Maatschappij nauw zal worden betrokken, zal gericht zijn op een versterking van de functie en de concurrentiepositie van het openbaar stads- en streekvervoer, door ondermeer :
- het voeren van een ruimtelijk ordeningsbeleid en huisvestingsbeleid gericht op de stads- en dorpskernherwaardering en inbreiding;
- het stimuleren van auto-arme stadscentra;
- het verlenen van doorstromingsfaciliteiten voor stads- en streekvervoer;
- het uitwerken van een aangepast parkeerbeleid.
Anderzijds zal de Maatschappij dit beleid door een aangepast dienstverlening ondersteunen. Zij zal tevens de integratie van de mindermobielen bevorderen door het verstrekken van informatie in de breedste zin en door het invoeren van comfortverbetering door aanpassing van de infrastructuur. Zij zal tenslotte aandacht besteden aan de sociale functie van het openbaar vervoer.
Het ondernemingsplan zal minstens de volgende elementen behandelen of bevatten :
- de afbakening van de exploitatie-entiteiten. Deze afbakening zal aangepast worden aan de op te richten vervoers- regio's;
- de algemene strategie van het bedrijf dat o.m. werkzaam is in een Vlaams vervoersysteem;
- de interne organisatie van het bedrijf;
- de strategie en de aangewende middelen om de normale voortzetting van de activiteiten van de onderneming te verzekeren. Daartoe zal het bedrijf zich nauwkeurige en welomschreven limieten en/of objectieven stellen;
- de menselijke middelen met inbegrip van de evolutie van de tewerkstelling en van de opleiding;
- de interne financiële evenwichten;
- de maatregelen om het structureel deficit te verminderen;
- de doelstellingen van het bedrijf inzake veiligheid en kwaliteit van de dienstverlening;
- de veranderingen van het produktie-apparaat die o.m. voortvloeien uit het investeringsprogramma;
- het tijdschema met betrekking tot de uitbouw van een beheersboekhouding die moet toelaten de inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op de taak van openbare dienstverlening te scheiden van de inkomsten en uitgaven van de andere activiteiten, waarbij tevens een splitsing naar de exploitatie-entiteiten voorzien is.
Het ondernemingsplan omvat eveneens een omschrijving van de normen inzake kwaliteit en kwantiteit van het vervoeraanbod, de tariefstructuur, de noodzakelijke investeringen en middelen en de verdeling ervan over de exploitatie-entiteiten. Ten einde het recht op mobiliteit binnen het Vlaamse Gewest te waarborgen zal deze verdeling gesteund zijn op objectieve en meetbare criteria, op zodanige wijze uitgewerkt dat in de verschillende exploitatie-entiteiten een gelijkwaardig hoog kwaliteitsniveau van dienstverlening wordt bekomen, dat de exploitatie-entiteiten in hun prestaties worden gestimuleerd en dat binnen het Vlaamse Gewest een optimale bijdrage wordt geleverd tot de oplossing van het mobiliteitsprobleem.
De Maatschappij zal dit ondernemingsplan binnen het jaar na de ondertekening van deze overeenkomst aan de Executieve voorleggen.
De Executieve verleent haar goedkeuring aan de gedeelten van het plan die handelen over de activiteiten waarvoor de Executieve een dotatie toekent en over de investeringen die waarmee verband houden.
Zij neemt kennis van de gedeelten die betrekkingen hebben op de activiteiten en de investeringen waarvoor geen tussenkomst verleend wordt.
Vervoeraanbod.
Art. 5. Met het oog op de uitwerking van de definitieve beheersovereenkomst zal de Maatschappij de nodige instrumenten ontwikkelen voor de planning, de opvolging en de rapportering betreffende de hiernavolgende kwalitatieve en kwantitatievecriteria, teneinde deze te toetsen aan de bestaande toestand.
Deze toetsingsinstrumenten zullen in de eerste plaats betrekking hebben op de criteria inzake bereikbaarheid, frekwentie en reisweg, en achteraf worden uitgebreid tot andere criteria.
Op basis hiervan zal een kwalitatief en kwantitatief normeringssysteem van minimaal te leveren prestaties worden uitgewerkt. Dit normeringssysteem zal op basis van een in het strategisch ondernemingsplan goedgekeurd tijdschema en uiterlijk voor het einde van deze voorlopige overeenkomst, worden opgesteld aan de hand van objectieve en meetbare criteria en het zal, vergezeld van alle noodzakelijk en nuttig statistisch materiaal, worden bekendgemaakt.
§ 1. Kwaliteit van het vervoeraanbod.
Voor de duur van deze overeenkomst wordt tenminste de kwaliteit van het vervoeraanbod van het jaar 1992 gewaarborgd.
De Maatschappij zal door een permanente opvolging van de markt de relevante kwaliteitscriteria bepalen waaraan haar vervoerdiensten...
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI