Beheersovereenkomst tussen het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor de periode 2017-2021, de 8 juin 2017

Artikel M.

IDENTIFICATIE VAN DE PARTIJEN

Onderhavige overeenkomst wordt gesloten tussen :

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, hierna 'het Gewest' genoemd,

vertegenwoordigd door de Minister belast met Huisvesting;

En

Het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, CVBA,

hierna 'het Fonds' genoemd, vertegenwoordigd door de Voorzitster en de Ondervoorzitster van de Raad van Bestuur;

hierna samen 'de partijen' genoemd.

  1. INLEIDING

    1.1. Juridisch kader

    Onderhavige beheersovereenkomst kadert binnen de kerntaken van het Fonds, de Brusselse Huisvestingscode, de algemene beleidsverklaring van de huidige Regering, elke andere doelstelling die tussen de partijen werd vastgelegd, alsook binnen de bepalingen van de hieronder genoemde ordonnantie en besluiten :

    - de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode;

    - de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle;

    - koninklijk besluit van 13 december 1983, betreffende de aanwending, voor het Brussels Gewest, van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2, door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België;

    - Ministerieel besluit van 13 december 1983, houdende goedkeuring van het reglement betreffende de aanwending door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België, van de kapitalen voortkomend van het fonds B2 in het Brussels Gewest, voor het laatst gewijzigd door het Ministerieel besluit van 5 augustus 2011 tot wijziging van het Ministerieel besluit van 13 december 1983, houdende goedkeuring van het reglement betreffende de aanwending door het Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België, van de kapitalen voortkomend van het fonds B2 in het Brussels Gewest;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 mei 1996 tot vaststelling van de wijze van toekenning van de tussenkomst ten laste van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 2 oktober 1997 tot fusie van de interne rekeningen genaamd fonds B2, B3, B4 en B5, in de boeken van het Woningfonds van de Gezinnen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008 betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn algemene verrichtingen van hypotheekleningen; voor het laatst gewijzigd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 maart 2008 betreffende het gebruik van de kapitalen die voortkomen van het fonds B2 door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor zijn hypotheekleningen;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 10 december 1998 tot uitvoering van de ordonnantie van 16 juli 1998 houdende organisatie van de toekenning door het Gewest van een toelage voor de samenstelling van een huurwaarborg inzake huisvesting;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 september 2011 tot wijziging van een aantal besluiten betreffende het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

    - besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 januari 2016 in verband met de huurhulpverrichtingen van het Fonds en houdende uitvoering van artikel 2, § 2 van de Brusselse Huisvestingscode;

    - De leningsovereenkomst tussen het Gewest, de BGHM en het Fonds van 27 mei 2009 voor de verwezenlijking en het beheer van de woningen voor verhuur aan gezinnen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Gewestelijk Huisvestingsplan of Huisvestingsplan), vervangen en geannuleerd door een nieuwe tripartite overeenkomst tussen diezelfde partijen de dato 23 februari 2011;

    (...)

    - De overeenkomst tussen het Fonds en het Financieel Coördinatiecentrum voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (FCCB) over de participatie van het Fonds in het FCCB, van kracht geworden op 1 oktober 2013.

    Het INR heeft het Fonds sinds maart 2015 ingedeeld bij de overheidssector (S1312) en ressorteert zolang deze indeling geldig is, onder de OOBBC (Organieke ordonnantie begroting, boekhouding en controle), als autonome instelling van de 2e categorie. In het kader daarvan is zijn beheer onderworpen aan de gewestelijke eisen inzake evenwicht volgens de budgettaire SEC-normen.

    1.2. Visie van het Fonds

    Het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een coöperatieve naar privaatrecht en is bij het ontstaan van het Brussels Gewest in 1989 voortgevloeid uit het "Woningfonds van de Bond der Kroostrijke Gezinnen van België", zelf opgericht in 1929.

    De creatie van het Brussels Woningfonds is vastgelegd in de wet van 16 juni 1989 en het koninklijk besluit van 10 juli 1989.

    De maatschappelijke doelstelling van het Woningfonds bestaat erin om ten aanzien van zijn doelpubliek te voorzien in de vrijwaring van het in artikel 23 van de Grondwet opgenomen grondrecht van eenieder om een menswaardig leven te leiden. Dit houdt het recht in op een behoorlijke woning. Voor het Fonds is de wens van de Regering om te voorzien in degelijke huisvesting en in ondersteuning voor gezinnen in een kwetsbare situatie één van zijn prioriteiten.

    Het Fonds zet vooral in op de toegang tot huisvesting via de eigendom, omdat een eigen woning bijdraagt tot de autonomie van het individu. De kandidaat-koper neemt zijn recht op een woning op deze manier in eigen handen. Dankzij de overheidssteun die hij krijgt, kan hij de meest geschikte woning vinden, binnen de grenzen van zijn behoeften en van zijn financieel vermogen.

    In de sociaal-economische en demografische context van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn het woonkrediet tegen een lage rentevoet, de productie van "omkaderde" woningen en de huurhulp essentieel om in te spelen op de behoeften van een bevolking met een klein, bescheiden of gemiddeld inkomen.

    De beheersovereenkomst draait volledig om dit doelpubliek en wordt op alle niveaus gedragen door de waarden gelijke kansen, diversiteit, respect voor de andere, ontplooiing en levenskwaliteit.

    1.3. Voorwerp van de beheersovereenkomst

    Onderhavige beheersovereenkomst wordt gesloten in toepassing van de artikelen 113 en 114 van de Huisvestingscode betreffende de beheersovereenkomst. Ze bepaalt de regels volgens welke het Fonds de hem toevertrouwde opdrachten uitvoert en regelt de plichten van de partijen in de beheersovereenkomst.

    1.4. De opdrachten van het Fonds

    Overeenkomstig artikel 112 van de Huisvestingscode, verricht het Fonds een aantal kerntaken van openbaar nut, inzonderheid :

    1) personen met een middelgroot of klein inkomen, door de toekenning van hypotheekkredieten (waarvan de voorwaarden door de Regering worden vastgesteld), de middelen te verschaffen om een woning in hoofdzaak bestemd voor persoonlijk gebruik te renoveren, te herstructureren, aan te passen, aan te kopen in volle eigendom of in de vorm van een ander zakelijk hoofdrecht, te bouwen, in stand te houden of de energieprestatie van deze woning te verbeteren;

    2) personen met een middelgroot of klein inkomen een gratis verzekering gewaarborgd wonen aanbieden waarvan de voorwaarden door de Regering worden vastgesteld;

    3) personen met een klein of bescheiden inkomen de middelen verschaffen om een woning te huren volgens de door de Regering vastgestelde voorwaarden. Na advies van het Fonds, kan de Regering een standaardhuurovereenkomst goedkeuren, die indien nodig kan afwijken van de dwingende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek om de doorstroming (in het licht van artikel 140, 7° ) te bevorderen van een gezin, waarvan de woning aan werken toe is of niet meer aangepast is aan de gezinssamenstelling, naar een andere door het Fonds te huur gestelde woning;

    4) onroerende goederen aankopen of ruilen in volle eigendom of in de vorm van een ander zakelijk hoofdrecht, verbouwen, saneren, verbeteren, huren of in erfpacht nemen om ze in hoofdzaak aan personen met een middelgroot of klein inkomen te verhuren, onder te verhuren of te verkopen als woning. De overeenkomst waarmee een woning door het Fonds in volle eigendom of in de vorm van een ander zakelijk hoofdrecht wordt overgedragen, bevat restrictieve clausules inzake vrije terbeschikkingstelling van het overgedragen recht die tot doel hebben te waarborgen dat de genoemde woning uitsluitend voor sociale doeleinden wordt gebruikt; op voorstel van het Fonds, stelt de Regering de grenzen vast waarbinnen het Fonds deze restricties oplegt;

    5) personen met een klein of bescheiden inkomen de middelen verschaffen om de huurwaarborg samen te stellen volgens de door de Regering vastgestelde voorwaarden. Deze hulp kan de vorm aannemen van een renteloze lening, borgstelling of mutualistisch fonds;

    6) experimenten en denkoefeningen op deze vlakken bevorderen en aan de Regering nieuwe beleidsinitiatieven voorstellen;

    7) Afhankelijk van de kredieten ingeschreven op de gewestbegroting, dekt de voormelde verzekering gewaarborgd wonen in ieder geval :

    - het risico van de werknemer die voor de renovatie van een enige woning, de bouw, de koop of de koop met renovatie, verbetering, of aanpassing van een enige woning een lening sluit en die zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van onvrijwillige werkloosheid of arbeidsongeschiktheid;

    - het risico van de zelfstandige die voor de renovatie van een enige woning, de bouw, de koop of de koop met renovatie, verbetering, of aanpassing van een enige woning een lening sluit en die zijn contractuele verplichtingen niet kan nakomen ten gevolge van arbeidsongeschiktheid;

    De lening waarvoor het risico gedekt wordt door de verzekering gewaarborgd wonen moet betrekking hebben op een woning die de lener zelf bewoont of zal bewonen en waarvan de verkoopwaarde niet hoger ligt dan het bedrag dat de Brusselse Hoofdstedelijke Regering...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT