Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector en tot uitvoering van de begrotingsdecreten betreffende de begrotingsjaren 2012 en 2013, de 11 juillet 2013

HOOFDSTUK I. - Uitvoering van de artikelen 25, 29 en 30 van het decreet van 27 oktober 2011 houdende wijziging van verscheidene decreten betreffende de bevoegdheden van Wallonië

Artikel 1. Artikel 21 van het besluit van de Waalse Regering van 19 december 2002 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2002 betreffende de tegemoetkomingen ter bevordering van de indienstneming van niet-werkende werkzoekenden door de plaatselijke, gewestelijke en gemeenschapsoverheden, door bepaalde werkgevers in de niet-commerciële sector, het onderwijs en de commerciële sector, gewijzigd bij de besluiten van 7 juli 2006 en 30 april 2009, wordt vervangen als volgt :

" Art. 21. Wat betreft de werkgever bedoeld in artikel 3 van het decreet, wordt de handhaving van het globale tewerkstellingsvolume berekend in verhouding tot het referentiebestand, met name het geheel van de werknemers aangegeven door de werkgever via de multifunctionele aangifte bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid in de volgende RSZ-categoriëen, zoals bedoeld in bijlage 2 bij de woordenlijst van de RSZ :

  1. tijdelijke arbeiders in de tuinbouw en de landbouw en gelegenheidsarbeiders in de Horeca : code 010;

  2. arbeiders van bijzondere categorie die op basis van forfaitaire bezoldigingen moeten worden aangegeven, met uitzondering van de leerlingen : code 011;

  3. gehandicapte arbeiders, met uitzondering van de leerlingen : code 012;

  4. arbeiders van gewone categorie, met uitzondering van de leerlingen : code 014;

  5. arbeiders en gelijkgestelden, met uitzondering van de leerlingen : code 015;

  6. gelegenheidsbedienden in de Horeca : code 490;

  7. gehandicapte arbeiders, met uitzondering van de leerlingen : code 492;

  8. gewone bedienden, met uitzondering van de leerlingen : code 495;

  9. gelegenheidsbedienden : code 496.

    Bij de berekening van het referentiebestand wordt evenwel geen rekening gehouden met :

  10. de werknemers in dienst genomen in het kader van het doorstromingsprogramma;

  11. de werknemers in dienst genomen in het kader van de startbaanovereenkomst bedoeld in hoofdstuk VIII van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid;

  12. de werknemers in dienst genomen in het kader van de artikelen 60, § 7, en 61 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;

  13. de werknemers die de activering van de werkloosheidsuitkeringen of van het leefloon genieten;

  14. de werknemers die in aanmerking komen voor de Sociale Maribel.

    De categoriëen van de werknemers bedoeld in het eerste lid kunnen uitgebreid of beperkt worden door de Minister.

    Zolang het referentiebestand niet vastgelegd is op basis van de gegevens verkregen uit authentieke bronnen, wordt het bestand volgens de door de Minister bepaalde modaliteiten berekend d.m.v. een attest van een erkend sociaal secretariaat betreffende het jaarlijks gemiddeld aantal werknemers bedoeld in het eerste lid, uitgedrukt in voltijds equivalent, tewerkgesteld door de werkgever in de loop van de vier kwartalen voorafgaand aan de datum van ontvangst van de aanvraag door de administratie of, bij gebreke daarvan, d.m.v. een gelijkwaardig attest van de RSZ.

    De Minister kan de werkgever vrijstellen van het verstrekken van de gegevens bedoeld in het vierde lid indien ze via authentieke bronnen verkregen kunnen worden.

    In geval van nieuwe aanvraag of van wijziging van de beslissing wordt het referentiebestand door de administratie geverifieerd en desnoods aangepast volgens de modaliteiten bedoeld in de vorige leden.

    De handhaving van het globale tewerkstellingsvolume wordt jaarlijks door de administratie berekend op de verjaardag van de kennisgeving van de beslissing door het referentiebestand te vergelijken met het jaarlijks gemiddeld aantal werknemers, uitgedrukt in voltijds equivalent, tewerkgesteld gedurende de vier kwartalen voorafgaand aan de verjaardag van de kennisgeving van de beslissing.

    In geval van vermindering t.o.v. het referentiebestand wordt het aantal toegekende punten verminderd met een percentage gelijk aan het percentage van de vermindering van het globale tewerkstellingsvolume, afgerond naar het hogere getal.

    Overeenkomstig artikel 3, § 3, tweede lid, van het decreet, kan de werkgever evenwel bij een aan de Minister gericht aangetekend schrijven verzoeken om een afwijking bedoeld in artikel 3, § 3, 3°, van het decreet. "

    Art. 2. Hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 21bis, luidend als volgt :

    " Art. 21bis. § 1. De werkgever bedoeld in artikel 3 van het decreet die krachtens artikel 22, § 5, van het decreet het geheel of een gedeelte van de hem toegekende punten wenst af te staan, bezorgt de werkgever ten gunste van wie de overdracht wordt overwogen een afschrift van de uitdrukkelijke beslissing van zijn beslissingsorgaan waarin de volgende gegevens vermeld moeten worden :

  15. de benaming van de overdragende werkgever, zijn maatschappelijke zetel en de datum van bekendmaking van de statuten in het Belgisch Staatsblad;

  16. de benaming van de werkgever aan wie de punten worden afgestaan, zijn maatschappelijke zetel en de datum van bekendmaking van de statuten in het Belgisch Staatsblad;

  17. de redenen waarom de overdracht wordt overwogen;

  18. het exact aantal overgedragen punten;

  19. als het gaat om een overdracht voor een bepaalde duur, de periode waarvoor de punten worden afgestaan;

  20. in geval van overdracht van werknemers die door de overdragende werkgever tewerkgesteld worden, de identiteitsfiche van elk van hen met, op zijn minst, de naam, de voornaam, de uitgeoefende functie en de anciënniteit.

    De overdragende werkgever brengt de administratie daarvan op de hoogte door haar het afschrift van de uitdrukkelijke beslissing bedoeld in het eerste lid over te maken in een schrijven...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT