Wet inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie., de 5 août 2006

HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepalingen.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

HOOFDSTUK II. - Algemene beginselen.

Art. 2. § 1. Deze wet regelt, in de betrekkingen tussen België en de andere lidstaten van de Europese Unie, de wijze waarop beslissingen genomen in het kader van een strafrechtspleging door een rechterlijke autoriteit die bevoegd is volgens het recht van de beslissingsstaat dienen uitgevoerd te worden, en de wijze waarop zulke beslissingen door de Belgische rechterlijke autoriteiten dienen overgemaakt te worden.

§ 2. In de zin van deze wet, onder de beslissingsstaat moet worden verstaan lidstaat van de Europese Unie in welke een rechterlijke beslissing is genomen. Onder de tenuitvoerleggingstaat moet worden verstaan lidstaat van de Europese Unie waaraan een rechterlijke beslissing voor tenuitvoerlegging is toegezonden.

§ 3. Voorlopig en tot aan de omzetting van andere kaderbesluiten van de Raad van de Europese Unie ter toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning, moet, voor de toepassing van deze wet, onder deze termen " rechterlijke beslissing " worden verstaan, " rechterlijke beslissing met als doel de inbeslagneming van een goed ".

Art. 3. § 1. Behoudens de uitzonderingen waarin deze wet voorziet, wordt de beslissing overgezonden, vergezeld van een certificaat opgesteld in de vorm voorgeschreven in de bijlage bij deze wet en ondertekend door de bevoegde autoriteit van de beslissingsstaat, die verklaart dat de inhoud juist is.

§ 2. Het certificaat geadresseerd door een Belgische autoriteit aan de bevoegde autoriteit van de tenuitvoerleggingstaat moet worden vertaald in de officiële taal of een van de officiële talen van deze Staat of in de of een van de door deze Staat aanvaarde talen krachtens een verklaring neergelegd bij het secretariaat generaal van de raad van de Europese Unie.

Indien de bevoegde uitvoerende rechterlijke autoriteit niet is gekend, kunnen de nodige opsporingen worden verricht door enig middel, daaronder begrepen door toedoen van de contactpunten van het Europees justitieel netwerk teneinde deze informatie te verkrijgen van de tenuitvoerleggingsstaat.

§ 3. Het certificaat overgezonden aan de Belgische autoriteiten moet in het Nederlands, het Frans, het Duits of het Engels worden vertaald.

Ingeval de procureur des Konings die een rechterlijke beslissing ontvangt territoriaal niet bevoegd is om het vervolg ervan te verzekeren overeenkomstig de bepalingen van deze wet, zendt hij ambtshalve de rechterlijke beslissing aan de territoriaal bevoegde procureur des Konings en stelt hij de uitvaardigende autoriteit hiervan in kennis.

Indien de rechterlijke beslissing betrekking heeft op meerdere goederen die in verschillende arrondissementen zijn gelegen, dan is de procureur des Konings van het arrondissement waarin de meerderheid van de goederen zich bevinden bevoegd.

Art. 4. § 1. De tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing is verplicht onder voorbehoud van de toepasselijkheid van een van de weigeringsgronden uit deze wet.

§ 2. De rechterlijke beslissing waarvan de tenuitvoerlegging door een Belgische gerechtelijke autoriteit bevolen is wordt ten uitvoer gelegd overeenkomstig het Belgische recht.

Teneinde te waarborgen dat de verkregen bewijsstukken ontvankelijk zijn in de beslissingsstaat, wordt de inbeslagneming ten uitvoer gelegd overeenkomstig de door de beslissingsstaat uitdrukkelijk aangegeven procedureregels, op voorwaarde dat deze regels de fundamentele rechten niet beperken en enig ander grondbeginsel van het Belgische recht niet in het gedrang brengen.

Art. 5. § 1. Een kopie van de rechterlijke beslissingen in het kader van deze wet overgezonden of ontvangen door een Belgische rechterlijke autoriteit wordt overgezonden aan de federale Overheidsdienst Justitie.

§ 2. De bevoegde rechterlijke autoriteiten geven onverwijld kennis aan de federale overheidsdienst Justitie van enige moeilijkheid met betrekking tot de toepassing van deze wet, hetzij naar aanleiding van de tenuitvoerlegging in België van een buitenlandse rechterlijke beslissing, hetzij naar aanleiding van de tenuitvoerlegging door een lidstaat van de Europese Unie van een rechterlijke beslissing van een Belgische rechterlijke autoriteit.

HOOFDSTUK III. - Algemene weigeringsgronden voor de tenuitvoerlegging.

Art. 6. § 1. De tenuitvoerlegging van de rechterlijke beslissing wordt geweigerd indien de feiten die aan de beslissing ten grondslag liggen krachtens het Belgische recht geen strafbaar feit opleveren.

§ 2...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT