15 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden.

Art. 2. De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2010.

ALBERT

Van Koningswege :

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid,

Mevr. J. MILQUET

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid

Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2009

Nationaal akkoord 2009-2010 voor bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 28 mei 2009 onder het nummer 92232/CO/207)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité.

§ 2. Het toepassingsgebied van artikel 10, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar), van artikel 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (fonds voor vorming - risicogroepen) en van artikel 14, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bedienden.

§ 3. Het artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordiger.

HOOFDSTUK II. - Duur

Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van 2 jaar, van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, met uitzondering van artikelen 7, 8 en 10.

HOOFDSTUK III. - Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3. De sociale gesprekspartners van het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak onderschrijven ten volle en zonder enig voorbehoud alle bepalingen van het uitzonderlijk akkoord van 18 december 2008 voor de onderhandelingen en bevestigen hiermee ondermeer de onderhandelingsenveloppe die in het uitzonderlijk akkoord werd vastgelegd voor de af te sluiten onderhandelingen op ondernemingsvlak in de periode 2009-2010.

De naleving op bedrijfsvlak van het uitzonderlijk akkoord, in bijlage, maakt onlosmakelijk deel uit van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK IV. - Vastheid van betrekking

Art. 4. De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich ertoe de ondernemingen aan te bevelen om in geval een onderneming genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag om economische redenen, de maatregelen te onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen ten opzichte van de bedienden zouden kunnen milderen, zoals ondermeer brugpensioen, werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden.

HOOFDSTUK V. - Minimumbarema

Art. 5. § 1. Enkel wanneer het huidige leeftijdsgebonden barema zal omgevormd zijn tot een nieuw salarisevolutiesysteem in overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/78/EG, omgezet in Belgisch recht via de wet van 25 februari 2003, zoals gewijzigd door de wet van 20 juli 2006, kunnen de minimumbarema's terug aangepast worden.

Een eerste verhoging van 5,2 EUR bruto gebeurt op moment van inwerkingtreding van het nieuwe salarisevolutiesysteem en ten vroegste op 1 april 2009.

Het minimumbarema wordt vanaf 1 januari 2010 verhoogd met 12,13 EUR bruto onder de in alinea 1 omschreven opschortende voorwaarde

§ 2. Deze verhogingen zijn eveneens van toepassing op de bedienden die op moment van de toepassing van de eerste verhoging minder dan 17,33 EUR bruto boven de geldende minimumbarema's betaald worden.

§ 3. De in § 1 en § 2 van dit artikel vermelde inspanning voor de verhogingen van de minimumbarema's kan niet gebruikt worden als zijnde richtinggevend voor de bedrijfsonderhandelingen.

HOOFDSTUK VI. - Weddeverhoging

Art. 6. § 1. De ondernemingen die, aangaande de eventuele verhoging van de koopkracht voor de periode 2009-2010, niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst over loon- en arbeidsvoorwaarden, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 betreffende de paritaire comités en de collectieve arbeidsovereenkomsten, zullen op 1 januari 2010, eenmalig, een totaalbedrag aan ecocheques, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009, toekennen per gebaremiseerde bediende, dat wil zeggen waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, in dienst bij de werkgever op 1 januari 2010 ter waarde van 250 EUR.

Aan de deeltijdse bedienden worden ecocheques toegekend voor hetzelfde totaalbedrag en onder dezelfde voorwaarden als voor voltijdse bedienden.

De toekenning en/of de bepaling van het bedrag van deze ecocheques gebeurt evenwel na verrekening en/of in voorafname van eventuele verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare voordelen die, met uitzondering van deze ten gevolge van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 maart 2006 (koninklijk besluit van 9 oktober 2006; Belgisch Staatsblad van 13 november 2006), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de scheikundige nijverheid, betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, zouden toegekend worden aan de bedienden tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door huidige overeenkomst.

§ 2. Dit artikel is niet van toepassing op de bedienden die genieten van de loonsverhogingen voorzien in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

HOOFDSTUK VII. - Pensioenplan

Art. 7. § 1. Voor de ondernemingen die op 1 oktober 2010 geen of een pensioenplan met een lagere jaarlijkse werkgeverkost dan het sectoraal pensioenplan hebben, wordt er een sectoraal pensioenplan uitgewerkt dat in werking zal treden vanaf 1 januari 2011, met een minimale instapkost van 250 EUR per bediende.

§ 2. Voor de ondernemingen die vallen onder het toepassingsgebied van artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, die de éénmalige ecocheques hebben toegekend, als bepaald in alinea 1 van artikel 6, en vallen onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan zal de kost gelijk aan het totaalbedrag aan ecocheques (250 EUR per bediende in 2010) aangewend worden in het sectoraal pensioenplan vanaf 2011.

Voor de andere ondernemingen die voor de periode 2009-2010 een recurrent voordeel hebben toegekend en die onder het toepassingsgebied van het sectoraal pensioenplan vallen, vormt het sectoraal pensioenplan een nieuw voordeel waarvan de kost op te nemen is in de collectieve arbeidsovereenkomst 2011-2012.

De verklarende tabel opgenomen in bijlage maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

§ 3. De sociale partners van de scheikundige nijverheid gaan onmiddellijk over tot de oprichting van een installatiewerkgroep sectoraal pensioenplan ten einde tegen ten laatste eind...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT