22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comitÈs, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair ComitÈ voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003, gesloten in het Paritair ComitÈ voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de lonen.

Art. 2. Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.

ALBERT

Van Koningswege :

De Minister van Werk,

P. VANVELTHOVEN

_______

Nota

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage

Paritair ComitÈ voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren

Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003

Lonen

(Overeenkomst geregistreerd op 14 oktober 2003 onder het nummer 68034/CO/202)

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair ComitÈ voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren (PC 202), met uitsluiting van het Paritair SubcomitÈ voor de middelgrote levensmiddelenbedrijven (PSC 202.01).

HOOFDSTUK II. - Loonschalen en werkelijk betaalde lonen

Afdeling 1. - Verkooppersoneel van groep I

Art. 2. De vooruitgang van de loonschalen van het verkooppersoneel van groep I is jaarlijks. Ze is gespreid over een periode van 22 jaar, in functie van de anciÎnniteit in de onderneming.

Art. 3. De totale vooruitgang van de minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I, in absolute waarde en ten overstaan van index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 = 100), is vastgesteld als volgt :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Vanaf 1 januari 2004 zullen de minimumloonschalen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.

Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.

Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.

Art. 4. De minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld in functie van volgende aanvangsleeftijden :

- 21 jaar voor de bedienden geklasseerd in eerste categorie;

- 22 jaar voor de bedienden geklasseerd in tweede categorie;

- 23 jaar voor de bedienden geklasseerd in derde categorie;

- 25 jaar voor de bedienden geklasseerd in vierde categorie.

Art. 5. De minimum maandloonschalen van het minderjarig verkooppersoneel van groep I worden vastgesteld voor alle categorieÎn volgens de volgende percentages van de minimum maandloonschalen op de leeftijd van 21 jaar :

- 97,50 pct. op 20 jaar;

- 92,50 pct. op 19 jaar;

- 87,50 pct. op 18 jaar;

- 82,50 pct. op 17 jaar;

- 75,00 pct. op 16 jaar.

Het percentage van 90 pct. is evenwel van toepassing op de leeftijd van achttien jaar bij minderjarige personeelsleden onderworpen aan de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 inzake de sociale zekerheid voor werknemers (leerlingen).

Art. 6. De vooruitgang van de loonschalen in functie van de anciÎnniteit begint te evolueren vanaf het ogenblik waarop de bedienden de aanvangsleeftijd hebben bereikt vastgesteld in artikel 4.

De verhogingen ingevolge de vooruitgang in functie van de anciÎnniteit worden elk jaar betaald.

Art. 7. De minimum maandloonschalen van het verkooppersoneel van de groep I zijn deze vastgesteld in de tabel opgenomen in bijlage 1.

Art. 8. ß 1. Vanaf 1 januari 2004 zullen de werkelijk betaalde lonen van het verkooppersoneel van groep I verhoogd worden met 24 EUR bruto per maand. Aan de deeltijdse werknemers zal deze verhoging naar verhouding tot hun prestaties toegekend worden.

Deze verhoging wordt gesteld ten overstaan van de spilindex die van kracht is op het moment waarop de verhoging ingaat.

Deze loonsverhoging is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.

Deze verhoging van de werkelijke lonen met 24 EUR bruto per maand kan in de bedrijven bij collectieve arbeidsovereenkomst omgezet worden in een evenwaardig financieel voordeel, waarvan de kost in geen geval hoger mag zijn dan deze van de bedoelde loonsverhoging. Deze omzetting is slechts mogelijk mits naleving van het sectorbarema, opgenomen in bijlage aan deze overeenkomst.

ß 2. De eerste paragraaf is niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die daartoe op ondernemingsvlak een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.

Art. 9. De minimumlonen van het verkooppersoneel van groep I in de ondernemingen Aldi, Colruyt, Delhaize de Leeuw, Match en Mestdagh worden vastgesteld op 1 juli 2003, tegen index 111,07, spil van de stabilisatieschijf 109,97-112,18 (basis 1996 =...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT