27 JUNI 2013. - Besluit van de Regering betreffende de basisopleiding in het kader van de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de K.M.O.'s

DE REGERING VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP,

Gelet op het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, artikel 7, § 7, 6°, en artikel 8, § 3, 4° en 7°;

Gelet op het besluit van de Executieve van 23 december 1987 betreffende de cursussen van basisopleiding in de permanente vorming van de middenstand;

Gelet op het advies van het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's, gegeven op 27 maart 2013;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor Begroting, d.d. 4 april 2013;

Gelet op advies 53.355/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juni 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Opleiding;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder :

  1. IAWM : het Instituut voor de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;

  2. ZAWM : een centrum voor opleiding en voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's;

  3. decreet van 16 december 1991 : het decreet van 16 december 1991 betreffende de opleiding en de voortgezette opleiding in de middenstand en de kmo's.

    Art. 2. Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 16 december 1991 biedt de basisopleiding de mogelijkheid om de nodige competenties te verwerven voor de uitoefening van een zelfstandig beroep dat de Regering overeenkomstig artikel 2 van hetzelfde decreet heeft vastgelegd.

    Ze bestaat uit twee stadia :

  4. de leertijd;

  5. de opleiding tot ondernemingshoofd.

    Art. 3. Overeenkomstig de artikelen 7, § 1, en 8, § 1, van het decreet van 16 december 1991 worden de cursussen van de basisopleiding in het stadium van de leertijd en in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd georganiseerd.

    Ze omvatten :

  6. in het stadium van de leertijd : algemene cursussen en beroepscursussen;

  7. in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd : cursussen bedrijfsbeheer en cursussen beroepskennis.

    Art. 4. Overeenkomstig de artikelen 7, § 1, en 8, § 1, van het decreet van 16 december 1991 vormen de cursussen van de basisopleiding een aanvulling op de praktische opleiding in een opleidingsonderneming.

    Art. 5. Overeenkomstig artikel 16, 1°, van het decreet van 16 december 1991 worden de cursussen van de basisopleiding georganiseerd onder pedagogisch, administratief en financieel toezicht van het IAWM.

    Art. 6. Overeenkomstig artikel 9 van het decreet van 16 december 1991 worden de cursussen van de basisopleiding in de regel georganiseerd door een ZAWM dat erkend is op grond van artikel 27 van hetzelfde decreet.

    Art. 7. In de basisopleiding kunnen de algemene cursussen en de beroepscursussen of de cursussen over bedrijfsbeheer en de cursussen over beroepskennis afzonderlijk gevolgd worden.

    HOOFDSTUK 2. - Opleidingsprogramma's

    Art. 8. De cursussen van de basisopleiding stemmen overeen met de opleidingsprogramma's die de Regering op voorstel van het IAWM heeft vastgelegd.

    Art. 9. De opleidingsprogramma's bepalen het aantal lestijden per cursus van de basisopleiding, alsook de opsplitsing van die lestijden per vak en per opleidingsjaar.

    Art. 10. Onverminderd artikel 9 bevatten de opleidingsprogramma's in het stadium van de leertijd alle algemene, persoonlijke en vakkundige competenties die noodzakelijk zijn om een beroep uit te oefenen of om zich voor te bereiden op de opleiding tot ondernemingshoofd.

    Men onderscheidt :

  8. het opleidingsprogramma voor algemene vorming : dit programma omvat alle essentiële beroepsoverschrijdende kennis en vaardigheden die in de algemene cursussen worden aangeleerd;

  9. het opleidingsprogramma voor een beroep : dit programma omvat alle essentiële beroepsspecifieke kennis en vaardigheden die in de beroepscursussen en in de bedrijfspraktijk worden aangeleerd.

    Art. 11. Onverminderd artikel 9 omvatten de opleidingsprogramma's in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd alle economische, pedagogische, persoonlijke en vakkundige competenties die noodzakelijk zijn om een onderneming te leiden.

    Men onderscheidt :

  10. het opleidingsprogramma voor bedrijfsbeheer : dit programma omvat alle essentiële beroepsoverschrijdende kennis en vaardigheden die in de cursussen bedrijfsbeheer worden aangeleerd;

  11. het opleidingsprogramma voor een beroep : dit programma omvat alle essentiële beroepsspecifieke kennis en vaardigheden die in de cursussen beroepskennis en in de bedrijfspraktijk worden aangeleerd.

    Art. 12. Opleidingsprogramma's voor algemene vorming of voor bedrijfsbeheer en opleidingsprogramma's voor een beroep kunnen zowel in het stadium van de leertijd als in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd samengebracht worden in één enkel opleidingsprogramma, geïntegreerd opleidingsprogramma genoemd.

    Cursussen die gebaseerd zijn op een geïntegreerd opleidingsprogramma worden geïntegreerde cursussen genoemd.

    In dit besluit worden geïntegreerde cursussen op dezelfde manier behandeld als beroepscursussen in het stadium van de leertijd of cursussen beroepskennis in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd.

    HOOFDSTUK 3. - Bijzondere cursusvormen

    Art. 13. De algemene cursussen in het stadium van de leertijd kunnen in gedifferentieerde vorm georganiseerd worden, afgestemd op het prestatieniveau van de leerling :

  12. voor sterke leerlingen : cursussen toegepast bedrijfsbeheer. De cursussen toegepast bedrijfsbeheer zijn gebaseerd op een specifiek opleidingsprogramma dat in het bijzonder competenties op het gebied van bedrijfseconomie en op het gebied van een tweede taal omvat;

  13. voor leerlingen met leermoeilijkheden : modulaire algemene cursussen. De modulaire algemene cursussen zijn gebaseerd op het opleidingsprogramma voor algemene vorming, vermeld in artikel 10, tweede lid, 1°.

    Art. 14. Overeenkomstig artikel 3, § 1, tweede lid, van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen kunnen beroepscursussen en praktische opleidingen in een onderneming in het stadium van de leertijd aangevuld worden met bedrijfsoverkoepelende praktische opleidingen.

    Het IAWM bepaalt de aard, inhoud, plaats, omvang en vergoeding voor een bedrijfsoverkoepelende praktische opleiding.

    Art. 15. Het cursusaanbod in het stadium van de opleiding tot ondernemingshoofd wordt aangevuld met een versnelde cursus bedrijfsbeheer.

    De versnelde cursus bedrijfsbeheer is gebaseerd op een specifiek opleidingsprogramma dat de wettelijke minimumcompetenties inzake bedrijfsbeheer omvat die noodzakelijk zijn om een zelfstandige onderneming op te richten.

    Art. 16. De cursussen van de basisopleiding kunnen grensoverschrijdend of internationaal georganiseerd worden in het kader van overeenkomsten die het IAWM en erkende opleidingsinstellingen daartoe hebben gesloten en die de Regering heeft goedgekeurd.

    Grensoverschrijdend of internationaal georganiseerde cursussen zijn gebaseerd op de opleidingsprogramma's vermeld in de artikelen 8 tot 15.

    Het IAWM bepaalt of en ook hoe de cursussen qua aard, inhoud en omvang aangevuld mogen worden om zo mogelijk te bereiken dat twee of meer kwalificaties uit verschillende landen van herkomst kunnen worden uitgereikt.

    HOOFDSTUK 4. - Cursisten

    Afdeling 1. - Stadium van de leertijd

    Art. 17. Tot de cursussen in het stadium van de leertijd worden de leerlingen toegelaten die krachtens een leerovereenkomst of een gecontroleerde leerverbintenis opgeleid worden in een door het IAWM erkende opleidingsonderneming.

    Art. 18. Tot de cursussen in het stadium van de leertijd worden vrije cursisten toegelaten die geen leerling zijn, maar aan de volgende voorwaarden voldoen :

  14. niet meer leerplichtig zijn;

  15. voldoen aan de toelatingsvoorwaarden gesteld in artikel 5 van het besluit van de Regering van 4 juni 2009 betreffende de vaststelling van de opleidingsvoorwaarden voor middenstandsleerlingen en opleidingsondernemingen;

  16. in een onderneming de competenties verwerven voor de uitoefening van een opleidingsberoep dat vermeld staat op de lijst van de beroepen waarvoor een...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT