Ordonnantie tot vaststelling van de wijzen van lijkbezorging, de asbestemming en de rituelen van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid die kunnen opgenomen worden in de laatste wilsbeschikking., de 29 novembre 2007

Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2. § 1. Elke persoon, hierna declarant genoemd, kan tijdens zijn leven vrijwillig een schriftelijke kennisgeving van zijn laatste wilsbeschikking overmaken aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn gemeente. Die laatste wilsbeschikking kan handelen over de wijze van lijkbezorging, de asbestemming, evenals over het ritueel van de levensbeschouwing voor de uitvaartplechtigheid.

§ 2. De manieren van lijkbezorging zijn : begraven, verstrooien of bewaren van de as na crematie, of op de wijze en volgens de nadere regels bepaald door de Brusselse regering.

§ 3. Indien de declarant verhuist naar een andere gemeente stuurt de burgerlijke stand van de gemeente die beschikt over de laatste wilsbeschikking van de declarant deze laatste wilsbeschikking op naar de gemeente van de nieuwe woonplaats van de declarant.

§ 4. Deze laatste wilsbeschikking wordt gelijkgesteld met het verlof tot crematie zoals bedoeld in artikel 20 van de wet van 20 juli 1971 op de begraafplaats en de lijkbezorging.

Art. 3. § 1. De verklaring betreffende de laatste wilsbeschikking wordt ingediend door middel van een gedateerd en ondertekend document, dat tegen ontvangstbewijs moet worden overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar de declarant is ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister.

§ 2. De declarant geeft in het document vermeld in § 1, zijn naam, voornamen, geboorteplaats en -datum, en adres aan.

§ 3. De declarant moet duidelijk en ondubbelzinnig één van de volgende mogelijkheden opnemen in dat document :

- ofwel één van de opties vermeld in § 4, 1° tot en met 8°;

- ofwel één van de opties vermeld in § 4, 1° tot en met 8° in combinatie met één van de opties vermeld in § 4, 9° tot en met 16°;

- ofwel één van de opties vermeld in § 4, 9° tot en met 16°.

§ 4. De in § 3, bedoelde opties zijn de volgende :

  1. begraving van het stoffelijk overschot;

  2. crematie, gevolgd door begraving van de as binnen de omheining van de begraafplaats;

  3. crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as op het daartoe bestemd perceel van de begraafplaats;

  4. crematie, gevolgd door bijzetting van de as in het columbarium van de begraafplaats;

  5. crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as in de Belgische territoriale zee;

  6. crematie, gevolgd door uitstrooiing van de as op een andere plaats dan de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT