14 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 59bis, 59ter, 59quinquies en 70 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961 en op artikel 7, § 2, gewijzigd bij de wetten van 10 oktober 1967 en 8 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 59bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004, 59ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004, 59quinquies, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004 en 70, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 november 1995, 11 april 1999 en 4 juli 2004;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 2 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 24 december 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 februari 2005;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat er onverwijld een aanpassing moet komen van de sanctie toegepast op de werkloze die niet komt opdagen voor een gesprek, bedoeld in de artikelen 59quater en 59quinquies van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juli 2004 houdende de wijziging van de werkloosheidsreglementering ten aanzien van volledig werklozen die actief moeten zoeken naar werk; dat deze aanpassing inzonderheid betrekking heeft op de situatie waarin de werkloze, alhoewel hij niet kwam opdagen op de voorziene datum, zich toch spontaan komt aanmelden binnen een redelijke termijn na die voorziene datum; dat deze aanpassing noodzakelijk is om te voorkomen dat werklozen die de draagwijdte van de uitnodiging niet verstonden, zonder dat het hun bedoeling was elke medewerking te weigeren, in situaties terecht zouden komen van onterecht verlies van hun uitkering, met dreigende armoede tot gevolg;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 59bis, § 4, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT