25 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 45 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 45, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 31 december 1992, 29 januari 1993, 26 maart 1996 en 10 juli 1998;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het nodig is de werkloosheidsreglementering zonder verwijl aan te passen aan de nieuwe fiscale bepalingen betreffende het vrijwilligerswerk en hiervan de betrokken verenigingen en werklozen onmiddellijk op de hoogte te brengen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. Artikel 45, derde lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 december 1992, wordt vervangen door de volgende bepaling :

De Minister bepaalt na advies van het beheerscomité :

1° de voorwaarden en de modaliteiten die dienen vervuld te worden, zowel door de werkloze als door de derde, opdat een vrijwillige en gratis activiteit voor een derde zou kunnen uitgeoefend worden met behoud van het recht op uitkeringen;

2° de gevallen waarin een vergoeding of een materieel voordeel dat aan een werkloze wordt toegekend in het kader van activiteiten die de werkloze verricht ten bate van een privé-persoon of van een openbare dienst, of in het kader van vrijwilligerswerk of van sportieve activiteiten als amateuristische sportbeoefenaar, voor de toepassing van het eerste lid, 2° en van artikel 46 buiten beschouwing worden gelaten.

.

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT