18 JUNI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris

De Vlaamse Regering,

Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, artikel 64, derde lid;

Gelet op het provinciedecreet van 9 december 2005, artikel 66, § 1, tweede lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 2 april 2010;

Gelet op het advies nr. 48.137/3 van de Raad van State, gegeven op 11 mei 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand;

Na beraadslaging,

Besluit :

Artikel 1. Artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 tot vaststelling van het statuut van de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris wordt vervangen door wat volgt :

Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1°de minister van Binnenlandse Aangelegenheden : het lid van de Vlaamse Regering dat bevoegd is voor de Binnenlandse Aangelegenheden;

2° gouverneur : de provinciegouverneur van de provincie waar de arrondissementscommissaris of adjunct-arrondissementscommissaris benoemd is.

Art. 2. Aan artikel 9 van hetzelfde besluit, waarvan de bestaande tekst paragraaf zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt :

§ 2. Er kan een nieuwe arrondissementscommissaris worden benoemd voor de uittredende arrondissementscommissaris zijn ambt beëindigt. De nieuwe arrondissementscommissaris kan op zijn vroegst drie maanden voor de beëindiging van het ambt van de uittredende arrondissementscommissaris in dienst treden.

De nieuwe arrondissementscommissaris staat de uittredende arrondis-sementscommissaris bij in de vervulling van zijn taken en de uitoefening van zijn opdrachten. Bij de beëindiging van het ambt van de uittredende arrondissements-commissaris neemt de nieuwe arrondissementscommissaris het ambt van arrondissementscommissaris op.

Art. 3. In artikel 10, 5°, van hetzelfde besluit worden de woorden « het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap » vervangen door de woorden « de diensten van de Vlaamse overheid ».

Art. 4. In artikel 13, 1°, van hetzelfde besluit wordt punt c) vervangen door wat volgt :

c) bepaalt de wijze waarop de geschiktheid van de kandidaten wordt beoordeeld;

.

Art. 5. Aan artikel 15 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

Aan de leden van de selectiecommissie kan door de minister van Binnenlandse Aangelegenheden een presentiegeld en een vergoeding voor reiskosten worden toegekend.

Art. 6. In artikel 42, § 2, van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt :

De doorhaling van de tuchtstraffen gebeurt van rechtswege na een termijn waarvan de duur is vastgesteld op :

1° één jaar voor de blaam;

2° drie jaar voor de tuchtschorsing.

Art. 7. In artikel 49 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. aan § 1 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

    Boven op de 35 werkdagen vakantie heeft de arrondissementscommissaris van 55 jaar of ouder recht op het volgende aantal werkdagen vakantie :

    1° vanaf 55 jaar : één werkdag;

    2° vanaf 57 jaar : twee werkdagen;

    3° vanaf 59 jaar : drie werkdagen;

    4° vanaf 60 jaar : vier werkdagen;

    5° vanaf 61 jaar : vijf werkdagen.

    ;

  2. aan § 3, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt :

    In afwijking van het eerste lid kan de arrondissementscommissaris 11 vakantiedagen overdragen naar het volgende jaar.

    Art. 8. Aan artikel 51 van hetzelfde besluit wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt :

    § 3. De arrondissementscommissaris die voor Kerstmis zijn ambt neerlegt ingevolge pensionering, krijgt vervangende vakantiedagen, gelijk aan het aantal feestdagen dat samenvalt met een zaterdag of zondag tijdens het gedeelte van het jaar dat voorafgaat aan zijn opruststelling.

    Art. 9. Aan artikel 52 van hetzelfde besluit worden de volgende woorden toegevoegd : « en de eventueel daarop aansluitende herstelperiode ».

    Art. 10. In deel V van hetzelfde besluit wordt het opschrift van titel 3 vervangen door wat volgt :

    TITEL 3. - Moederschapsrust, vaderschapsverlof en opvangverlof

    Art. 11. In deel V, titel 3, van hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen door wat volgt :

    HOOFDSTUK 1. - Moederschapsrust en vaderschapsverlof

    Art. 12. In artikel 53 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  3. in het eerste lid worden de woorden « het bevallingsverlof » vervangen door de woorden « de moederschapsrust »;

  4. het tweede tot en met het zesde lid worden opgeheven.

    Art. 13. Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt :

    Art. 54. De periode waarin de moederschapsrust bezoldigd wordt, mag niet meer dan vijftien weken bedragen bij één kind, en niet meer dan negentien weken bij een meerling, tenzij :

    1° de bevalling plaatsvindt na de vermoedelijke bevallingsdatum;

    2° de verlenging van de moederschapsrust met één week, ingevolge zes of acht weken ononderbroken arbeidsongeschiktheid voor de werkelijke bevallingsdatum, tot gevolg heeft dat de periode van 15 of 19 weken wordt overschreden.

    Bij verlenging van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT