Arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 103/2022 van 15 september 2022, de 15 septembre 2022

Art. 62. De artikelen 18, 31, 33 en 47 van deze wet zijn niet van toepassing op de gevallen zoals omschreven in het tweede lid van artikel 61 van deze wet, indien ze worden ingediend voor 31 december 2020 ".

Ten gevolge van de coronacrisis werd bij artikel 1 van de richtlijn (EU) 2020/876 van de Raad van 24 juni 2020 " tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU om te voorzien in de dringende behoefte aan uitstel van bepaalde termijnen voor de verstrekking en uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied vanwege de COVID-19-pandemie " een artikel 27bis ingevoegd in de richtlijn 2011/16/EU dat voor lidstaten de mogelijkheid invoert om uitstel te verlenen wat betreft de meldingsplicht inzake grensoverschrijdende constructies.

Op 3 juni 2020 heeft de FOD Financiën het volgende advies bekendgemaakt :

" Uitstel van de rapportagetermijnen inzake meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (DAC6)

Een Europese richtlijn (zgn. DAC6) verplicht fiscale tussenpersonen tot melding van bepaalde grensoverschrijdende fiscale constructies aan de FOD Financiën. Deze rapportageverplichting zou in de loop van de volgende maanden van start gaan.

Gezien de huidige situatie, en gelet op een politiek akkoord tussen de EU-lidstaten omtrent een (optioneel) uitstel van deze verplichting, is besloten om via administratieve tolerantie een uitstel van 6 maanden toe te kennen. Concreet resulteert dit in de hierna volgende termijnen wat betreft de meldingen die aan de Belgische bevoegde autoriteit moeten gedaan worden :

- De meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies waarvan de eerste stap is geïmplementeerd tussen 25 juni 2018 en 30 juni 2020 moeten uiterlijk gemeld worden tegen 28 februari 2021.

- De 30-dagen periode begint pas te lopen vanaf 1 januari 2021 voor :

. Meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies die tussen 1 juli 2020 en 31 december 2020 ofwel beschikbaar gemaakt zijn voor implementatie, ofwel gereed zijn voor implementatie, ofwel waarvan de eerste stap is geïmplementeerd;

. Tussenpersonen die tussen 1 juli 2020 en 31 december 2020 rechtstreeks of via andere personen hulp, bijstand of advies verstrekken met betrekking tot het bedenken, aanbieden, opzetten, beschikbaar maken voor implementatie of beheren van de implementatie van een meldingsplichtige grensoverschrijdende constructie.

- Een eerste periodiek rapport over een ' marktklare ' constructie moet uiterlijk 30 april 2021 gerapporteerd worden.

Het uitstel van de rapportagetermijnen geldt voor de federale belastingen alsmede de regionale belastingen waarvan de FOD Financiën instaat voor de dienst van de belasting ".

B.4.1. Tegen de omzetting van de richtlijn (EU) 2018/822 door de verschillende wetgevers werden meerdere vorderingen tot schorsing en meerdere beroepen tot vernietiging, die hangende zijn, ingesteld.

B.4.2. Bij zijn arrest nr. 167/2020 van 17 december 2020 schorste het Hof gedeeltelijk bepalingen van het Vlaamse decreet van 21 juni 2013 " betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen " (hierna : het decreet van 21 juni 2013), die waren ingevoegd bij het Vlaamse decreet van 26 juni 2020 " tot wijziging van het decreet van 21 juni 2013 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, wat betreft de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies " (hierna : het decreet van 26 juni 2020). Bij datzelfde arrest stelde het Hof aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, eveneens een prejudiciële vraag die thans hangende is.

Bij zijn arrest nr. 168/2020 van 17 december 2020 verwierp het Hof, wegens laattijdigheid, een vordering tot schorsing van de wet van 20 december 2019.

Bij zijn arrest nr. 45/2021 van 11 maart 2021 schorste het Hof gedeeltelijk bepalingen van het decreet van het Waalse Gewest van 6 mei 1999 " betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen ", die waren ingevoegd bij het decreet van het Waalse Gewest van 1 oktober 2020 " houdende wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de Waalse gewestelijke belastingen, met het oog op de omzetting van Richtlijn 2018/822/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied met betrekking tot meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies " (hierna : het decreet van 1 oktober 2020). Bij zijn arrest nr. 94/2021 van 17 juni 2021 verwierp het Hof een andere vordering tot schorsing van dat laatste decreet, gelet op met name de gedeeltelijke schorsing waartoe reeds was bevolen bij het voormelde arrest nr. 45/2021.

Bij zijn arrest nr. 46/2021 van 11 maart 2021 schorste het Hof gedeeltelijk bepalingen van de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 26 juli 2013 " houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG ", die waren ingevoegd bij de ordonnantie van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest van 29 oktober 2020 " tot wijziging van de ordonnantie van 26 juli 2013 houdende omzetting van richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen en tot intrekking van richtlijn 77/799/EEG en tot wijziging van de Brusselse Codex Fiscale Procedure " (hierna : de ordonnantie van 29 oktober 2020). Bij zijn arresten nrs. 95/2021 en 96/2021 van 17 juni 2021 verwierp het Hof twee andere vorderingen tot schorsing van die laatste ordonnantie, gelet op met name de gedeeltelijke schorsing waartoe reeds was bevolen bij het voormelde arrest nr. 46/2021.

B.4.3. De wet van 20 december 2019 maakt het voorwerp uit van de onderhavige beroepen tot vernietiging (samengevoegde zaken nrs. 7407, 7409, 7410 en 7412).

Er zijn op dit ogenblik beroepen tot vernietiging hangende tegen het decreet van 26 juni 2020 (samengevoegde zaken nrs. 7429 en 7433), het decreet van 1 oktober 2020 (samengevoegde zaken nrs. 7480, 7498 en 7537), de ordonnantie van 29 oktober 2020 (samengevoegde zaken nrs. 7481, 7510, 7511 en 7521) en het decreet van de Franse Gemeenschap van 12 november 2020 " tot wijziging van het decreet van 12 januari 2017 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen met het oog op de omzetting van de Europese Richtlijn 2018/822/EU betreffende de administratieve samenwerking " (samengevoegde zaken nrs. 7535, 7581 en 7585).

Ten aanzien van de ontvankelijkheid

Wat betreft de ontvankelijkheid van het vierde middel in de zaak nr. 7407

B.5.1. Het vierde middel van de verzoekende partijen in de zaak nr. 7407 is gericht tegen de artikelen 326/1, 2° en 3°, en 326/2 van het WIB 1992, de artikelen 289bis/1, 2° en 3°, en 289bis/2 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, de artikelen 146sexies, 2° en 3°, en 146septies van het Wetboek der successierechten en de artikelen 211bis/1, 2° en 3°, en 211bis/2 van het Wetboek diverse rechten en taksen, zoals ingevoegd bij de artikelen 3, 4, 20, 21, 35, 36, 49 en 50 van de wet van 20 december 2019.

Het middel, zoals het is geformuleerd in het verzoekschrift, is afgeleid uit de schending van artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (hierna : het VEU), van de artikelen 26, lid 2, 49, 56, 63, 65, lid 3, en 115 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna : het VWEU), van de artikelen 7, 8, lid 1, en 51 tot 53 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna : het Handvest) en van artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

In hun memorie van antwoord voegen de verzoekende partijen in de zaak nr. 7407 eraan toe dat het middel eveneens is afgeleid uit de schending van de artikelen 2, 4, lid 3, en 6 van het VEU, van artikel 16, lid 1, van het VWEU, van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mensen en van de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet.

B.5.2. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof is het Hof bevoegd om uitspraak te doen op de beroepen tot vernietiging van een wet, een decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten en wegens schending van de artikelen van titel II (" De Belgen en hun rechten ") en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 van de Grondwet.

B.5.3. Noch artikel 142 van de Grondwet, noch de bijzondere wet van 6 januari 1989 verlenen het Hof de bevoegdheid om wettelijke bepalingen rechtstreeks te toetsen aan bepalingen van internationaal recht of van het recht van de Europese Unie. Het Hof is derhalve niet bevoegd om de bestreden bepalingen rechtstreeks te toetsen aan de in het middel vermelde verdragsartikelen.

B.5.4. Het staat niet aan de verzoekende partijen om in hun memorie van antwoord de middelen van het beroep te wijzigen zoals zij die zelf hebben geformuleerd in het verzoekschrift.

Bijgevolg laat het feit dat de verzoekende partijen in de zaak nr. 7407, in hun memorie van antwoord, toevoegen dat het middel eveneens is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet, niet toe te besluiten tot de ontvankelijkheid van het middel.

B.5.5. Het vierde middel in de zaak nr. 7407 is niet ontvankelijk. Het Hof dient bijgevolg aan het Hof van Justitie van de Europese Unie niet de prejudiciële vragen te stellen die de verzoekende partijen in het kader van dat middel suggereren.

Wat betreft de ontvankelijkheid van het achtste middel, zevende grief, in de zaak nr. 7407

B.6.1. In de zevende grief van hun achtste middel voeren de verzoekende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT