Arrêt Nº 148/2016. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2016-11-24

Date24 novembre 2016
Docket NumberF-20161124-1
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
hebben gesteld, kan volstaan om de bekwaamheid te bewijzen die van de betrokken beroepsbeoefenaars wordt vereist
opdat ze hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Wat betreft de datum van 2 december 2013, waarop die drie jaar
ervaring moeten zijn verworven, is die keuze verantwoord door het feit dat het gaat om de datum van
inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de beoefenaars
van de paramedische beroepen.
Zoals de Ministerraad in zijn memorie doet opmerken, konden de betrokken beroepsbeoefenaars vanaf die datum
niet onwetend zijn over het feit dat er voor de uitoefening van hun beroep kwalicatie- en erkenningsvoorwaarden
waren gesteld.
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet, waren er echter overgangsmaatregelen bepaald in
artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de
gezondheidszorgberoepen, in het bijzonder wat betreft de verworven rechten die een afwijking vormden van de
vereiste van een erkenning. Omdat de wetgever vaststelde dat die maatregelen aan doeltreffendheidinboetten, heeft hij
willen voorkomen dat de beroepsbeoefenaars die in de betrokken sectoren voldoende ervaring hebben verworven,
hun werk verliezen.
Het criterium van drie jaar ervaring verworven op datum van 2 december 2013 is niet relevant ten opzichte van
die doelstelling. De beroepsbeoefenaars die die drie jaar ervaring hebben verworven tussen die datum en
27 augustus 2015, datum van inwerkingtreding van de bestreden bepaling, bevinden zich immers in eenzelfde situatie
als die van de beroepsbeoefenaars die het voordeel van de daarin vastgelegde overgangsmaatregel genieten. Gelet op
het feit dat zij niet over de vereiste kwalicaties beschikken, noch over een erkenning om hun beroep uit te oefenen en
dat zij van het voordeel van de overgangsbepaling zijn uitgesloten, lopen zij het gevaar hun werk te verliezen terwijl
zij een nuttige ervaring van drie jaar kunnen doen gelden net zoals dat het geval is voor diegenen wier ervaring is
verworven op datum van 2 december 2013. Die datum, die overeenstemt met die van de inwerkingtreding van het
koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de beoefenaars van de paramedische
beroepen, maakt het niet mogelijk te verantwoorden dat, terwijl de vroegere wetgeving de door beide categorieën
verworven rechten wenste te beschermen, alleen de tweede het voordeel ervan kan blijven genieten en niet de eerste.
B.10. In zoverre het de schending aanvoert van de artikelen 10 en 11van de Grondwet, is het enige middel gegrond.
Derhalve dienen de woorden «op 2 december 2013 »in artikel 153, §3, derde lid, van de gecoördineerde wet van
10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen te worden vernietigd.
B.11. Nu een toetsing aan de overige in het middel aangehaalde referentienormen niet zou kunnen leiden tot een
ruimere vernietiging, is er geen aanleiding om het middel in dat opzicht te onderzoeken.
Om die redenen,
het Hof
vernietigt de woorden «op 2 december 2013 »in artikel 153, §3, derde lid, van de gecoördineerde wet van
10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij artikel 77 van de wet van
17 juli 2015 houdende diverse bepalingen inzake gezondheid.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van
6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 24 november 2016.
De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux J. Spreutels
VERFASSUNGSGERICHTSHOF
[2016/205964]
Auszug aus dem Entscheid Nr. 148/2016 vom 24. November 2016
Geschäftsverzeichnisnummer 6266
In Sachen: Klage auf Nichtigerklärung der Wortfolge «zum 2. Dezember 2013»in Artikel 153 §3 Absatz 3 des
koordinierten Gesetzes vom 10. Mai 2015 über die Ausübung der Gesundheitspegeberufe, eingefügt durch Artikel 77
des Gesetzes vom 17. Juli 2015 zur Festlegung verschiedener Bestimmungen im Bereich Gesundheit, erhoben von
Renaud Dumortier.
Der Verfassungsgerichtshof,
zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern A. Alen, T. Merckx-
Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des
Präsidenten J. Spreutels,
erlässt nach Beratung folgenden Entscheid:
I. Gegenstand der Klage und Verfahren
Mit einer Klageschrift, die dem Gerichtshof mit am 7. Oktober 2015 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief
zugesandt wurde und am 8. Oktober 2015 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob Renaud Dumortier, unterstützt
und vertreten d urch RA V. Letellier, in Brüssel zugelass en, Klage auf N ichtigerkl ärung der Wortfolge
«zum 2. Dezember 2013»in Artikel 153 §3 Absatz 3 des koordinierten Gesetzes vom 10. Mai 2015 über die Ausübung
der Gesundheitspegeberufe, eingefügt durch Artikel 77 des Gesetzes vom 17. Juli 2015 zur Festlegung verschiedener
Bestimmungen im Bereich Gesundheit (veröffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 17. August 2015).
(...)
II. Rechtliche Würdigung
(...)
B.1. Die klagende Partei beantragt die Nichtigerklärung der Wortfolge «zum 2. Dezember 2013»inArtikel 153 §3
Absatz 3 des koordinierten Gesetzes vom 10. Mai 2015 über die Ausübung der Gesundheitspegeberufe (nachstehend:
Gesetz vom 10. Mai 2015), eingefügt durch Artikel 77 des Gesetzes vom 17. Juli 2015 zur Festlegung verschiedener
Bestimmungen im Bereich Gesundheit.
B.2.1. Seit seiner Abänderung durch den angefochtenen Artikel 77 bestimmt Artikel 153 §3 des Gesetzes vom
10. Mai 2015:
«In Abweichung von Artikel 72 §1 dürfen Personen, die die in Artikel 72 §2 Absatz 2 gestellten
Qualikationsbedingungen nicht erfüllen, am Tag der Veröffentlichung der Liste der Leistungen oder der Liste der
fachlichen Handlungen des auf sie zutreffenden Heilhilfsberufs solche Leistungen beziehungsweise Handlungen aber
mindestens drei Jahre lang erbracht beziehungsweise verrichtet haben, weiterhin dieselben Tätigkeiten unter denselben
Bedingungen ausüben wie die Fachkräfte der Heilhilfsberufe, die diese Leistungen erbringen beziehungsweise diese
Handlungen verrichten.
1767
MONITEUR BELGE 13.01.2017 BELGISCH STAATSBLAD

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI
5 temas prácticos
3 diposiciones normativas

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT