Arrêt Nº C.13.0379.F. Cour de cassation, 2014-09-18
| Date | 18 septembre 2014 |
| Docket Number | F-20140918-3 |
| Court | Hof van Cassatie |
18
SEPTEMBER
2014
C
.13.0379.
F
/
1
Hof van Cassatie van België
Arrest
Nr. C.13.0379.F
SOGINVEST, n.v. in vereffening,
Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie,
tegen
1. M. B.,
2. P. B.,
3. K. B.,
Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Het cassatieberoep is gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Brussel
van 18 februari 2013.
Afdelingsvoorzitter Albert Fettweis heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Thierry Werquin heeft geconcludeerd.
18
SEPTEMBER
2014
C
.13.0379.
F
/
2
II. CASSATIEMIDDELEN
De eiseres voert vier middelen aan.
Eerste middel
Geschonden wettelijke bepalingen
- De artikelen 1405, vijfde lid, en 1497 Gerechtelijk Wetboek.
Aangevochten beslissingen
Het bestreden arrest zegt dat de geldbedragen die [de verweerder sub 2] had gekanton-
neerd op onwettige wijze ten voordele van de eiseres werden bevrijd en veroordeelt de ei-
seres om die bedragen, zijnde 1.615.427,96 euro vermeerderd met moratoire interest te-
gen de wettelijke rentevoet sinds de inning ervan, terug te betalen aan de Deposito- en
Consignatiekas op een rekening ten name [van de verweerder sub 2], en dit om de vol-
gende redenen:
“5.2. Regelmatigheid van de bevrijding van de door [de verweerder sub 2] gekanton-
neerde geldbedragen
[De verweerders sub 1 en 2] betogen dat de bedragen die [de verweerder sub 2] bij de
Deposito- en Consignatiekas had gekantonneerd, na bewarend derdenbeslag, niet moch-
ten worden betaald aan de gerechtsdeurwaarder die de titel ten uitvoer legde waarover
de eiseres reeds beschikte (arrest van het hof van Luxemburg van 20 maart 2008) maar
die ten uitvoer wordt gelegd nadat het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brus-
sel van 25 januari 2011 afwijzend had beschikt op het derdenverzet van [de verweerders]
tegen de beschikking van dezelfde rechtbank van 1 oktober 2009 dat het arrest van 20
maart 2008 met uitvoerbare kracht in België bekleedt.
Het bewarend derdenbeslag werd gelegd op 10 maart 2010. Het kantonnement dateert
van 22 maart 2010.
Het vonnis van 25 januari 2011 werd op 22 maart 2011 betekend aan [de verweerster],
op 30 maart 2011[aan de verweerder sub 3] en op 12 april 2011 [aan de verweerder sub
2].
Het kantonnement op bewarend beslag strekt ertoe de bezittingen te bevrijden waarop het
beslag betrekking heeft door een werkelijke indeplaatsstelling uit te voeren.
De gevolgen van het beslag worden overdragen op de gekantonneerde geldbedragen. Het
kantonnement maakt geen einde aan het beslag.
Indien geldbedragen worden gekantonneerd ten gevolge van een bewarend derdenbeslag,
zal de beslagleggende schuldeiser die wenst dat de gekantonneerde bedragen in zijn
voordeel worden bevrijd, zich moeten schikken naar de regels betreffende de omzetting
van bewarend beslag in uitvoerend beslag.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI
1 temas prácticos
-
Jugement/arrêt, Cour d'Appel de Liège, 2021-03-10
...19 Cour d’appel de Liège, 3c Ch., 10-03- 2021 2019/RG/1214 - C. / H. /ETHIAS S.A. L’arrêt prononcé le 18/9/2014 par la Cour de cassation (n° C.13.0379.F sur www.juridat.be), que l’appelant cite en page 19 de ses conclusions, concerne un cantonnement réalisé sur saisie conservatoire. La Cour......
1 sentencias
-
Jugement/arrêt, Cour d'Appel de Liège, 2021-03-10
...19 Cour d’appel de Liège, 3c Ch., 10-03- 2021 2019/RG/1214 - C. / H. /ETHIAS S.A. L’arrêt prononcé le 18/9/2014 par la Cour de cassation (n° C.13.0379.F sur www.juridat.be), que l’appelant cite en page 19 de ses conclusions, concerne un cantonnement réalisé sur saisie conservatoire. La Cour......