20 DECEMBER 2001. - Ministerieel besluit houdende delegatie van sommige bevoegdheden inzake archeologische monumentenzorg aan ambtenaren van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van het Vlaams Gewest en aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap

De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid,

Gelet op het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, inzonderheid artikel 111, § 5, 4°;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 april 1994 tot uitvoering van het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, inzonderheid de artikelen 4, 6, 7, 13, 15, 17 en 19;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 26 april 1995 tot vaststelling van een premie voor werken aan beschermde archeologische goederen, inzonderheid de artikelen 5, 6, 11 en 13;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Overwegende dat het, met het oog op een passende en efficiënte beleidsuitvoering, aangewezen is functionele bevoegdheden te delegeren aan ambtenaren van het Instituut voor het Archeologisch Patrimonium van het Vlaams Gewest en aan ambtenaren van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap,

Besluit :

Artikel 1. § 1. De delegaties van bevoegdheid, die dit besluit verleent, gelden behalve wanneer uitdrukkelijk anders bepaald, enkel de directeur-generaal van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, of de ambtenaar die met de waarneming van het ambt van de titularis is belast.

§ 2. In geval van afwezigheid van de gedelegeerde ambtenaar of wegens een deontologische onverenigbaarheid worden de bevoegdheden waarmee hij is bekleed, voor de duur van zijn afwezigheid door hem overgedragen aan de ambtenaar van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten die hem ambtshalve vervangt.

§ 3. De directeur-generaal kan de bevoegdheden waarmee hij is bekleed, subdelegeren tot het meest functionele niveau, mits voorafgaande kennisgeving aan de Vlaamse minister bevoegd voor archeologische monumentenzorg.

Art. 2. De ambtenaar, die bevoegd is om te tekenen in naam van de Vlaamse minister bevoegd voor de archeologische monumentenzorg, plaatst boven de vermelding van zijn naam en zijn handtekening de formule :

voor de Vlaamse minister,

De gemachtigde (graad van de gedelegeerde ambtenaar)

Ingeval van afwezigheid van de gedelegeerde ambtenaar is de formule als volgt :

...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT