Omzendbrief betreffende de voorlopige arbeidsvergunningen voor de Afghaanse onderdanen die in België een asielaanvraag hebben ingediend vóór 1 januari 2003., de 26 octobre 2006

Artikel M. Deze omzendbrief vervangt de vorige omzendbrief van 23 mei 2006.

  1. Deze omzendbrief heeft tot doel de modaliteiten vast te leggen waaronder een voorlopige arbeidsvergunning kan worden afgeleverd aan een werkgever voor de tewerkstelling van onderdanen van Afghanistan die vÛÛr 1 januari 2003 een asielaanvraag hebben ingediend en die een negatieve beslissing hebben ontvangen over hun asielaanvraag :

    - hetzij een onontvankelijkheidsbeslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken waartegen geen beroep werd ingediend bij de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen;

    - hetzij een bevestigende beslissing van de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen;

    - hetzij een weigeringsbeslissing ten gronde door de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen;

    - hetzij een weigeringsbeslissing ten gronde van de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen waartegen geen beroep werd ingediend bij de Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen.

  2. Wanneer bij toepassing van de omzendbrief van 24 augustus 2004 van de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, de termijn om het grondgebied te verlaten van de personen bedoeld in punt 1 zal verlengd worden tot 1 april 2007, kan een voorlopige arbeidsvergunning worden afgeleverd aan de werkgever die een van die personen wenst aan te werven. In dat geval is volgende regelgeving van toepassing.

    De voorlopige arbeidsvergunning afgeleverd aan de werkgever gaat niet gepaard met de aflevering van een arbeidskaart aan de werknemer, maar de werkgever moet een afschrift van de voorlopige arbeidsvergunning aan de werknemer overhandigen.

    De toekenning van de voorlopige arbeidsvergunning is niet onderworpen aan de voorwaarden bepaald in Hoofdstuk IV, Afdeling 1, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 (Belgisch Staatsblad van 26 juni 1999) houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers.

    Evenmin is er sprake van de toepassing van artikel 4, ß 2, van bovengenoemde wet van 30 april 1999.

    Een geschreven arbeidsovereenkomst, conform de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, is evenwel vereist om de voorlopige arbeidsvergunning te bekomen. In geval van tewerkstelling in de tuinbouwsector als seizoenarbeider moet die arbeidsovereenkomst de bepalingen bevatten vermeld in de bijlage bij de omzendbrief van 1 juli 1994...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT