9 MEI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 186, tweede lid, vervangen bij de wet van 11 juli 1994, en derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 betreffende de instelling van afdelingen in de arbeidshoven, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken, gewijzigd door de besluiten van 15 oktober 2001, 3 augustus 2007 en 24 februari 2008;

Overwegende dat de materie van de collectieve schuldenregeling overgedragen werd aan de arbeidsrechtbanken op 1 september 2007 en op 1 september 2008 de lopende zaken van de rechtbanken van eerste aanleg eveneens zullen worden overgedragen aan de arbeidsrechtbanken;

Overwegende dat de beperking van de openingsuren van de griffie van de afdeling Binche, het gebrek aan lokalen voor deze afdeling en het onvoldoende aanbod van openbaar vervoer impliceren dat, in het belang van de rechtsonderhorige en van een goed functioneren van de rechtsmacht, de verzoeken tot collectieve schuldenregeling zouden gecentraliseerd worden bij de afdeling van Charleroi;

Overwegende dat een deel van de lokalen van de afdeling van La Louvière niet beschikbaar is als gevolg van de bouwwerken aan het nieuwe justitiepaleis;

Overwegende dat in vergelijking met de homogene behandeling van geschillen inzake collectief schuldbemiddeling door de rechtbanken van eerste aanleg, de overdracht naar de arbeidsrechtbanken, een herverdeling meebrengt van medewerkers en materiaal tussen de afdelingen van de arbeidsrechtbanken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 maart 2008;

Gelet op advies 44.328/2 van de Raad van State, gegeven op 16 april 2008, omtrent de artikelen 1,3 en 4, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerde op 12 januari 1973;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid wat betreft het artikel 2;

Overwegende dat de aanvraag van de voorzitter van de rechtbank van Bergen dateert van 8 april 2008;

Overwegend dat de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd is door de bekommernis voor transparantie ten aanzien van de rechtsonderhorigen die zo snel mogelijk geinformeerd moeten worden welke afdeling van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT