4 APRIL 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie "Administratie - Nijverheid", gegeven op 14 januari 2014;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 55.140/4 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Mobiliteit,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1. In artikel 23sexies van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, worden volgende wijzigingen aangebracht :

  1. Paragraaf 3 wordt vervangen als volgt :

    " § 3. De auto-expert in de zin van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts of elk bevoegde persoon die vaststelt dat een voertuig de beschadigingen of het verlies vermeld in § 1, 2°, d), van dit artikel heeft ondergaan, moet dit melden bij de Federaal Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer".

  2. Punt 1° van paragraaf 4 wordt vervangen als volgt :

    "1° Voor de niet-periodieke keuring vermeld in paragraaf 1, 3°, moet het voertuig worden aangeboden met het voor dit voertuig laatst afgeleverd kentekenbewijs en met ofwel de overeenkomstige kentekenplaat, ofwel met een commerciële plaat en het bijhorende kentekenbewijs, ofwel met een andere kentekenplaat, op voorwaarde dat de houder van deze kentekenplaat ook als houder op de aanvraag om inschrijving van het aangeboden voertuig, en op het bijhorende kentekenbewijs is vermeld".

    Art. 2. In artikel 46, paragraaf 3, 3° van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 12 december 1975 en gewijzigd door het koninklijk besluit van 10 april 1995 en het koninklijk besluit van 18 oktober...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT