24 APRIL 2014. - Wet tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioen-stelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie (1)

FILIP, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Art. 2. In artikel 4, § 3, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, bekrachtigd door de wet van 26 juni 1997, gewijzigd bij de Programmawet van 27 december 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. in het eerste lid worden de woorden "en die gelegen zijn voor het jaar waarin het pensioen ingaat" vervangen door de woorden "en die gelegen zijn voor het kwartaal waarin het pensioen ingaat";

  2. tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende :

Voor de twee kwartalen die voorafgaan aan dit waarin het rustpensioen ingaat, worden, behoudens tegenbewijs, de bijdragen vermoed betaald te zijn op de ingangsdatum van het pensioen op voorwaarde dat alle door het sociaal verzekeringsfonds gevorderde bijdragen voor de periode voorafgaand aan deze twee kwartalen, betaald werden.

Art. 3. In artikel 5 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij de wet van 22 november 2013, wordt een paragraaf 2quinquies ingevoegd, luidend :

" § 2quinquies. In afwijking van § 2, moet voor de kwartalen die gelegen zijn in het jaar waarin het pensioen ingaat, onder beroepsinkomsten begrepen worden de beroepsinkomsten die in aanmerking genomen werden met het oog op de inning, voor de kwartalen van het voorafgaande jaar, van de bijdragen verschuldigd krachtens het koninklijk besluit nr. 38.

Deze inkomsten worden niet in aanmerking genomen voor het gedeelte dat het bedrag overschrijdt bedoeld in artikel 12, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit nr. 38, zoals het wordt aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen voor het betrokken jaar.

Bij gebrek aan kwartalen van beroepsbezigheid als zelfstandige tijdens het jaar dat de ingangsdatum van het pensioen voorafgaat, worden de beroepsinkomsten in aanmerking genomen die bedoeld zijn in artikel 12, § 1, tweede lid...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT