8 APRIL 2003. - Programmawet (1)

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

TITEL I. - Algemene Bepaling

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

TITEL II. - Sociale zaken

HOOFDSTUK I. - Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg

Art. 2. In artikel 17bis van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, vervangen bij de wet van 24 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  1. § 1, eerste lid, wordt aangevuld als volgt :

    6° het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, opgericht bij artikel 259 van de programmawet (I) van 24 december 2002.

    ;

  2. in § 2 worden de woorden « 4° of 5° » vervangen door de woorden « 4°, 5° of 6° »;

  3. in § 2 worden de woorden « de wet van 27 juni 1921 waarbij aan de verenigingen zonder winstgevend doel en aan de instellingen van openbaar nut rechtspersoonlijkheid wordt verleend » vervangen door de woorden « wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen ».

    Art. 3. Artikel 2 treedt in werking op 1 april 2003.

    HOOFDSTUK II. - Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

    Art. 4. In de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, wordt een artikel 11bis ingevoegd, luidende :

    « Art. 11bis. - § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder :

  4. « aanvullend recht » : een recht op enig voordeel dat een natuurlijke persoon of diens rechthebbenden genieten als gevolg van het statuut van deze natuurlijke persoon inzake sociale zekerheid, ander dan de rechten vastgesteld in de regelingen bedoeld in artikel 2, eerste lid, 1°;

  5. « toekennende instantie » : de persoon die het betrokken voordeel toekent.

    § 2. Voor zover de sociale gegevens nodig voor het toekennen van een aanvullend recht in het netwerk beschikbaar zijn en het Beheerscomité van de Kruispuntbank het betrokken aanvullend recht heeft aangeduid, zijn de toekennende instanties verplicht ze uitsluitend bij de Kruispuntbank op te vragen, onverminderd artikel 4, tweede lid.

    Het Beheerscomité van de Kruispuntbank bepaalt voor elk aanvullend recht dat hij aanduidt de datum vanaf wanneer de toekennende instanties het meedelen van de sociale gegevens nodig voor het toekennen van aanvullende rechten niet langer ten laste kunnen leggen van de betrokken natuurlijke persoon, diens rechthebbenden of hun lasthebbers en de betrokken natuurlijke persoon, diens rechthebbenden of hun lasthebbers gerechtigd zijn om, zonder verlies van het aanvullend recht, te weigeren enig sociaal gegeven ter staving van het statuut van deze natuurlijke persoon inzake sociale zekerheid ter beschikking te stellen van de toekennende instantie.

    HOOFDSTUK III. - Sociale identiteitskaart

    Art. 5. In artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 december 1996 houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  6. in het eerste lid wordt de zin « Elke sociaal verzekerde mag slechts één sociale identiteitskaart bezitten. » geschrapt;

  7. in het derde lid wordt punt 2° als volgt vervangen :

    2° de eerste en de tweede voornaam;

    ;

  8. in het derde lid wordt punt 3° opgeheven;

  9. in het derde lid, 8°, worden de woorden « de begin- en einddatum » vervangen door de woorden « de begindatum »;

  10. in het vierde lid wordt punt 7° als volgt vervangen :

    7° de einddatum van de geldigheid van de kaart;

    .

    Art. 6. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :

    Art. 8. - Wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot één jaar en een geldboete van tweehonderd tot tienduizend euro, of met één van die straffen alleen, eenieder die de in artikel 2 bedoelde sociale identiteitskaart of de in artikel 5bis bedoelde beroepskaart zonder toelating gebruikt of die ervan gebruik maakt met een ander doel dan hetgene waartoe hij gemachtigd is.

    Art. 7. In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de woorden « van vierhonderd frank tot tienduizend frank » vervangen door de woorden « van vierhonderd euro tot tienduizend euro ».

    Art. 8. In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden « van duizend tot tienduizend frank » vervangen door de woorden « van duizend euro tot tienduizend euro ».

    Art. 9. De artikelen 5 tot 8 treden in werking op 1 mei 2003. De kaarten die vóór die datum zijn uitgegeven blijven evenwel geldig tot de geldigheidsperiode is verstreken.

    HOOFDSTUK IV. - Kinderbijslag

    Art. 10. In artikel 120 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  11. in het tweede lid, gewijzigd bij de wetten van 27 maart 1951 en 30 december 1992, worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « vijf jaar »;

  12. in het derde lid, ingevoegd bij de wet van 30 december 1992, worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « vijf jaar »;

  13. in het zesde lid, gewijzigd bij de wet van 27 maart 1951, worden de woorden « drie jaar » vervangen door de woorden « vijf jaar ».

    Art. 11. Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

    HOOFDSTUK V. - Bijdragen sociale zekerheid

    Art. 12. In artikel 2, § 2, eerste lid, van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen, gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000, worden de woorden « 39 600 Belgische frank per kalenderjaar vanaf het jaar 2001 » vervangen door de woorden « 1 140,00 EUR per kalenderjaar vanaf het jaar 2003 ».

    Art. 13. Artikel 12 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

    HOOFDSTUK VI. - Wijziging van de RIZIV-wet

    Art. 14. In artikel 25 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  14. in § 2 worden de woorden « met uitsluiting van voeding » vervangen door de woorden « daarin begrepen de voeding die niet in aanmerking genomen wordt in het raam van de maximumfactuur »;

  15. in § 3 wordt het derde lid vervangen als volgt :

    Worden niet als extra-kosten beschouwd :

    a) het persoonlijk aandeel dat in aanmerking genomen wordt in het raam van de maximumfactuur;

    b) de kosten voor voeding die in aanmerking genomen worden in het raam van de maximumfactuur;

    c) de supplementen bedoeld in artikel 90 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;

    d) de supplementen op met toepassing van de reglementering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging vastgelegde prijzen en honoraria.

    Art. 15. Artikel 29ter, derde lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 24 december 2002, wordt vervangen als volgt :

    De Commissie voor tegemoetkoming van bandagen, orthesen en uitwendige prothesen is, wat de groepen van producten betreft die door de Koning worden vastgesteld ter uitvoering van artikel 35, § 1, derde lid, ermee belast :

    1° voorstellen betreffende hun vergoedingsmodaliteiten op te maken;

    2° voorstellen betreffende de specifieke vergoedings-modaliteiten op te maken indien de producten aan de rechthebbenden worden verhuurd;

    3° voor het Verzekeringscomité voorstellen van interpretatieregels betreffende de nomenclatuur van de verstrekkingen op te maken.

    Art. 16. In artikel 35 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 25 januari 1999, 10 augustus 2001, 22 augustus 2002 en 24 december 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  16. in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid het volgende lid ingevoegd :

    De nomenclatuur van de verstrekkingen inzake bandagen, orthesen en uitwendige prothesen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 4°, waarvoor de Koning de groepen van producten bepaalt, wordt vastgesteld op basis van aannemingscriteria betreffende de prijzen, de kostprijs voor de verzekering en de elementen van geneeskundige, therapeutische en sociale aard. De Koning bepaalt, op voorstel van de Commissie voor tegemoetkoming van bandagen, orthesen en uitwendige prothesen, die aannemingscriteria en de procedure die moet worden gevolgd door de bedrijven die de aanneming, een wijziging of de schrapping van een product op de lijst van de vergoedbare producten vragen. Hij stelt daarenboven de termijnen en verplichtingen vast, die in geval van aanvraag om aanneming, wijziging of schrapping moeten worden nageleefd

    ;

  17. in § 1, vroeger derde lid, vierde lid geworden, worden de woorden « onder de in § 2 gestelde voorwaarden » vervangen door de woorden « onder de in de §§ 2 en 2bis gestelde voorwaarden »;

  18. in § 2bis, eerste lid, worden de woorden « met betrekking tot de in artikel 34, eerste lid, 4°, bedoelde bandagen, orthesen en uitwendige prothesen » vervangen door de woorden « met betrekking tot de groepen van producten die Hij heeft vastgesteld ter uitvoering van § 1, derde lid. »

    Art. 17. Artikel 38, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999 en 24 december 1999, wordt aangevuld als volgt :

    Wat de door de Koning ter uitvoering van artikel 35, § 1, derde lid, vastgestelde groepen van producten betreft, raadpleegt de Dienst voorafgaandelijk de Commissie voor tegemoetkoming van bandagen, orthesen en uitwendige prothesen.

    Art. 18. In artikel 165 van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  19. in het zevende lid worden tussen de woorden « uitgereikte geneesmiddelen » en « en de datum van deze uitreiking » de woorden « , van de middelen bepaald in artikel 34...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT