25 APRIL 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de administratieve organisatie van de jacht in het Vlaamse Gewest

De Vlaamse Regering,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 5 en 6, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, artikel 7, vervangen bij het decreet van 30 april 2009, artikel 12, vervangen bij het decreet van 12 december 2008, artikel 13, vervangen bij het decreet van 23 december 2010, artikel 14, artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, artikel 33, vervangen bij het decreet van 23 december 2010 en artikel 36;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, artikel 16.4.25;

Gelet op de wet houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens van 8 juni 2006, artikel 28, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 1963 tot instelling van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor het bekomen van een jachtverlof of van een jachtvergunning;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1977 betreffende de afgifte van jachtverloven en jachtvergunningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 mei 1989 tot uitvoering van artikel 4 van de jachtwet van 28 februari 1882 voor het Vlaamse Gewest;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 mei 1990 tot uitvoering van het decreet van 23 mei 1990 betreffende de afgifte van jachtverloven en jachtvergunningen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 februari 1993 betreffende de vorm van het jachtverlof en de jachtvergunning;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 tot invoering van een afschotplan voor reewild;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 1995 betreffende de organisatie van het jachtexamen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 december 1998 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder afzonderlijke jachtterreinen vrijwillig tot grotere beheereenheden kunnen worden samengevoegd en van de criteria waaronder beheereenheden kunnen worden erkend;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van het model van overeenkomst zoals bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 1994 tot invoering van een afschotplan voor reewild;

Gelet op het ministerieel besluit van 28 oktober 2005 tot vaststelling van de gegevens die in het wildbeheerplan moeten worden opgenomen;

Gelet op het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van de handleiding en van de formulieren vermeld in artikel 6, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 september 2013;

Gelet op het advies 2013/053 van de Minaraad, gegeven op 17 oktober 2013;

Gelet op het advies 2013-021 van de Strategische Adviesraad Landbouw en Visserij, gegeven op 18 oktober 2013;

Gelet op advies 55.492/1 van de Raad van State, gegeven op 31 maart 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het overleg dat werd gepleegd tussen de ambtenaren van de drie regeringen van de Benelux Economische Unie op 14 november 2013, overeenkomstig artikel 2 van de Benelux-overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming ondertekend te Brussel op 10 juni 1970;

Overwegende de Benelux-overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming, ondertekend te Brussel op 10 juni 1970;

Overwegende de tweede beschikking M(90)6 van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie van 18 juni 1990 tot wijziging van de Benelux-overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid agentschap voor Natuur en Bos, artikel 2 en 3;

Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, artikel 2 en 3;

Overwegende dat richtlijn 2009/147/EC van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand, aan de lidstaten opdraagt alle maatregelen te nemen om de populaties van de vogelsoorten die van nature op het Europese grondgebied van de lidstaten voorkomen, op een niveau te houden of te brengen dat beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele vereisten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK 1. - Definities, toepassingsgebied en citeeropschrift

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud;

  2. arrondissementscommissaris: de persoon, vermeld in titel II, hoofdstuk IV, van het Provinciedecreet van 9 december 2005, die door de gouverneur is aangewezen als verantwoordelijke voor de aspecten in verband met de jacht;

  3. agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid van 23 december 2005;

  4. instituut: het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek van 23 december 2005;

  5. jachtrecht: het recht, vermeld in artikel 7 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991;

  6. jachtrechthouder: de persoon die het jachtrecht heeft;

  7. jachtseizoen: de periode van 1 juli tot en met 30 juni van het daaropvolgende kalenderjaar;

  8. jachtterrein: een aaneengesloten terrein, dat uit een of meer percelen bestaat waarop eenzelfde jachtrechthouder of een groep van jachtrechthouders het jachtrecht heeft;

  9. jachtplan: het plan waarop een jachtterrein wordt aangeduid;

  10. WBE: een wildbeheereenheid, dat is een samenwerkingsverband tussen jachtrechthouders als vermeld in artikel 12 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991;

  11. WBE-werkingsgebied: het ruimtelijk begrensde gebied waarbinnen de jachtterreinen liggen die tot de WBE behoren;

  12. onafhankelijke jachtrechthouder: een jachtrechthouder die niet bij een erkende WBE is aangesloten;

  13. duurzaam wildbeheer: het wildbeheer dat gericht is op de instandhouding en de verbetering van de kwaliteit van de leefgebieden van de soorten jachtwild, op het beheer van de populaties van het jachtwild en op het voorkomen en inperken van maatschappelijk onaanvaardbare schade door jachtwild, als onderdeel van een breder faunabeheer.

    Art. 2. Dit besluit regelt de administratieve verplichtingen die gelden voor het uitoefenen van de jacht in het Vlaamse Gewest.

    Dit besluit wordt aangehaald als het Jachtadministratiebesluit.

    HOOFDSTUK 2. - Het jachtverlof en de jachtvergunning

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 3. Het jachtverlof en de jachtvergunning worden afgegeven door een arrondissementscommissaris.

    De volgende arrondissementscommissarissen zijn bevoegd:

  14. als de woonplaats van de aanvrager zich in het Vlaamse Gewest bevindt: de arrondissementscommissaris van de provincie waarin de woonplaats van de aanvrager ligt;

  15. als de woonplaats van de aanvrager zich niet in het Vlaamse Gewest bevindt: de arrondissementscommissaris van een Vlaamse provincie naar keuze;

  16. als het gaat om de leden van de koninklijke familie: de arrondissementscommissaris van de provincie Vlaams-Brabant;

  17. als het gaat om diplomatieke en consulaire ambtenaren van buitenlandse nationaliteit die erkend zijn door het lid van de Federale Regering van wie de buitenlandse betrekkingen tot zijn bevoegdheden behoren: de arrondissementscommissaris van de provincie Vlaams-Brabant.

    Art. 4. Elk jaar, uiterlijk op 1 augustus, bezorgt elke betrokken arrondissementscommissaris aan het agentschap de volgende gegevens:

  18. een overzicht van het aantal afgeleverde jachtverloven voor het voorbije jachtseizoen, voor elk van de twee types, vermeld in artikel 16 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991. De arrondissementscommissarissen geven daarbij het afzonderlijke aantal weer voor elk van de vier types begunstigden, vermeld in artikel 3, tweede lid van dit besluit;

  19. een overzicht van het aantal afgeleverde jachtvergunningen voor het voorbije jachtseizoen.

    Art. 5. Als de arrondissementscommissaris de afgifte van een jachtverlof of jachtvergunning weigert, kan de aanvrager bij het agentschap schriftelijk om terugbetaling van de betaalde belasting verzoeken met toepassing van artikel 16 van het Jachtdecreet van 24 juli 1991.

    De aanvrager legt in voorkomend geval een attest van de arrondissementscommissaris voor waaruit blijkt dat hem geen jachtverlof of jachtvergunning werd uitgereikt voor het jachtseizoen waarvoor de belasting werd betaald.

    Afdeling 2. - Het jachtverlof

    Art. 6. Een jachtverlof bevat de volgende gegevens:

  20. een recente foto van de titularis van het jachtverlof;

  21. de voor- en achternaam van de titularis van het jachtverlof;

  22. de geboortedatum van de titularis van het jachtverlof;

  23. de handtekening van de titularis van het jachtverlof;

  24. een uniek nummer met een codering volgens de aanwijzingen van het agentschap;

  25. de vermelding van de geldigheidsduur.

    Het model voor het jachtverlof wordt opgesteld door het agentschap en ter beschikking gesteld door het agentschap.

    De arrondissementscommissaris brengt op elk afgeleverd jachtverlof een beveiliging tegen vervalsing aan, volgens de aanwijzingen van het agentschap.

    Art. 7. Om een jachtverlof te verkrijgen moeten de volgende originele documenten worden voorgelegd:

  26. een recente foto van de aanvrager van het jachtverlof. De foto heeft minstens de volgende afmetingen: 4 cm hoog bij 3,5 cm breed. Het hoofd op de foto moet 1,5 tot 2 cm hoog zijn;

  27. een uittreksel uit...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT