3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard :

  1. de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012;

  2. de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012 (1)

    ALBERT II, Koning der Belgen,

    Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

    Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

    Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel;

    Op de voordracht van de Minister van Werk,

    Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

    Artikel 1. Algemeen verbindend worden verklaard :

  3. de als bijlage 1 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012;

  4. de als bijlage 2 overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2012, gesloten in het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012.

    Art. 2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

    Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.

    ALBERT

    Van Koningswege :

    De Minister van Werk,

    Mevr. M. DE CONINCK

    _______

    Nota

    (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :

    Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

    Bijlage 1

    Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel

    Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011

    Loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012 (Overeenkomst geregistreerd op 28 november 2011 onder het nummer 107034/CO/117)

    HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

    Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werklieden van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de petroleumnijverheid en -handel ressorteren.

    Onder "werklieden" verstaat men : de werklieden en de werksters; eveneens gebruikt en met een zelfde betekenis in deze overeenkomst zijn de termen arbeiders (waarbij ook bedoeld wordt arbeidsters) of werknemers (waarbij ook bedoeld wordt werkneemsters).

    HOOFDSTUK II. - Beroepenclassificatie,

    vorming en educatief verlof

    Afdeling 1. - Beroepenclassificatie

    Art. 2. § 1. De beroepenclassificatie van de werklieden wordt als volgt bepaald en is slechts geldig voor functies welke bestendig worden uitgevoerd :

    1. Schoonmakers-kantinewerklieden

    2. Hulpwerklieden

      Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

      de werklieden die aan om het even welk werk van laden, lossen, schoonmaken, bewaken, enz., dat geen bijzondere kennis vergt, kunnen worden tewerkgesteld.

    3. Geoefende hulpwerklieden

      De categorie "geoefende hulpwerklieden" wordt onderverdeeld in :

  5. Geoefende hulpwerklieden A :

    de werklieden die zich oefenden in een werk dat aan de exploitatie van petroleuminstallaties eigen is.

    Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

    1. de werklieden, na één jaar in de categorie "hulpwerklieden" gerangschikt te zijn geweest;

    2. de hulpmagazijniers, overslagers, gewone begeleiders, werklieden tewerkgesteld aan het laden en lossen van verpakte goederen, wegens, tellers, gewone pompmannen (vullers), dragers (overbrengen van post en documenten), bevoorraders, wakers, evenals de werklieden tewerkgesteld aan de proef der dichtheid en de verzegeling der vaten.

  6. Geoefende hulpwerklieden B :

    de geoefende werklieden tewerkgesteld in de sector, te weten : aan de fabricage, de verzending, in de laboratoria en in de elektrische centrales.

    Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

    de begeleiders-incasseerders, tankpeilers, mengers van petroleumproducten; de werklieden tewerkgesteld aan het ledigen en het vullen van vaten in petroleuminstellingen.

    1. Geschoolde werklieden - 2e categorie

      De werklieden die een beroep kennen en onder toezicht werken van de meestergast of van de geschoolde arbeider 1e categorie. Zij werken niet volgens plannen of modellen.

      Tot deze categorie behoren eveneens de werklieden die een functie uitoefenen waarvoor geen enkele bijzondere vorming nodig is geweest en die na enkele maanden praktijk kan worden beoefend.

      Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

      de volwassen helpers van de geschoolde werklieden der hogere categorieën, de ketel- en pipesstillstokers, vorkheftruckbestuurders, kraanmannen, metselaars, schrijnwerkers en schilders (gewoon werk aan gebouwen en pistoolschilderen), de pompmannen in de menginstallaties, de werklieden tewerkgesteld in de productie en/of de raffinage, de laboranten, enz.

    2. Tankwagen- of vrachtwagenchauffeur, locotractors en locopulsorbestuurders, autobestuurders.

    3. Geschoolde werklieden - 1e categorie

      De technisch geschoolde werklieden die een beroep hebben aangeleerd en het bewijs leveren het gedurende tenminste vijf jaar te hebben uitgeoefend (periode ingekort tot tenminste drie jaar voor degenen die cursussen van beroeps- of technische scholen hebben gevolgd).

      Zij moeten individueel kunnen werken volgens plannen en modellen.

      Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

      de bankwerkers, ketelstokers die zonder toezicht werken, elektriciens, takelaars ("riggers"), kraanmannen (auto en rups), isoleerders, eerste klasse metselaars, mecaniciens, mecaniciens van dieselmotoren, schrijnwerkers-timmerlieden, monteurs, geschoolde vliegveldwerklieden, schilders, brandweerlieden, pompmannen die zelf de mengelingen kunnen uitvoeren en bekwaam zijn zelf de berekeningen te maken welke die handelingen vereisen, pompmannen-mecaniciens, schavers-boorders, autogeenlassers, draaiers-turbine-wachters (elektrische centrale), buizenleggers, instrumentatietechnici, enz.

    4. Meer dan geschoolde werklieden

      De werklieden die hun vak grondig kennen en bij het uitoefenen van hun functies met een verantwoordelijkheid zijn belast.

      Worden onder meer in deze categorie ingedeeld :

  7. de meer dan geschoolde bankwerkers voor instrumenten, zeer geschoolde lassers die speciale legeringen kunnen lassen en geslaagd zijn in de A.P.I.-testen, evenals alle andere categorieën van geschoolde werklieden met gelijkwaardige functies en verantwoordelijkheid;

  8. de werklieden die tenminste twee vakken uitoefenen waarvan sprake in de categorie "Geschoolde werklieden - 1e categorie", na te zijn geslaagd in de verschillende proeven vereist voor de geschoolde werklieden van 1e categorie.

    § 2. Procedure voor het onderzoek van gevallen met betrekking tot de classificatie op het vlak van de ondernemingen.

    Eventuele vragen aangaande individuele of collectieve problemen op het vlak van het bedrijf, met betrekking tot de classificatie, dienen onder een geschreven vorm en gemotiveerd, door de syndicale delegatie, te worden ingediend bij de directie.

    Deze laatste zal ze onderzoeken in het licht van de conventionele classificatie, alsmede van het aan het bedrijf eigen beleid en de conventionele bedrijfsafspraken inzake classificatie.

    Op haar verzoek, zal de syndicale delegatie iedere opheldering krijgen met betrekking tot de hiërarchie der werkliedentaken, die in het bedrijf van kracht is.

    De directie zal de termijn bepalen waarbinnen een oplossing zal kunnen gevonden worden, zonder de twee maanden te overschrijden.

    De oplossing zal goedgekeurd worden in overleg met de syndicale delegatie.

    Afdeling 2. -Vorming

    Art. 3. Aan de werklieden wordt betaald verlof verleend, dienende ter voorbereiding van het examen van beroepscursussen, onder de volgende voorwaarden :

  9. de duur van het betaald verlof beloopt minimum drie en maximum zes kalenderdagen : objectieve criteria zullen paritair op het vlak van de onderneming worden vastgesteld ter bepaling van de duur van het desbetreffend verlof, op grond van de moeilijkheden van het af te leggen examen;

  10. het dient om een beroepsvervolmaking te gaan die verband houdt met de bedrijvigheid van de onderneming;

  11. de toekenning van dit voordeel is ondergeschikt aan het slagen in het examen;

  12. de werkman moet in dienst van dezelfde werkgever blijven één jaar na het examen;

  13. het bijwonen van de cursussen en, in de mate van het mogelijke, de toekenning van het verlof, mogen noch het werk in ploegen, noch de gewone of overwerken in het gedrang brengen.

    Indien een dagwerkman reeds een beroepscursus is begonnen, zal men vermijden hem in shift te plaatsen om de voortzetting van deze cursus niet te onderbreken.

    De werklieden die van het betaald educatief verlof genieten, kunnen dit niet cumuleren met de voordelen voorzien in dit artikel.

    Art. 3bis. Ondernemingen geven jaarlijks het niveau van opleidingsinspanningen (de totaliteit van alle interne en externe initiatieven) aan; deze informatie wordt verstrekt aan de ondernemingsraad (bij ontstentenis de syndicale afvaardiging) op basis van de sociale balans.

    De onderneming verbindt er zich toe om via een collectief opleidingsplan, besproken in de Ondernemingsraad (bij ontstentenis met de syndicale afvaardiging), jaarlijks bijkomende inspanningen te leveren opdat het niveau van haar vormingsinspanning zou stijgen met 0,1 pct. van de totale loonmassa boven de inspanning van het voorgaande jaar,

    dit totdat alle sectoren in België samen de 1,9 pct.-norm hebben bereikt.

    Afdeling 3. - Educatief verlof

    Art. 4. Bij toepassing van de artikelen 108 tot 144 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985) en van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 (Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1985), zoals gewijzigd nadien, kunnen onder bepaalde voorwaarden de arbeiders uit de sector genieten van educatief verlof, dit wil zeggen dat zij met behoud van hun normale loon een erkende...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT