Besluit van de Vlaamse Regering houdende de agentschapsspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel van het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen, de 12 mai 2014

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en toepassingsgebied

Afdeling 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. het agentschap : het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen;

  2. de gedelegeerd bestuurder : het personeelslid dat belast is met de bevoegdheden die toebedeeld zijn aan de lijnmanager, vermeld in artikel I.2, 10°, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;

  3. het oprichtingsdecreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen.

    Art. 2. Dit besluit wordt aangehaald als "het Agentschapspecifiek Besluit Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen van datum", afgekort "ASB-VLAIO van datum".

    Afdeling 2. - Toepassingsgebied

    Art. 3. Met behoud van de toepassing van de bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, is dit besluit van toepassing op het personeel dat in dienst is van het agentschap, behoudens voor :

  4. de handelssecretarissen;

  5. het in het buitenland tewerkgestelde personeel ter ondersteuning van de Vlaamse economisch vertegenwoordigers, de technologieattachés en van de handelssecretarissen.

    De bepalingen van dit besluit doen geen afbreuk aan andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die op specifieke categorieën van dat personeel van toepassing zijn.

    HOOFDSTUK 2. - Kinderbijslag

    Art. 4. De Vlaamse economisch vertegenwoordiger en technologieattaché, die gedurende minstens zes achtereenvolgende maanden hun ambt buiten België uitoefenen en er hun kinderen opvoeden, ontvangen bij de kinderbijslag een maandelijks supplement dat gelijk is aan tweemaal het bedrag van de kinderbijslag.

    De kinderbijslag en de supplementen worden na de terugkeer in België van de personeelsleden bedoeld in het eerste lid verder toegekend aan deze personeelsleden, voor hun kinderen die in het buitenland voortstuderen.

    HOOFDSTUK 3. - De Vlaamse economisch vertegenwoordiger

    Afdeling 1. - Algemene bepalingen

    Art. 5. Met behoud van de toepassing van de toelatingsvoorwaarden, vermeld in artikel III.1, van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, moet de kandidaat, om toegelaten te worden tot de functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger, op het ogenblik van de sollicitatie houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot niveau A.

    De Vlaamse economisch vertegenwoordiger wordt aangeworven door de gedelegeerd bestuurder na een vergelijkende aanwervingsproef.

    De Vlaamse economisch vertegenwoordiger doorloopt bij de aanvang van de indiensttreding een proeftijd van twaalf maanden. De gedelegeerd bestuurder wijst de standplaats van de Vlaamse economisch vertegenwoordiger aan na afloop van de proefperiode.

    De Vlaamse economisch vertegenwoordiger wordt aangeworven voor de uitoefening van een opdracht in het buitenland, maar behoudt zijn domicilie in België. De gedelegeerd bestuurder kan de standplaats in het belang van de dienst wijzigen, overeenkomstig de regeling in artikel 6.

    Afdeling 2. - Mutatieregeling

    Art. 6. Mutaties maken integraal deel uit van de loopbaan van een Vlaamse economisch vertegenwoordiger. Onder mutatie wordt elke wijziging van standplaats van de Vlaamse economisch vertegenwoordiger verstaan. De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels inzake de mutaties vast.

    Er zijn drie soorten mutaties mogelijk :

  6. mutatie van de ene buitenlandse standplaats naar de andere buitenlandse standplaats;

  7. mutatie van een buitenlandse standplaats naar een standplaats in Vlaanderen;

  8. mutatie van een standplaats in Vlaanderen naar een buitenlandse standplaats.

    De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels inzake de mutaties vast, waaronder de minimum- en maximumtermijn voor een ononderbroken verblijf op dezelfde standplaats.

    De gedelegeerd bestuurder beslist over de toewijzing van een standplaats.

    Voor de toewijzing van een standplaats worden de volgende criteria in aanmerking genomen :

  9. de vereisten van de standplaats, hetzij een A1-standplaats, hetzij een regiopost;

  10. de voorgaande evaluaties van de kandidaat;

  11. de ervaring van de kandidaat;

  12. de sociale en familiale criteria;

  13. de talenkennis of de bereidheid die te vergroten;

  14. de voorkeur van de kandidaat.

    Door onvoorziene omstandigheden, veiligheidsproblemen, ziekte, persona-non-grataverklaring en andere dwingende redenen, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen een personeelslid ambtshalve terug te roepen en als gevolg daarvan het personeelslid voor een beperkte periode in Vlaanderen te werk te stellen.

    Art. 7. In afwijking van de bepalingen van artikel 5, kan het personeelslid met standplaats in Vlaanderen, dat minstens behoort tot rang A1, zijn kandidatuur indienen om, voor maximaal één termijn, die gelijk is aan de maximumtermijn, zoals vastgesteld door de gedelegeerd bestuurder overeenkomstig artikel 6, derde lid, een functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger in het buitenland op te nemen. Indien een personeelslid met standplaats in Vlaanderen zijn kandidatuur indient voor een regiopost, dient het personeelslid minstens te behoren tot rang A2.

    Als de kandidaat voldoet aan de profielvereisten voor de standplaats en de functie, kan de gedelegeerd bestuurder beslissen om hem de standplaats in het buitenland toe te kennen.

    Een personeelslid van de hoofdzetel of een provinciaal kantoor aan wie een standplaats in het buitenland wordt toegekend, doorloopt een proeftijd van twaalf maanden op de standplaats in het buitenland. Bij een positieve evaluatie van de proeftijd blijft het personeelslid de functie van Vlaamse economisch vertegenwoordiger uitoefenen. Bij een negatieve evaluatie van de proeftijd zal het personeelslid opnieuw zijn functie met standplaats in Vlaanderen opnemen.

    De personeelsleden van de hoofdzetel of de provinciale kantoren die een standplaats in het buitenland hebben, behouden hun salarisschaal en kunnen geen aanspraak maken op een salarissupplement. Voor het overige worden aan de betrokken personeelsleden dezelfde vergoedingen en toelagen toegekend als aan de Vlaamse economisch vertegenwoordigers.

    Afdeling 3. - Regioposten

    Art. 8. Een regiopost is de belangrijkste economische post binnen een geografische regio waarvan het posthoofd tevens de coördinatie op zich neemt voor alle posten binnen die geografische regio.

    De lijst van regioposten wordt elk jaar bij dienstorder vastgelegd door de gedelegeerd bestuurder. De gedelegeerd bestuurder zal bij zijn beslissing rekening houden met volgende criteria :

  15. het economisch belang van de post binnen de regio :

    - het bruto binnenlands product van het land;

    - de actuele export van Vlaamse producten naar het land;

    - het aantal vragen vanuit Vlaanderen voor een bepaalde post of regio;

    - de bestaande inflow van investeringen naar Vlaanderen vanuit een bepaalde regio of land;

    - het potentieel van de regio voor het aantrekken van buitenlandse investeerders naar Vlaanderen (op basis van de relatieve stijging);

  16. het geo-politiek belang van een land/post in een bepaalde regio :

    - de ranking van bepaalde steden in internationale onderzoeken;

    - internationaal toonaangevende bronnen;

  17. organisatorische parameters :

    - de interne administratieve grootte van een regio (aantal posten en het gewicht van deze posten binnen de structuur van Flanders Investment & Trade);

    - de vlotte bereikbaarheid van de post (internationale luchthaven of hub, internationaal spoor, wegeninfrastructuur, ...);

    - maximum 1 regiopost per regio.

    De Vlaamse economisch vertegenwoordiger komt alleen in aanmerking voor een regiopost als hij aan alle profielvereisten voldoet. Het slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten is een minimumvereiste voor elke regiopost.

    De Vlaamse economisch vertegenwoordigers die bij de inwerkingtreding van dit besluit een regiopost beheren, dienen eveneens te slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten en moeten voldoen aan de profielvereisten voor de regiopost. De Vlaamse economisch vertegenwoordiger die bij de inwerkingtreding van dit besluit een regiopost beheren en die niet slagen voor een externe potentieelinschatting voor leidinggevende capaciteiten of niet voldoen aan de profielvereisten voor de regiopost, kunnen in afwachting van hun mutatie naar een niet-regiopost tijdelijk de regiopost nog blijven beheren zonder echter aanspraak te maken op de regioposttoelage.

    De gedelegeerd bestuurder stelt de nadere regels voor de aanstelling als beheerder van een regiopost vast. De gedelegeerd bestuurder beslist over de aanstelling als beheerder van een regiopost op basis van de resultaten van de selectieprocedure.

    Onverminderd de bepalingen van het vierde lid, heeft de Vlaamse economisch vertegenwoordiger die een regiopost als standplaats toegewezen krijgt, recht op een regiopost toelage van 673 euro bruto/maand tegen 100%. De regiopost toelage volgt de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de regeling in artikel VII.9 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006.

    Bij mutatie van een regiopost naar een niet-regiopost, verliest de Vlaamse economisch vertegenwoordiger de regiopost toelage. De artikelen VII.15 tot en met VII.16 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006 zijn van toepassing wat betreft de regiopost toelage.

    De mutatieregeling, bedoeld in artikel 6, is van toepassing op de beheerders van regioposten.

    HOOFDSTUK 4. - Algemene overgangs-, opheffings- en slotbepalingen

    Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

    Onderafdeling 1. - Artikel XIV.17, § 1, van het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000

    Art. 9. § 1 Het personeelslid dat onder de toepassing viel van artikel XIV.17, § 1, van het Personeelsstatuut Export Vlaanderen van 22 september 2000, wordt ingeschaald in B2V1.

    Na acht jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in B2V1 wordt het personeelslid ingeschaald in B2V2.

    Na tien jaar effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT