Koninklijk besluit tot toekenning van een toelage aan de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt die bepaalde prestaties verrichten, de 15 février 2013

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt, zoals bepaald in de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, die, mits naleving van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector,

  1. ofwel een wachtdienst verzorgen;

  2. ofwel op een andere wijze dan via opeenvolgende ploegen genoopt zijn prestaties te verrichten buiten de normale uurroosters;

  3. ofwel in opeenvolgende ploegen werken.

    Het is niet van toepassing :

  4. op de houders van een managementfunctie of staffunctie uitgeoefend in het kader van een mandaat;

  5. op de personeelsleden van de permanente eenheden van de Civiele Bescherming die een vierentwintiguursdienst moeten verrichten;

  6. op de personeelsleden van de gesloten centra onder het beheer van de Dienst Vreemdelingenzaken, voor wie nachtprestaties, feestdagen of weekenden tot hun normaal uurrooster behoren;

  7. op de personeelsleden die de permanentie verzekeren binnen de Algemene Directie van het Crisiscentrum van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;

  8. op de personeelsleden van de noodoproepencentrales 100, 101 en 112;

  9. op de personeelsleden van de buitendiensten van het directoraat-generaal Penitentiaire Instellingen alsook de personeelsleden van de dienst Monitoring Elektronisch Toezicht van het Directoraat-Generaal Justitiehuizen ";

  10. op de burgerlijke ambtenaren bekleed met een bijzondere graad van het stafdepartement inlichtingen en veiligheid van het Ministerie van Landsverdediging.

    HOOFDSTUK II. - Definitie

    Art. 2. In dit besluit wordt verstaan onder :

  11. leidend ambtenaar : de voorzitter van het directiecomité van een federale overheidsdienst, de voorzitter van een programmatorische federale overheidsdienst, de voorzitter van de Directieraad van het Ministerie van Landsverdediging, de leidend ambtenaar of de ambtenaar belast met het dagelijks beheer van een openbare instelling van sociale zekerheid of van een instelling van openbaar nut.

  12. feestdag : alle dagen bedoeld in artikel 14, § 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen.

  13. nacht : de periode bedoeld in het artikel 10, tweede lid, van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector.

    HOOFDSTUK III. - Wachtdiensten

    Art. 3. Er wordt een wachttoelage toegekend aan de personeelsleden die een actieve of passieve wachtdienst verzorgen.

    Onder passieve wachtdienst verstaat men de verplichting voor een personeelslid om buiten zijn diensturen bereikbaar en beschikbaar te zijn zonder zich echter te moeten verplaatsen.

    Onder actieve wachtdienst verstaat men de verplichting voor een personeelslid om buiten zijn diensturen niet alleen bereikbaar en beschikbaar te zijn, maar ook om zich te kunnen verplaatsen.

    Art. 4. Onder de wachtperiode " tijdens de week " verstaat men de ononderbroken of onderbroken periode, met een minimumduur van 15 uur en met een maximumduur van 24 uur, van maandag tot en met vrijdag.

    Onder de wachtperiode " tijdens het weekend " verstaat men de ononderbroken of onderbroken periode, met een minimumduur van 15 uur en met een maximumduur van 24 uur, die volledig of gedeeltelijk plaatsvindt op zaterdag, zondag of een feestdag.

    Art. 5. De leidend ambtenaar of zijn gemachtigde beslist over de organisatie van wachtdiensten en stelt hiervoor op vrijwillige basis personeelsleden aan of laat hen aanstellen.

    Art. 6. De volgende forfaitaire toelagen worden toegekend aan de personeelsleden :

  14. een forfaitaire toelage van 20,00 euro voor een passieve wachtdienst geleverd gedurende een wachtperiode " tijdens de week ";

  15. een forfaitaire toelage van 30,00 euro voor een actieve wachtdienst geleverd gedurende een wachtperiode " tijdens de week ";

  16. een forfaitaire toelage van 35,00 euro voor een passieve wachtdienst geleverd gedurende een wachtperiode " tijdens het weekend ";

  17. een forfaitaire toelage van 50,00 euro voor een actieve wachtdienst geleverd gedurende een wachtperiode " tijdens het weekend ".

    Het mobiliteitsstelsel dat van toepassing is op de lonen van het personeel van de federale diensten is eveneens van toepassing op de toelagen voor wachtdienst. Ze zijn verbonden met de spilindex 138,01.

    Art. 7. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de personeelsleden van wie de functie vereist dat ze permanent bereikbaar zijn.

    HOOFDSTUK IV. - Prestaties buiten de normale uurroosters

    Art. 8. Een toelage wordt toegekend aan de personeelsleden die genoopt zijn prestaties te verrichten buiten de normale uurroosters.

    Als prestaties buiten de normale uurroosters worden beschouwd de prestaties verricht tijdens de nacht en de prestaties verricht op zaterdag, zondag of feestdagen.

    Worden gelijkgesteld met prestaties verricht tijdens de nacht, de prestaties verricht tussen achttien uur en twintig uur voor zover deze eindigen te of na tweeëntwintig uur.

    Elk deel van een uur, gelijk aan of meer dan dertig minuten, waarin prestaties zijn verricht buiten de gewone werkuren, wordt beschouwd als een werkuur. Het wordt weggelaten als het deze duur niet bereikt.

    Voor de toepassing van dit artikel worden niet bedoeld :

  18. de personeelsleden die in opeenvolgende ploegen werken in de zin van de artikelen 12 en 13;

  19. de personeelsleden van wie het normale uurrooster prestaties 's nachts, tijdens feestdagen of tijdens het weekend omvat.

    Art. 9. De leidend ambtenaar of zijn gemachtigde beslist over de organisatie van prestaties buiten de normale uurroosters en stelt hiervoor op vrijwillige basis personeelsleden aan of laat hen aanstellen.

    Telewerk geeft geen recht op de toelage voor prestaties buiten de normale uurroosters, behoudens uitdrukkelijk andersluidende beslissing van de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde.

    Art. 10. De toelage voor prestaties buiten de normale uurroosters is, per uur prestatie, gelijk aan 1/1976ste van de brutojaarwedde, genomen als basis voor de berekening van de wedde van de maand waarin de prestaties verricht werden, indien deze geleverd werden op een zon- of feestdag of de nacht die aan een zon- of feestdag voorafgaat, aan 50 % van dit bedrag in de andere gevallen.

    Art. 11. Het personeelslid dat genoopt is prestaties te verrichten buiten de normale uurroosters kan, in plaats van de toelage bedoeld in artikel 8, opteren voor een inhaalrust.

    In dat geval stemt de inhaalrust overeen met een recuperatie aan 200 % van de gepresteerde tijd als het personeelslid prestaties heeft verricht op een zondag of een feestdag of de nacht die aan een zon- of feestdag voorafgaat en aan 150 % van de gepresteerde tijd in de andere gevallen.

    De inhaalrust wordt genomen naar keuze van de ambtenaar mits toestemming van de hiërarchische meerdere.

    HOOFDSTUK V. - Werk in opeenvolgende ploegen

    Art. 12. Een toelage voor werk in opeenvolgende ploegen wordt toegekend aan de personeelsleden die dergelijk werk verrichten.

    De leidend ambtenaar beslist over de organisatie van het werk in opeenvolgende ploegen.

    Als werk in opeenvolgende ploegen wordt beschouwd een regeling van de arbeid in ploegen, waarbij de werknemers na elkaar op dezelfde plek werken, volgens een bepaald rooster, ook bij toerbeurt en al dan niet continu, met als gevolg dat de werknemers over een bepaalde periode van dagen of weken op verschillende tijden moeten werken.

    Het werk in opeenvolgende ploegen gebeurt op vrijwillige basis, behalve indien het personeelslid aangeworven werd voor een functie die het vereist, indien hij verzocht heeft ertoe aangewezen te worden of ernaar overgeplaatst te worden of indien zijn arbeidsovereenkomst erin voorziet.

    De personeelsleden van wie het uurrooster gewone prestaties van meer dan 10 uur gedurende een periode van 24 uur omvat, worden niet beschouwd als werkend in opeenvolgende ploegen.

    Art. 13. De toelage voor het werken in opeenvolgende ploegen is, per uur prestatie, gelijk aan een percentage van 1/1976ste van de brutojaarwedde genomen als basis voor de berekening van de wedde van de maand waarin het werken in opeenvolgende ploegen verricht werd.

    Dit percentage bedraagt :

  20. 10 % wanneer de personeelsleden enkel tijdens de week werken zonder werk te verrichten tussen tweeëntwintig uur en zes uur;

  21. 15 % wanneer de personeelsleden tijdens de week en het weekend werken zonder werk te verrichten tussen tweeëntwintig uur en zes uur;

  22. 20 % wanneer de personeelsleden tijdens de week, tijdens het weekend en tussen tweeëntwintig uur en zes uur werken;

  23. 25 % wanneer de personeelsleden uitsluitend tijdens het weekend en tussen tweeëntwintig uur en zes uur werken, of enkel een van beide. Prestaties verricht van twintig tot tweeëntwintig uur of van zes tot acht uur, om het even welke dag, mogen evenwel in aanmerking worden genomen indien ze niet meer dan 25 % van het totaal van de prestatie bedragen.

    De toelage voor werk in opeenvolgende ploegen wordt maandelijks na vervallen termijn betaald.

    HOOFDSTUK VI. - Gemeenschappelijke bepalingen en slotbepalingen

    Art. 14. Elke federale dienst verschaft de minister van Ambtenarenzaken een volledig jaarlijks rapport over de toepassing van dit besluit.

    Art. 15. Worden opgeheven :

  24. het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties, laatste gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 augustus 2004;

  25. het koninklijk besluit van 20 juli 1981 tot regeling van de toekenning van een toelage voor zondags- en nachtarbeid aan sommige leden van het personeel van het Nationaal geografisch instituut, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 december 2001;

  26. het koninklijk besluit van 13 augustus 1984 houdende toekenning van een toelage voor onregelmatige prestaties aan het personeel van het National Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers, gewijzigd...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT