Decreet betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten, de 13 juillet 2012

TITEL 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

TITEL 2. - Wijzigingen in de structuur van het hoger onderwijs

HOOFDSTUK 1. - De Schools of Arts

Art. 2. In artikel 3 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, gewijzigd bij de decreten van 30 april 2004, 16 juni 2006, 29 juni 2007, 30 april 2009 en 1 juli 2011, wordt na het laatste streepje een streepje toegevoegd, dat luidt als volgt :

" - raad van een School of Arts : het orgaan dat een School of Arts bestuurt. ".

Art. 3. In titel I, hoofdstuk I, van hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt een afdeling 4bis ingevoegd, die luidt als volgt :

" Afdeling 4bis. Schools of Arts ".

Art. 4. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt in afdeling 4bis, ingevoegd bij artikel 3, een artikel 8bis ingevoegd, dat luidt als volgt :

" Art. 8bis. § 1. Een hogeschool die professioneel gerichte bacheloropleidingen of academisch gerichte bachelor- en masteropleidingen aanbiedt in het studiegebied Audiovisuele en beeldende kunst of in het studiegebied Muziek en podiumkunsten, en de overeenstemmende graden van bachelor en master wil verlenen, richt met ingang van het academiejaar 2013-2014 een of meer Schools of Arts op.

In afwijking van het eerste lid moet een hogeschool geen School of Arts oprichten als het aantal bachelor- en masteropleidingen die de desbetreffende hogeschool aanbiedt voor ten minste 80 % bestaat uit bachelor- of masteropleidingen in de studiegebieden Audiovisuele en beeldende kunst of Muziek en podiumkunsten of uit kunstgerelateerde bachelor- of masteropleidingen. Het aantal andere bachelor- en masteropleidingen is kleiner dan of gelijk aan 20 % van het totale aantal bachelor- en masteropleidingen die de hogeschool aanbiedt. In dat geval wordt voor de toepassing van dit decreet de hogeschool als geheel beschouwd als een School of Arts.

Onder kunstgerelateerde opleidingen worden de volgende professionele bacheloropleidingen begrepen :

  1. de bacheloropleiding in de interieurvormgeving;

  2. de bacheloropleiding in de landschaps- en tuinarchitectuur;

  3. de bacheloropleiding in de landschapsontwikkeling;

  4. de bacheloropleiding in de audiovisuele technieken : film, TV en video;

  5. de bacheloropleiding in de audiovisuele technieken : fotografie.

    De Vlaamse Regering kan deze lijst van kunstgerelateerde opleidingen aanpassen.

    § 2. Een School of Arts heeft als opdracht :

  6. het organiseren en verschaffen van hoger beroepsonderwijs, hoger professioneel onderwijs en academisch onderwijs in het studiegebied Audiovisuele en beeldende kunst of in het studiegebied Muziek en podiumkunsten;

  7. de ontwikkeling en beoefening van de kunsten in die studiegebieden;

  8. het verrichten van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek in relatie tot het hoger professioneel onderwijs in die studiegebieden;

  9. het verrichten van onderzoek in de kunsten, in samenwerking met een universiteit;

  10. het verstrekken van maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening, en de transfer van kennis voor de versterking van de innovatieve kracht van de maatschappelijke en economische sectoren.

    Binnen het kader van een School of Arts kunnen ook kunstgerelateerde opleidingen, zoals vermeld in paragraaf 1, georganiseerd worden. Het aandeel kunstgerelateerde opleidingen is kleiner dan of gelijk aan 20 % van het aantal bachelor- en masteropleidingen georganiseerd binnen de School of Arts.

    § 3. Een School of Arts heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid. Het hogeschoolbestuur bepaalt de plaats van een School of Arts binnen de structuur van de instelling.

    Een hogeschool kan een School of Arts ook oprichten in samenwerking met een of meer andere hogescholen die opleidingen in die studiegebieden aanbieden. De participerende instellingen sluiten daarvoor een samenwerkingsovereenkomst waarin ten minste de volgende elementen opgenomen zijn :

  11. een opsomming van de opleidingen die onder de School of Arts vallen;

  12. de wijze van diplomering : gezamenlijke diplomering of diplomering door een van de participerende instellingen;

  13. de bestuurs- en beheersstructuur van de School of Arts;

  14. de samenstelling en bevoegdheden van de raad van de School of Arts, conform de bepalingen in artikel 8ter;

  15. de onderwijs- en examenregeling die van toepassing is op de studenten;

  16. de wijze van inzet van het personeel van de betrokken hogescholen in de School of Arts;

  17. de wijze van inschrijving en van administratie van studenten;

  18. de verdeelsleutel voor de opgenomen studiepunten en financieringspunten die nodig is voor de berekening van de onderwijssokkel en de variabele onderwijsdelen van de betrokken hogescholen;

  19. de wijze waarop de betrokken hogescholen de School of Arts financieren;

  20. de duurtijd van de samenwerkingsovereenkomst;

  21. een regeling inzake personeel en financiering bij een eventuele verbreking van de samenwerkingsovereenkomst;

  22. een procedure bij gebrek aan consensus bij de participerende hogeschoolbesturen bij de opdrachten vermeld in artikel 8ter.

    Een samenwerkingsakkoord wordt minimaal gesloten voor een periode van zes academiejaren.

    § 4. Het hogeschoolbestuur of, in geval van een samenwerkingsverband als vermeld in paragraaf 3, tweede lid, de betrokken hogeschoolbesturen, bepalen bij reglement de functionele autonomie, alsook de bestuurs- en beheersstructuur van de School of Arts. Daarbij wordt minstens rekening gehouden met de volgende elementen :

  23. de voorwaarden voor de samenstelling van de raad van de School of Arts, zoals vastgelegd in artikel 8ter;

  24. de minimale taken van de raad van een School of Arts, zoals vastgelegd in artikel 8ter. ".

    Art. 5. In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 1 juli 2011, wordt in dezelfde afdeling 4bis een artikel 8ter ingevoegd, dat luidt als volgt :

    " Art. 8ter. § 1. De raad van een School of Arts bestuurt de School of Arts. Minimaal 30 % en maximaal 49 % van de effectief stemgerechtigde leden van die raad is voorgedragen door de universiteit van de associatie waartoe de hogeschool behoort, of, in geval van een samenwerkingsverband, door de geassocieerde universiteiten.

    Het hogeschoolbestuur of, in het kader van een samenwerkingsverband, de betrokken hogeschoolbesturen, leggen in een reglement ten minste de volgende elementen vast :

  25. de wijze van samenstelling van de raad van de School of Arts;

  26. het exacte aantal leden van de raad van de School of Arts;

  27. de procedure voor de aanstelling van de leden en de opvolgers;

  28. de duur van het mandaat van de leden;

  29. de aanstelling van het hoofd van een School of Arts, waaraan het mandaat van departementshoofd kan toegekend worden;

  30. de termijnen waarin het hogeschoolbestuur of de betrokken hogeschoolbesturen moeten reageren als ze niet instemmen met een advies van de raad van de School of Arts, als vermeld in paragraaf 3, derde lid;

  31. de toewijzing of delegatie van bevoegdheden aan het hoofd van de School of Arts.

    Bij de samenstelling van de raad wordt rekening gehouden met de geldende regelgeving inzake participatie van studenten en personeel.

    De raad van de School of Arts stelt een huishoudelijk reglement op waarin minimaal de volgende elementen zijn opgenomen :

  32. de verkiezing van de voorzitter en ondervoorzitter uit zijn leden;

  33. het aantal vergaderingen per jaar;

  34. de wijze van bijeenroeping;

  35. de wijze van mededeling van de documenten;

  36. de wijze van besluitvorming en stemming.

    § 2. De raad van de School of Arts organiseert de opdrachten, vermeld in artikel 8bis, § 2.

    Daarenboven coordineert de raad van de School of Arts de bestuurstaken op het niveau van de School of Arts, conform de algemene richtlijnen van de raad van bestuur en het bestuurscollege van de hogeschool of, in geval van een samenwerkingsverband, van de betrokken hogescholen.

    § 3. De raad van de School of Arts is belast met :

  37. het vaststellen van de onderwijsprogramma's en het controleren of de concretisering van het onderwijs en de examens in overeenstemming is met die programma's;

  38. het onderzoeksbeleid binnen de School of Arts;

  39. de interne organisatie van de School of Arts;

  40. het bepalen van de taakomschrijvingen van het personeel dat toegewezen is aan de School of Arts;

  41. het verlenen van een advies over de cumulatieregeling ter uitvoering van de procedure, vermeld in artikel 147, § 1, van het Hogescholendecreet;

  42. het opmaken van het financiele verslag en het jaarverslag waarin de activiteiten van de School of Arts worden weergegeven;

  43. de voordracht van een vertegenwoordiger van de School of Arts in de onderzoeksraad van de universiteit van de associatie of, in het kader van een samenwerkingsverband, in de onderzoeksraden van de betrokken universiteiten.

    De raad van de School of Arts is ook belast met :

  44. het opstellen van een jaar- en meerjarenbegroting die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het hogeschoolbestuur;

  45. het opstellen van een investeringsplan voor (wetenschappelijke) infrastructuur dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het hogeschoolbestuur;

  46. het opstellen van een personeelsformatie die ter goedkeuring wordt voorgelegd aan het hogeschoolbestuur.

    Als het hogeschoolbestuur of, in geval van een samenwerkingsovereenkomst, de hogeschoolbesturen niet instemmen met de voorstellen van de raad van de School of Arts, sturen ze een gemotiveerd advies voor heroverweging naar de raad van de School of Arts. Als die procedure niet leidt tot overeenstemming, beslissen het instellingsbestuur of de instellingsbesturen en wordt het gebrek aan akkoord expliciet vermeld bij de genomen beslissing. Het instellingsbestuur respecteert daarbij de termijnen die opgenomen zijn in het reglement, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, 6°.

    Binnen de door het hogeschoolbestuur of de hogeschoolbesturen goedgekeurde jaar- en meerjarenbegroting en personeelsformatie is de raad van de School of Arts belast met :

  47. de aanwending van de werkingsuitkering van de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT