Omzendbrief ABB 2006/20 aangaande het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het provinciedecreet van 9 december 2005 en ter uitvoering van artikelen 156, 175 en 264 van het provinciedecreet van 9 december 2005., de 1 décembre 2006

Artikel M. (Om technische redenen wordt dit besluit onderverdeeld in fictieve artikelen M1 - M4).

Art. M1. Inleiding.

Op 9 december 2005 bekrachtigde de Vlaamse Regering het door het Vlaams Parlement goedgekeurde provinciedecreet (Belgisch Staatsblad, 29 december 2005). Dit decreet werd gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 (Belgisch Staatsblad, 30 juni 2006).

Artikel 268, § 1, van het provinciedecreet (PD) geeft aan de Vlaamse Regering de bevoegdheid om de dag te bepalen waarop elk artikel van het decreet, of onderdelen ervan, en de daarmee overeenstemmende opheffingsbepalingen in werking treden.

Een eerste reeks artikelen zijn al in werking getreden, namelijk door het provinciedecreet zelf (artikel 268, § 2 en § 3, PD). Andere artikelen werden, naar aanleiding van de verkiezingen, in werking gesteld bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 14 juli 2006 (Belgisch Staatsblad, 18 juli 2006) en 1 september 2006 (Belgisch Staatsblad, 5 september 2006).

Toelichting over de fasering :

  1. De volgende bepalingen zijn in werking getreden op 29 december 2005 (datum publicatie in het Belgisch Staatsblad - art. 268, § 3, PD) : de overgangsregelen voor het administratief en geldelijk statuut van de ontvanger, met de mogelijkheid het mandaatstelsel toe te passen vanaf die datum (art. 264 PD). Ook de bepaling dat de provinciegouverneur geen enkel voordeel kan verwerven uit de deelname aan raden van bestuur of andere vergaderingen van private vennootschappen of openbare instellingen (art. 62 PD) is toen in werking getreden.

  2. De volgende bepalingen zijn in werking getreden op 1 januari 2006 (art. 268, § 2, PD) :

    - een aantal algemene bepalingen en de bepaling over het aantal raadsleden (art. 1 tot en met 5 PD);

    - een aantal bepalingen over het personeel (personeelsformatie, rechtspositie) - (art. 98 tot en met 113 PD);

    - bepalingen over de berekening van termijnen, domeinrecht, optreden in rechte (art. 184 tot en met 187 PD);

    - bepalingen over het bestuurlijk toezicht (art. 241 tot en met 253 PD);

    - de schrijfwijze van de namen van de provincie (art. 259 PD);

    - de opheffing van bepaalde artikelen van het decreet van 22 februari 1995 tot regeling van het administratief toezicht op de provincies (art. 262, 3°, PD).

  3. Een aantal bepalingen zijn in werking getreden naar aanleiding van de verkiezingen op 8 oktober 2006. Artikel 44 en 261 van het provinciedecreet zijn gedeeltelijk in werking getreden op 18 juli 2006 (besluit Vlaamse Regering van 14 juli 2006, Belgisch Staatsblad 18 juli 2006). Artikel 7, 8, 9, 11, 13, 38, 44 en 45 van het provinciedecreet zijn geheel in werking getreden op 5 september 2006 en artikel 261 is gedeeltelijk in werking getreden (besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006, Belgisch Staatsblad, 5 september 2006).

  4. Bijna alle overige bepalingen treden in werking op 1 december 2006, bij de vernieuwing van de provincieraden. Het gaat om het geheel van de politieke organisatie, de werking en bevoegdheden van de organen, de rechtspositie, de tuchtregeling en de aansprakelijkheid van de mandatarissen, de algemene bepalingen over de werking van de besturen, de provinciale diensten, de wijziging van de grenzen, de verzelfstandiging, de participatie van de burger. Ook een aantal artikelen van titel IV, planning en financieel beheer, treden in werking. Voor de provincies worden de bepalingen die rechtstreeks verband houden met de financiële cyclus pas bij het begin van het nieuwe boekjaar, i.e. 1 januari 2007, in werking gesteld.

    Het nieuwe decreet brengt voor de provinciebesturen heel wat wijzigingen met zich mee. Rekening houdend met het aantreden van de nieuwe raden en deputaties moeten die ingepast kunnen worden in een vernieuwd organisatieconcept. Om die reden wordt in een specifieke overgangsregeling voorzien.

    Provincies die dat wensen, kunnen de daadwerkelijke implementatie van een aantal welbepaalde maatregelen uitstellen tot 1 oktober 2007. Dat geeft hen een ruimere voorbereidingstijd. Het neemt niet weg dat de desbetreffende decreetsbepalingen op 1 december 2006 in werking treden, zodat de besturen die dat willen onmiddellijk, of op een door hen te bepalen datum in de loop van de eerstvolgende maanden, kunnen overgaan tot de invoering ervan.

    Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 regelt de inwerkingtreding van die bepalingen, samen met de opheffing van de overeenstemmende bepalingen in de Provinciewet en het koninklijk besluit van 2 juni 1999 houdende de algemene regeling op de provinciale boekhouding (ARPB). Daarnaast wordt er uitvoering gegeven aan een aantal artikelen van het provinciedecreet.

    Met deze omzendbrief wil ik, aan de hand van de bepalingen van het provinciedecreet en de memorie van toelichting, de inhoud van het uitvoeringsbesluit nader toelichten. Tevens is in deze omzendbrief een overzicht opgenomen van de ondersteuningsmaatregelen die door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur worden aangeboden aan de provinciebesturen. Ten slotte wordt er een tijdspad voorgesteld voor de inwerkingtreding van de andere bepalingen van het provinciedecreet, die niet in het uitvoeringsbesluit zijn opgenomen.

    Ik wil beklemtonen dat de inwerkingtreding op de respectievelijke data niet betekent dat op diezelfde data alle in werking gestelde bepalingen onmiddellijk moeten worden uitgevoerd. Op 1 december 2006 start een overgangsperiode waarbij de besturen de nodige aanpassingstijd krijgen om zich in overeenstemming te brengen met de decretale voorschriften. Enkele bepalingen vereisen overigens nog uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering. In dat opzicht is het wenselijk dat de deputatie een stappenplan ontwikkelt en voorlegt aan de provincieraad om de werking van het provinciebestuur tegen 1 oktober 2007 in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het provinciedecreet en dat de deputatie over de uitvoering van het stappenplan regelmatig rapporteert aan de provincieraad.

    Door de ingrijpende vernieuwingen in de werking van de besturen zal de toezichthoudende overheid een zekere flexibiliteit aan de dag leggen.

    Art. M2. I. Inwerkingtreding van sommige bepalingen van het provinciedecreet op respectievelijk 1 december 2006 en 1 januari 2007.

    1. Situering.

      De ervaringen uit het verleden hebben het belang van een goede implementatiemethode aangetoond. Een goed implementatietraject houdt in dat de besturen zich goed moeten organiseren, voor ze een nieuw financieel systeem implementeren.

      De veranderingen bieden de opportuniteit om het financiële deel van het provinciedecreet op een gefaseerde manier in werking te laten treden. Dat sluit niet alleen aan bij de conclusies van de evaluatie van de Nieuwe OCMW-boekhouding, maar komt ook tegemoet aan de vraag van de Vlaamse Regering om de uitvoering en de implementatie van het financiële deel met de nodige omzichtigheid aan te pakken vanwege de complexiteit ervan.

      Zoals al aangegeven, kunnen de provincies die dat willen de daadwerkelijke invoering van een aantal bepalingen die in werking treden op 1 december 2006 gefaseerd opnemen. Uiterlijk op 1 oktober 2007 zal aan die bepalingen moeten voldaan zijn. Dat geeft hen een ruimere voorbereidingstijd.

      Die soepele invoering is mogelijk voor de volgende onderdelen :

      - de goedkeuring door de provincieraad van het interne controlesysteem;

      - de oprichting van het managementteam conform artikel 92 van het provinciedecreet; dat betekent dat de provincie eventueel een bestaand managementteam kan gebruiken of zonder managementteam kan werken in die overgangsperiode;

      - de bepaling van het begrip dagelijks bestuur; zolang de provincieraad het begrip dagelijks bestuur niet bepaald heeft, blijven de beslissingen die de provincieraad heeft genomen inzake dagelijks beheer met toepassing van artikel 75, tweede lid, van de Provinciewet van kracht;

      - het vaststellen van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van visumverplichting; zolang de provincieraad deze beslissing niet genomen heeft, zijn alle beslissingen die genomen worden binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse Regering, vrijgesteld van de visumverplichting; dus alle bedragen boven de 5.500 euro (excl. btw) worden onderworpen aan het visum, de andere niet;

      - de rapporteringsverplichtingen bedoeld in artikel 161, 162, 163 en 164;

      - het verrichten van betalingen met dubbele handtekening overeenkomstig artikel 159; inzonderheid wordt dan in de overgangsperiode gehandeld overeenkomstig artikel 113octies van de Provinciewet met dien verstande dat het bevelschrift moet worden gelezen als goedgekeurde factuur; de financieel beheerder zal dus tot het systeem van dubbele handtekening is ingevoerd de wettelijkheids- en regelmatigheidscontrole uitvoeren bij de betaling.

      Voor de verzelfstandiging voorzag het decreet al in een overgangsbepaling.

      Ik vestig er de aandacht op dat de provincies die het wensen, deze maatregelen op 1 december 2006 kunnen invoeren, of op een door hen te bepalen datum van dan af, maar uiterlijk op 1 oktober 2007. Deze flexibele invoering van enkele onderdelen op maat moet ertoe bijdragen dat elke provincie op een goed georganiseerde wijze gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheden die het provinciedecreet biedt.

    2. Werking van de politieke organen.

      Over de start van de provinciale bestuursperiode na de verkiezingen van 8 oktober 2006 werd een afzonderlijke omzendbrief uitgevaardigd (BA-2006(1)8). Die omzendbrief geeft de chronologische volgorde weer van het verloop van de samenstelling en van de installatie van de verschillende organen.

      Het uitvoeringsbesluit houdende het statuut van de provinciale mandataris is momenteel in voorbereiding.

    3. Personeel.

      3.1 Situering.

      De eerste vijf hoofdstukken van titel III van het provinciedecreet (art. 98 - 113) over het personeel zijn, ter uitvoering van het provinciedecreet zelf, in werking getreden op 1 januari 2006. Met mijn omzendbrief BA 2006/05 van 17 maart 2006 heb ik de concrete toepassing van die artikelen verduidelijkt in...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT