Omzendbrief ABB 2006/19 aangaande het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikelen 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005., de 1 décembre 2006

Artikel M. (Om technische redenen wordt dit besluit onderverdeeld in fictieve artikelen M1 - M4).

Art. M1. Inleiding.

Op 15 juli 2005 bekrachtigde de Vlaamse Regering het door het Vlaams Parlement goedgekeurde gemeentedecreet (Belgisch Staatsblad, 31 augustus 2005). Dit decreet werd gewijzigd bij het decreet van 2 juni 2006 (Belgisch Staatsblad, 26 juni 2006).

Artikel 313, § 1, van het gemeentedecreet (GD) geeft aan de Vlaamse Regering de bevoegdheid om de dag te bepalen waarop elk artikel van het decreet, of onderdelen ervan, en de daarmee overeenstemmende opheffingsbepalingen in werking treden.

Een eerste reeks artikelen zijn al in werking getreden, namelijk door het gemeentedecreet zelf (artikel 313, § 2 en § 3, GD). Andere artikelen werden, naar aanleiding van de verkiezingen, in werking gesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 (Belgisch Staatsblad, 5 september 2006).

Toelichting over de fasering :

  1. De volgende bepalingen zijn in werking getreden op 31 augustus 2005 (datum publicatie in het Belgisch Staatsblad - art. 313, § 3, GD) : de overgangsregelen voor het administratief en geldelijk statuut van de ontvanger, met de mogelijkheid het mandaatstelsel toe te passen vanaf die datum (art. 308 GD).

  2. De volgende bepalingen zijn in werking getreden op 1 januari 2006 (art. 313, § 2, GD) :

    - een aantal algemene bepalingen en de bepaling over het aantal raadsleden (art. 1 tot en met 5 GD);

    - een aantal bepalingen over het personeel (personeelsformatie, rechtspositie) - (art. 102 tot en met 117 GD);

    - bepalingen over de berekening van termijnen, domeinrecht, optreden in rechte (art. 190 tot en met 194 GD);

    - bepalingen over het bestuurlijk toezicht (art. 248 tot en met 264 GD);

    - de schrijfwijze van de gemeentenamen (art. 296 GD);

    - de opheffing van bepaalde artikelen van het decreet van 28 april 1993 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten (art. 303, 4°, GD).

  3. Een aantal bepalingen zijn in werking getreden naar aanleiding van de verkiezingen op 8 oktober 2006. Artikel 6, 7, 8, 9, 11, 13, 38, 44, 45, 59, 60, 62, 63 en 273 van het gemeentedecreet zijn geheel in werking getreden op 5 september 2006 en artikel 274 en 276 zijn gedeeltelijk in werking getreden (besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006, Belgisch Staatsblad, 5 september 2006).

  4. Bijna alle overige bepalingen treden in werking op 1 januari 2007, bij de vernieuwing van de gemeenteraden. Het gaat om het geheel van de politieke organisatie, de werking en bevoegdheden van de organen, de rechtspositie, de tuchtregeling en de aansprakelijkheid van de mandatarissen, de algemene bepalingen over de werking van de besturen, de gemeentelijke diensten, de wijziging van de grenzen, de verzelfstandiging, de participatie van de burger. Ook een aantal artikelen van titel IV, planning en financieel beheer, treden in werking.

    Het nieuwe decreet brengt voor de lokale besturen heel wat wijzigingen met zich mee. Rekening houdend met het aantreden van de nieuwe raden en uitvoerende colleges moeten die ingepast kunnen worden in een vernieuwd lokaal organisatieconcept. Om die reden wordt in een specifieke overgangsregeling voorzien.

    Gemeenten die dat wensen, kunnen de daadwerkelijke implementatie van een aantal welbepaalde maatregelen uitstellen tot 1 oktober 2007. Dat geeft hen een ruimere voorbereidingstijd. Het neemt niet weg dat de desbetreffende decreetsbepalingen op 1 januari in werking treden, zodat de besturen die dat willen onmiddellijk, of op een door hen te bepalen datum in de loop van de eerstvolgende maanden, kunnen overgaan tot de invoering ervan.

    Het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 regelt de inwerkingtreding van die bepalingen, samen met de opheffing van de overeenstemmende bepalingen in de Nieuwe Gemeentewet en het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit. Daarnaast wordt er uitvoering gegeven aan een aantal artikelen van het gemeentedecreet.

    Met deze omzendbrief wil ik, aan de hand van de bepalingen van het gemeentedecreet en de memorie van toelichting, de inhoud van het uitvoeringsbesluit nader toelichten. Tevens is in deze omzendbrief een overzicht opgenomen van de ondersteuningsmaatregelen die door het Agentschap voor Binnenlands Bestuur worden aangeboden aan de gemeentebesturen. Ten slotte wordt er een tijdspad voorgesteld voor de inwerkingtreding van de andere bepalingen van het gemeentedecreet, die niet in het uitvoeringsbesluit zijn opgenomen.

    Ik wil beklemtonen dat de inwerkingtreding op 1 januari 2007 niet betekent dat op diezelfde datum alle in werking gestelde bepalingen onmiddellijk moeten worden uitgevoerd. Op die datum start een overgangsperiode waarbij de besturen de nodige aanpassingstijd krijgen om zich in overeenstemming te brengen met de decretale voorschriften. Enkele bepalingen vereisen overigens nog uitvoeringsbesluiten van de Vlaamse Regering. In dat opzicht is het wenselijk dat het college van burgemeester en schepenen een stappenplan ontwikkelt en voorlegt aan de gemeenteraad om de werking van het gemeentebestuur tegen 1 oktober 2007 in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het gemeentedecreet en dat het college van burgemeester en schepen over de uitvoering van het stappenplan regelmatig rapporteert aan de gemeenteraad.

    Door de ingrijpende vernieuwingen in de werking van de besturen zal de toezichthoudende overheid een zekere flexibiliteit aan de dag leggen.

    Art. M2. I. Inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet op 1 januari 2007.

    1. Situering.

      De ervaringen uit het verleden hebben het belang van een goede implementatiemethode aangetoond. Een goed implementatietraject houdt in dat de besturen, voor ze met de implementatie van een nieuw financieel systeem beginnen, eerst hun organisatie op punt stellen.

      De veranderingen bieden de opportuniteit om het financieel gedeelte van het gemeentedecreet op een gefaseerde manier in werking te laten treden. Dat sluit niet alleen aan bij de conclusies van de evaluatie van de Nieuwe OCMW-boekhouding, maar komt ook tegemoet aan de vraag van de Vlaamse Regering om de uitvoering en de implementatie van het financieel gedeelte met de nodige omzichtigheid aan te pakken vanwege de complexiteit ervan.

      Zoals al aangegeven, kunnen de gemeenten die dat willen de daadwerkelijke invoering van een aantal bepalingen dat in werking treedt op 1 januari 2007 gefaseerd opnemen. Uiterlijk op 1 oktober 2007 zal aan die bepalingen moeten voldaan zijn. Dat geeft hen een ruimere voorbereidingstijd.

      Die soepele invoering is mogelijk voor de volgende onderdelen :

      - de goedkeuring door de gemeenteraad van het interne controlesysteem;

      - de oprichting van het managementteam conform artikel 96 van het gemeentedecreet; dat betekent dat de gemeente eventueel een bestaand managementteam kan gebruiken of zonder managementteam kan werken in die overgangsperiode;

      - de bepaling van het begrip dagelijks bestuur; zolang de gemeenteraad het begrip dagelijks bestuur niet bepaald heeft, blijven de beslissingen die de gemeenteraad heeft genomen inzake dagelijks beheer met toepassing van artikel 234, tweede lid van de Nieuwe Gemeentewet van kracht;

      - het vaststellen van welke categorieën van verrichtingen van dagelijks bestuur uitgesloten zijn van visumverplichting; zolang de gemeenteraad deze beslissing niet genomen heeft, zijn alle beslissingen die genomen worden binnen de perken vastgelegd door de Vlaamse Regering, vrijgesteld van de visumverplichting; dus alle bedragen boven de 5500 euro (excl. btw) worden onderworpen aan het visum, de andere niet;

      - de rapporteringsverplichtingen bedoeld in artikel 165, 166, 167 en 168;

      - het verrichten van betalingen met dubbele handtekening overeenkomstig artikel 163; inzonderheid wordt dan in de overgangsperiode gehandeld overeenkomstig artikel 136 van de Nieuwe Gemeentewet met dien verstande dat het bevelschrift moet worden gelezen als goedgekeurde factuur; de financieel beheerder zal dus tot het systeem van dubbele handtekening is ingevoerd de wettelijkheids- en regelmatigheidscontrole uitvoeren bij de betaling.

      Voor de verzelfstandiging voorzag het decreet al in een overgangsbepaling.

      Ik vestig er de aandacht op dat de gemeenten die het wensen, deze maatregelen op 1 januari 2007 kunnen invoeren, of op een door hen te bepalen datum in 2007, maar uiterlijk op 1 oktober. Deze flexibele invoering van enkele onderdelen op maat moet ertoe bijdragen dat elke gemeente op een goed georganiseerde wijze gebruik maakt van de nieuwe mogelijkheden die het gemeentedecreet biedt.

    2. Werking van de politieke organen.

      Over de start van de lokale bestuursperiode na de verkiezingen van 8 oktober 2006 werd een afzonderlijke omzendbrief uitgevaardigd (BA-2006(1)7). Die omzendbrief geeft de chronologische volgorde weer van het verloop van de samenstelling en van de installatie van de verschillende organen.

      Het uitvoeringsbesluit houdende het statuut van de lokale mandataris is momenteel in voorbereiding.

      Artikel 312 van het gemeentedecreet bepaalt dat de gemeenteraad op zijn installatievergadering kan beslissen dat de voorzitter van het openbaar centrum geen lid wordt van het college van burgemeester en schepenen. Dit is een punt dat van rechtswege moet worden behandeld zodra er een gemeenteraadslid hierom verzoekt.

    3. Personeel.

      3.1 Situering.

      De eerste vijf hoofdstukken van titel III van het gemeentedecreet (art. 102 - 117) over het personeel zijn, ter uitvoering van het gemeentedecreet zelf, in werking getreden op 1 januari 2006. Met mijn omzendbrief BA 2006/05 van 17 maart 2006 heb ik de concrete toepassing van die artikelen verduidelijkt in relatie tot de andere bepalingen die nog niet in werking waren gesteld. De onzekerheden die zich toen manifesteerden, zijn met het besluit grotendeels weggenomen. De Vlaamse Regering moet nu nog alleen de aangekondigde uitvoeringsbesluiten uitvaardigen.

      Met het besluit wordt ook het laatste hoofdstuk van dat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT