17 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit houdende tijdelijke aanvullende maatregelen tot het behoud van de visbestanden in zee

De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw,

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 6, § 1, V, vervangen bij de bijzondere wet van 13 juli 2001;

Gelet op de wet van 12 april 1957 waarbij de Koning wordt gemachtigd maatregelen voor te schrijven ter bescherming van de biologische hulpbronnen van de zee, gewijzigd bij de wetten van 23 februari 1971, 18 juli 1973, 22 april 1999 en 3 mei 1999;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wetten van 11 april 1983, 29 december 1990 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 december 1994, 4 mei 1995, 4 augustus 1996, 2 december 1996, 13 september 1998, 3 februari 1999, 13 mei 1999, 20 december 1999 en 20 augustus 2000, inzonderheid artikel 18;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 2001 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende het feit dat voor het jaar 2003 vangstbeperkingen moeten vastgesteld worden teneinde de aanvoer te spreiden, en er bijgevolg zonder verwijl behoudsmaatregelen moeten getroffen worden teneinde de door de EG toegestane vangsten niet te overschrijden;

Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen;

Overwegende dat het noodzakelijk is de continuïteit van de opdrachten als overheidsdienst te verzekeren met inachtneming van de verplichtingen die door de Europese en internationale regelgeving op het gebied van de zeevisserij werden opgelegd;

Overwegende dat de vangstbeperkingen voor de tongvisserij in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) moeten vastgesteld worden in functie van de vangsten in de referentie periode 1998-2000 en in functie van het motorvermogen;

Overwegende dat een wezenlijk aandeel van de groep vissersvaartuigen van 221 kW of minder aan de vloot werd onttrokken gedurende de referentieperiode;

Overwegende dat in de jaren 1998, 1999 en 2000 de groep vissersvaartuigen van 221 kW of minder gemiddeld 30 % van het tongquotum in de Noordzee en Schelde-estuarium heeft opgevist en de groep van meer dan 221 kW gemiddeld 70 %, zodat dan ook een overeenstemmend gedeelte van het tongquotum in de Noordzee en Schelde-estuarium moet kunnen opgevist worden door elk van deze groepen vissersvaartuigen;

Overwegende dat de groep vissersvaartuigen van meer dan 221 kW integraal de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden buiten de Noordzee en Schelde-estuarium kan opvissen;

Overwegende dat een betere spreiding van de aanvoer van tong, schol, kabeljauw en schelvis kan bewerkstelligd worden door het instellen van een gespreide verdeling van de beschikbare quota in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) alsook door het instellen van maximale vangsten per kalenderdag, per vaartdag of per uur in bepaalde i.c.e.s.-gebieden en door het instellen van een maximum aantal vaartdagen per jaar voor de vissersvaartuigen,

Besluit :

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. vissersvaartuig : een vaartuig vermeld in de "Officiële lijst der Belgische vissersvaartuigen";

  2. i.c.e.s.-gebieden : de in de mededeling van de EG-Commissie in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24 december 1985 en 31 december 1985 bepaalde gebieden en sectoren;

  3. visvergunning : visvergunning zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 juni 1994 tot het instellen van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden;

  4. vaartdag : een periode op zee zoals bepaald bij ministerieel besluit van 4 januari 1946 tot vaststelling der forfaitaire bedragen van bezoldiging op grond van dewelke de bijdragen voorzien bij artikel 3 der besluitwet van 28 december 1944, betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders berekend worden, wat betreft de werkgevers en werknemers verbonden door een aanwervingscontract voor de zeevisserij;

  5. motorvermogen : motorvermogen desgevallend verhoogd met het bijkomend motorvermogen, vermeld op de visvergunning;

  6. speciaal visdocument : speciaal visdocument zoals bedoeld in verordening (EG) nr. 1627/94 van de Raad van 27 juni 1994 tot vaststelling van algemene bepalingen inzake speciale visdocumenten;

  7. gewichten in kg : productgewicht bekomen na lossen en sorteren van de vangsten.

Art. 2. Het totale tongquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium), voorbehouden aan de visersvaartuigen met een motorvermogen van 221 kW of minder bedraagt, voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 31 december 2003, 360 ton.

Bij uitputting van dit quotum is het aan die vissersvaartuigen tot en met 31 december 2003 verboden nog tong aan te voeren uit de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium).

Art. 3. Het totale tongquotum in de i.c.e.s.-gebieden II, IV (Noordzee en Schelde-estuarium) voorbehouden aan de vissersvaartuigen met een motorvermogen van meer dan 221 kW bedraagt, voor de periode van 1 januari 2003 tot en met 30 juni 2003, 480 ton.

Bij uitputting van dit quotum is het aan die...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT