28 SEPTEMBER 2001. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de erkenning, de registratie en de machtiging, en houdende de aansluiting, de aanvraag en de tenlasteneming in het kader van de zorgverzekering

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1999, 8 december 2000 en 18 mei 2001;

Gelet op het advies van de adviesraad bij het Vlaams Zorgfonds gegeven op 26 oktober 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 juli 2001;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 6 juli 2001, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 september 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging,

Besluit :

HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder :

  1. decreet : het decreet van 30 maart 1999 houdende de organisatie van de zorgverzekering;

  2. zorgkas : een zorgkas die erkend is krachtens artikel 15, eerste lid, van het decreet of de zorgkas, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het decreet;

  3. Vlaamse zorgkas : de zorgkas die door het Vlaams Zorgfonds krachtens artikel 14, derde lid, van het decreet is opgericht;

  4. ledenbijdrage : de bijdrage, bedoeld in artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 betreffende de organisatie, het beheer, de werking en de erkenning van zorgkassen en betreffende de controle op de zorgkassen;

  5. indicatiestelling : het vaststellen van de ernst en de duur van het verminderde zelfzorgvermogen, bedoeld in artikel 2, 2°, van het decreet;

  6. gemachtigde indicatiesteller : een voorziening of een professionele zorgverlener die krachtens artikel 9, eerste lid, van het decreet gemachtigd is de ernst en de duur van het verminderde zelfzorgvermogen vast te stellen;

  7. zorgvorm : de niet-medische hulp- en dienstverlening die verstrekt wordt door hetzij een residentiële zorgvoorziening, hetzij een niet-residentiële zorgvoorziening of een professionele zorgverlener, hetzij een mantelzorger;

  8. mantelzorg : de zorg, bedoeld in artikel 2, 1° en 6°, van het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg;

  9. tenlasteneming : de tenlasteneming van de kosten of prestaties zoals omschreven in artikel 6, § 1, eerste lid van het decreet;

  10. minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen;

  11. administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn : de administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

  12. administratie Gezondheidszorg : de administratie Gezondheidszorg van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur;

  13. Fonds : het Vlaams Zorgfonds, bedoeld in artikel 11 van het decreet;

  14. leidend ambtenaar : de leidend ambtenaar van het Fonds.

    HOOFDSTUK II. - De erkenning van de voorziening en de professionele zorgverlener

    Afdeling I. - De erkenning van rechtswege

    Art. 2. § 1. De voorzieningen die op 1 oktober 2001 erkend zijn krachtens het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg en de serviceflats die op 1 oktober 2001 erkend zijn krachtens de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991, zijn met ingang van 1 oktober 2001 en tot en met 30 juni 2002 van rechtswege erkend met toepassing van artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet.

    De in het eerste lid bedoelde voorzieningen en de serviceflats die op 1 oktober 2001 nog niet erkend zijn krachtens een in het vorige lid bedoeld decreet, zijn met ingang van de datum van hun sectorale erkenning en tot en met 30 juni 2002 van rechtswege erkend met toepassing van artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet.

    § 2. De volgende voorzieningen en professionele zorgverleners die op 1 juli 2002 sectoraal erkend zijn, zijn met ingang van 1 juli 2002 voor onbepaalde duur van rechtswege erkend met toepassing van artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet :

  15. de voorzieningen die erkend zijn krachtens het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg;

  16. de voorzieningen die erkend zijn krachtens de decreten inzake voorzieningen voor bejaarden, gecoördineerd op 18 december 1991;

  17. de rust- en verzorgingstehuizen die erkend zijn krachtens artikel 5 van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende andere vormen van verzorging en het besluit van de Vlaamse regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten;

  18. de psychiatrische verzorgingstehuizen die erkend zijn krachtens artikel 5 van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende andere vormen van verzorging en het besluit van de Vlaamse regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen en samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten.

    De in het eerste lid bedoelde voorzieningen die op 1 juli 2002 nog niet erkend zijn krachtens een in het vorige lid bedoeld decreet, zijn met ingang van de datum van hun sectorale erkenning voor onbepaalde duur van rechtswege erkend met toepassing van artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet.

    § 3. De schoonmaakhulp die georganiseerd wordt door een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is met ingang van 1 oktober 2001, of de daarna volgende datum van de inrichting ervan, voor onbepaalde duur van rechtswege erkend met toepassing van artikel 6, § 1, eerste lid, 2°, van het decreet. Onder schoonmaakhulp wordt verstaan de hulp- en dienstverlening die bestaat uit werkzaamheden die het reinigen van en het bevorderen van de hygiëne in de woning van de gebruiker tot doel heeft.

    Art. 3. § 1. De in artikel 2, § 1 en § 2, bedoelde erkenningen vervallen vanaf het ogenblik dat en zolang als de erkenning van de voorziening of de professionele zorgverlener krachtens de op hem toepasselijke sectorale regelgeving geschorst is of vanaf het ogenblik dat en zolang als de voorziening of de professionele zorgverlener krachtens de op hem toepasselijke sectorale regelgeving niet meer erkend is.

    De administratie Gezin en Maatschappelijk Welzijn of de administratie Gezondheidszorg, naargelang het geval, deelt elke beslissing tot intrekking of schorsing van de erkenning van een in artikel 2, § 1 en § 2, bedoelde voorziening of professionele zorgverlener, onmiddellijk mee aan het Fonds, dat dit onmiddellijk aan alle zorgkassen meedeelt.

    § 2. Als een voorziening of een professionele zorgverlener de kostprijs die hij aanrekent aan een gebruiker voor een bepaalde zorgverstrekking verhoogt omdat die gebruiker recht heeft op een in het decreet bedoelde tenlasteneming, kan de minister de in artikel 2 bedoelde erkenning intrekken, onverminderd de bepalingen van artikel 2 en van § 1 van dit artikel.

    De bepalingen van de artikelen 11 en 12 zijn van overeenkomstige toepassing voor de in het eerste lid bedoelde intrekking.

    Afdeling II. - De erkenning van voorzieningen en professionele zorgverleners voor de tenlasteneming van de prijs die gebruikers betalen voor de producten die ze verstrekken

    Art. 4. Behoudens de producten die worden verkocht, verhuurd of uitgeleend door voorzieningen en professionele zorgverleners bedoeld in artikel 2, komt de prijs die gebruikers betalen voor producten die voorkomen op een door de minister vast te stellen lijst, in aanmerking voor tenlasteneming voorzover die producten worden aangekocht, gehuurd of ontleend bij voorzieningen en professionele zorgverleners die enkel met het oog op de tenlasteneming van de prijs van de door hen aangeboden producten worden erkend overeenkomstig artikel 5 of met toepassing van de artikelen 6 tot en met 10.

    Art. 5. Voor de tenlasteneming van de prijs van door hen aangeboden producten als bedoeld in artikel 4, zijn met ingang van 1 oktober 2001 voor onbepaalde duur van rechtswege erkend :

  19. de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn;

  20. de apotheken die in het bezit zijn van een voorafgaande vergunning overeenkomstig artikel 4, § 3, van koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, die in het Nederlandse taalgebied gevestigd zijn;

  21. de erkende bandagisten, bedoeld in artikel 1, 4°, van het koninklijk besluit van 6 maart 1997 betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van bandagist, van orthesist, van prothesist en houdende vaststelling van de lijst van technische prestaties en de lijst van handelingen waarmee een bandagist, orthesist, prothesist door een arts kan worden belast, en die in het Nederlandse taalgebied gevestigd zijn.

    In het Nederlandse taalgebied gevestigde apotheken en bandagisten, die op 1 oktober 2001 nog niet in het bezit zijn van een voorafgaande vergunning overeenkomstig het in het eerste lid, 2°, vermelde besluit respectievelijk nog niet erkend zijn overeenkomstig het in het eerste lid, 3°, vermelde besluit, zijn voor onbepaalde duur van rechtswege erkend vanaf de datum waarop ze voorafgaand vergund respectievelijk erkend zijn overeenkomstig die besluiten.

    Art. 6. Met het oog op de tenlasteneming van de prijs van door hen aangeboden producten als bedoeld in artikel 4, kunnen voorzieningen en professionele zorgverleners worden erkend, die op de plaats waar de producten worden aangeboden deskundig advies kunnen verstrekken over het gebruik van die producten doordat zijzelf of een persoon die op die plaats...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT