30 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de reglementering betreffende diverse maatregelen ten gunste van de werkgelegenheid aan de bepaling van artikel 38 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid

ALBERT II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, m, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 november 1996;

Gelet op de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 61, § 1, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 26 juli 1996;

Gelet op de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, inzonderheid op artikel 38, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001, en op artikel 56;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 25 van 24 maart 1982 tot opzetting van een programma ter bevordering van de werkgelegenheid in de niet-commerciële sector, inzonderheid op artikel 2, § 4, vervangen bij de wet van 1 augustus 1985;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 483 van 22 december 1986 tot vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgevers bij de indienstneming van dienstboden, inzonderheid op artikel 1, § 3, vervangen bij de wet van 13 februari 1998 en gewijzigd bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet op de programmawet van 30 december 1988, inzonderheid op artikel 118, § 1, gewijzigd bij de wetten van 30 december 1992, 13 februari 1998 en 24 december 1999, en op artikel 119, gewijzigd bij de wetten van 30 december 1992 en 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 maart 1997 houdende specifieke tewerkstellingsbevorderende maatregelen voor de kleine en middelgrote ondernemingen met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 6, § 1, bekrachtigd bij de wet van 26 juni 1997 en gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998, 26 maart 1999, 24 december 1999 en 12 augustus 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 december 1994 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 1, § 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1995, 25 juni 1997, 10 augustus 1998, 16 juni 1999 en 18 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1995 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel IV van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen wat betreft de inschakelingsbedrijven en de vennootschappen met een sociaal oogmerk, inzonderheid op artikel 2, tweede lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 31 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juni 1997 tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de doorstromingsprogramma's, inzonderheid op artikel 5, § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 maart 1999 en 7 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 tot...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT