Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht [, de vergoedingsplicht en de afbakening van overstromingsgebieden] van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-01-2010 en tekstbijwerking tot, de 24 juillet 2009

http://www.juridat.be"/cgi_loi/arch_a.pl?N=&=&sql=(text+contains+(''))&rech=1&language=nl&tri=dd+AS+RANK&numero=1&table_name=wet&cn=2009072441&caller=archive&fromtab=wet&la=N&ver_arch=001"

TITEL I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

  1. bekendmaking : de bekendmaking, vermeld in artikel 9;

  2. datum actieve inschakeling : de datum waarop de onroerende goederen in de waterbeheersing actief worden ingeschakeld, d.w.z. de datum vanaf wanneer de onroerende goederen meer kunnen overstromen dan voorheen, ten gevolge van een doelbewuste ingreep van de initiatiefnemer. Dat is de datum, vermeld in de bekendmaking;

  3. decreet : het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid;

  4. natuurdecreet : het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;

  5. [1 gebruiker : elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op het moment dat het onroerend goed, gelegen binnen een afgebakend overstromingsgebied, actief wordt ingeschakeld in de waterbeheersing, het onroerend goed voor eigen rekening exploiteert als landbouw of bosbouw of voor wiens rekening een perceel wordt geëxploiteerd;]1

  6. VLM : de Vlaamse Landmaatschappij, opgericht bij het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij;

  7. referentie-inkomen : het inkomen zoals vastgesteld in uitvoering van artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw;

  8. basismilieukwaliteit : de kwaliteit die wordt bereikt door het naleven van de gebruikelijke goede landbouwmethode, door naleving van de eisen gesteld in de artikelen 3, 4 en 5 van de Verordening 1782/2003 en door het naleven van de voorschriften in de Vlaamse regelgeving rond natuur en milieu.

    [1 9° afgebakend overstromingsgebied : een afgebakend overstromingsgebied als vermeld in artikel 3, § 2, 44° bis, van het decreet;

  9. afgebakende oeverzone : een oeverzone, afgebakend zoals bepaald in artikel 9 van het decreet;

  10. waterbeheerder : een waterwegbeheerder of een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen;

  11. waterwegbeheerder zoals vermeld in punt 11° :

    1. het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap nv De Scheepvaart, vermeld in artikel 3, § 1, van het decreet van 2 april 2004 betreffende de omzetting van de Dienst voor de Scheepvaart in het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap nv De Scheepvaart;

    2. de publiekrechtelijke overheden, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 2 maart 1999 houdende het beleid en het beheer van de zeehavens;

    3. het Ministerie van Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid;

    4. het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, naamloze vennootschap van publiek recht, vermeld in artikel 3 van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV, naamloze vennootschap van publiek recht;

  12. waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen zoals vermeld in punt 11° :

    1. het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaamse Milieumaatschappij, vermeld in artikel 10.2.1, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

    2. de provincies en de gemeenten;

    3. de polders en wateringen.]1

    ----------

    (1)

    TITEL II. - Onteigening ten algemene nutte

    Art. 2.[1 Het machtigen van de provincies en de gemeenten om over te gaan tot onteigeningen ten algemene nutte als vermeld in artikel 11 van het decreet, verloopt zoals geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 inzake onteigening ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de O.C.M.W.'s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen.]1

    ----------

    (1)

    Art. 3.

    Art. 4.

    TITEL III. - Recht van voorkoop

    Art. 5.[1 Als de initiatiefnemer een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen is, bezorgt de Vlaamse Grondenbank de aanbiedingen van de goederen die geheel of gedeeltelijk in de afgebakende overstromingsgebieden of afgebakende oeverzones gelegen zijn, voor advies aan de initiatiefnemer in kwestie. ]1

    Als de initiatiefnemer een waterwegbeheerder is, brengt de Vlaamse Grondenbank de aanbiedingen van de goederen die geheel of gedeeltelijk zijn gelegen in overstromingsgebieden of oeverzones ter kennis aan de betreffende waterwegbeheerder.

    ----------

    (1)

    Art. 6. § 1. Als de initiatiefnemer een waterbeheerder van de onbevaarbare waterlopen is, verleent de initiatiefnemer zijn advies aan de Vlaamse Grondenbank. Een gunstig advies van de initiatiefnemer houdt in dat de Vlaamse Grondenbank de beslissing om het recht van voorkoop uit te oefenen, uitvoert, onder voorbehoud dat voldaan is aan de voorwaarden van het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen.

    Als het advies van de initiatiefnemer gunstig is en als aan de voorwaarden van het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen is voldaan, gaat de Vlaamse Grondenbank over tot de uitoefening van het recht van voorkoop. In geval van ongunstig advies wordt niet overgegaan tot de uitoefening van het recht van voorkoop. Bij gebreke aan advies van de initiatiefnemer wordt het advies geacht ongunstig te zijn.

    Indien niet aan de voorwaarden van het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen is voldaan, maar de initiatiefnemer ten gronde kan motiveren dat hij toch het recht van voorkoop wenst uit te oefenen, gaat de Vlaamse Grondenbank over tot de uitoefening van het recht van voorkoop.

    § 2. Als de initiatiefnemer een waterwegbeheerder is, oefent en voert hij zelf het recht van voorkoop uit.

    Art. 7. De kennisgeving of de adviesvraag, vermeld in artikel 5, bevat in het geval van een openbare verkoop de volgende gegevens :

  13. de identificatie van het perceel;

  14. de plaats, de dag en het uur van de openbare verkoop;

  15. de naam en het adres van de instrumenterende ambtenaar.

    De kennisgeving of de adviesvraag, vermeld in artikel 5, bevat in het geval van een verkoop uit de hand de volgende gegevens :

  16. de identificatie van het perceel;

  17. de prijs die de koper moet betalen;

  18. de inhoud van de akte die werd opgesteld onder opschortende voorwaarde van niet-uitoefening van het recht van voorkoop, waarbij alleen de identiteit van de koper wordt opengelaten;

  19. of er andere verbintenissen zijn waartoe de koper en verkoper zich verbonden hebben;

  20. als het perceel verpacht is, of de kandidaat-koper de pachter is of een derde aan wie de pachter zijn voorkooprecht heeft overgedragen;

  21. de naam en het adres van de instrumenterende ambtenaar.

    Iedere begunstigde kan, voor de verkoop in geval van openbare verkoop of binnen de termijn van zestig dagen na het aanbod van verkoop in geval van verkoop uit de hand, de instrumenterende ambtenaar om aanvullend informatie verzoeken of om mededeling van de inhoud van het lastenkohier.

    Art. 8. § 1. De onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk in overstromingsgebieden en oeverzones gelegen zijn waarvan de initiatiefnemer een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen is en die aangekocht worden door middel van het recht van voorkoop, vormen het patrimonium van de Vlaamse Grondenbank. Vervolgens worden de onroerende goederen overgedragen van de Vlaamse Grondenbank aan de initiatiefnemer.

    De Vlaamse Grondenbank verzorgt, tot de overdracht, het administratieve beheer van de eigendomsrechten van de onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk in de overstromingsgebieden en oeverzones gelegen zijn waarvan de initiatiefnemer een waterbeheerder van onbevaarbare waterlopen is. Indien nodig zal de Vlaamse Grondenbank de onroerende goederen gebruiksvrij maken. Of een onroerend goed al dan niet gebruiksvrij wordt gemaakt, wordt bepaald in overleg tussen de Vlaamse Grondenbank en de initiatiefnemer.

    § 2. De onroerende goederen die in overstromingsgebieden en oeverzones gelegen zijn waarvan de begunstigde een waterwegbeheerder is en die aangekocht worden door middel van het recht van voorkoop, vormen het patrimonium van de waterwegbeheerder in kwestie.

    TITEL IV. - Aankoopplicht en vergoedingsplicht

    HOOFDSTUK I. - Bekendmaking van de actieve inschakeling in de waterbeheersing van een onroerend goed, gelegen binnen een overstromingsgebied

    Art. 9.[1 § 1. Voor een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is en actief wordt ingeschakeld in de waterbeheersing, maakt de initiatiefnemer de volgende gegevens bekend, minstens door bekendmaking in het Belgisch Staatsblad en door aanplakking aan alle toegangswegen tot het overstromingsgebied in kwestie :

  22. de gegevens over het overstromingsgebied :

    1. de naam van het overstromingsgebied;

    2. de datum waarop het overstromingsgebied werd afgebakend;

  23. de datum van de actieve inschakeling;

  24. de initiatiefnemer die overeenkomstig het waterbeheerplan belast is met de uitvoering van de acties of maatregelen om het overstromingsgebied te realiseren;

  25. een vermelding van de kadastrale percelen die binnen het overstromingsgebied gelegen zijn;

  26. gegevens over de aankoopplicht :

    1. vermelding van de mogelijkheid voor de eigenaar van een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is, om de initiatiefnemer tot aankoop te verplichten, alsook de vermelding aan welke voorwaarden als vermeld in artikel 10, voldaan moet zijn om de aankoopplicht te kunnen inroepen;

    2. de vermelding van de instantie waarbij de aankoopplicht moet worden ingeroepen;

    3. de uiterste datum waarop de aankoopplicht moet worden ingeroepen;

  27. gegevens over de vergoedingsplicht :

    1. vermelding van de mogelijkheid voor de gebruiker van een onroerend goed dat binnen een afgebakend overstromingsgebied gelegen is, om een vergoeding te vragen van de initiatiefnemer, alsook de vermelding aan welke voorwaarden als vermeld in artikel 14, voldaan moet zijn om de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT