Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen., de 15 décembre 1998

Artikel 1. In artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 1984, 13 september 1985, 21 mei 1987, 17 januari 1989 en 10 april 1995, worden volgende wijzigingen aangebracht :

  1. het opschrift van § 2 wordt aangevuld met de woorden "en andere definities";

  2. punt 8 wordt aangevuld met het volgende lid :

    "Het leerlingenvervoer, dat valt onder het gespecialiseerd, geregeld vervoer gebeurt met voertuigen, die voldoen aan de technische eisen voor autocars, behalve wat de kwaliteitskeuring betreft. Daarenboven is het vervoer van rechtstaande reizigers toegelaten, volgens de bepalingen van artikel 65, zoals in een autobus.";

  3. in punt 11 worden de woorden "voor dubbel gebruik" geschrapt;

  4. een punt 41 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "41. "luchtvering", een veringssysteem waarbij ten minste 75 % van het veringseffect door de luchtveer wordt veroorzaakt of een veringssysteem dat als gelijkwaardig aan luchtvering wordt erkend overeenkomstig de bepalingen van bijlage 14;";

  5. een punt 42 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "42. "datum van eerste in verkeerstelling", het ogenblik waarop het voertuig in nieuwe staat voor de eerste maal wordt gebruikt;";

  6. een punt 43 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "43. "datum van eerste in verkeerstelling in België", het ogenblik waarop het voertuig voor de eerste maal in België wordt gebruikt, hetzij als voertuig in nieuwe staat, hetzij als ingevoerd voertuig in gebruikte staat;";

  7. een punt 44 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "44. "datum van opnieuw in het verkeer stellen in België", het ogenblik waarop het voertuig opnieuw in het verkeer wordt gesteld in België na verandering van titularis of op het ogenblik waarop het voertuig, dat in België slechts tijdelijk was ingeschreven, opnieuw in het verkeer wordt gesteld onder een Belgische nummerplaat;";

  8. een punt 45 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "45. "bedrijfsvoertuig", alle voertuigen die tot de categorieën N1, N2, N3, M2, M3, O2, O3 en O4 behoren;";

  9. een punt 46 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "46. "titularis" de fysieke of rechtspersoon op wiens naam het voertuig ingeschreven is;";

  10. een punt 47 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "47. "bevoegde personen", personen aangeduid zoals in artikel 80;";

  11. een punt 48 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "48. "keuringsbewijs", document dat aan diegene die het voertuig aanbiedt, afgeleverd wordt door het keuringsstation en dat het resultaat van de keuring vermeldt;";

  12. een punt 49 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "49. "identificatieverslag", document dat toegevoegd wordt aan het keuringsbewijs ingeval van eerste keuring van bedrijfsvoertuigen waarvoor geen technische fiche moet afgeleverd worden en dat de identificatiegegevens van het voertuig vermeldt;";

  13. een punt 50 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "50. "technische fiche", document dat afgeleverd wordt door de mandataris van het merk voor de voertuigen van de categorieën N2, N3, O3 en O4 en dat de specifieke technische gegevens van het voertuig vermeldt;";

  14. een punt 51 wordt toegevoegd, luidend als volgt :

    "51. "keuringsvignet", klever die de geldigheidsduur van het keuringsbewijs voor bedrijfsvoertuigen vermeldt.".

    Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  15. in § 2, 1°, wordt het woord "23" vervangen door de woorden "23 tot 23undecies";

  16. in § 2, 6°, worden de woorden "23, § 3, 1° en 3°" vervangen door de woorden "23sexies, § 1, 1° en 3°";

  17. in § 2, 7° worden de woorden "lichte vrachtauto's, vrachtauto's, autobussen en autocars" vervangen door de woorden "andere voertuigen" en worden tussen de woorden "artikelen" en "45, § 1, punten 1° en 3°" de woorden "16, § 1, eerste lid, 23sexies, § 1, 1° en 3°," ingevoegd;

  18. in § 2, 9°, wordt het woord "23" vervangen door de woorden "23 tot 23undecies";

  19. in § 2, 10°, wordt het woord "23" vervangen door de woorden "23 tot 23undecies" en worden de woorden "24, § 1 tot § 4" vervangen door de woorden "24, §§ 1 tot 3";

  20. in § 4 worden de leden 3 en 4 vervangen door de volgende bepaling :

    "Op gebied van massa's en afmetingen moeten deze voertuigen voldoen aan de bepalingen van artikel 32bis.".

    Art. 3. In artikel 13, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "L.P.G.-installatie" vervangen door de woorden "L.P.G.- of N.G.V.-installatie.".

    Art. 4. In artikel 17, § 4, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  21. punt 1° wordt aangevuld als volgt :

    "en voor zover die personen vervoerd worden met voertuigen voor de eerste maal in het verkeer gebracht vóór 1 januari 1999";

  22. in punt 2° wordt de eerste zin vervangen door de volgende bepaling :

    "de personen die plaatsnemen in de bestuurderskabine van een voertuig dat niet behoort tot een voor het vervoer van personen goedgekeurd type en voorzien voor brandbestrijding, voor zover hun aantal, de bestuurder niet meegerekend, niet meer dan tien bedraagt;".

    Art. 5. In artikel 20 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht :

  23. § 1, 3de alinea wordt vervangen door volgende bepaling :

    "Het totaal aantal vervoerde personen mag niet hoger zijn dan het aantal vermeld op het keuringsbewijs. Hierbij worden kinderen van minder dan twaalf jaar op de zitplaatsen achterin voor twee derden geteld.";

  24. een § 4 wordt toegevoegd als volgt :

    "Voor voertuigen bestemd voor personenvervoer worden de identificatieverslagen of de keuringsbewijzen aangevuld met de gegevens die door de Minister die de autokeuring onder zijn bevoegdheid heeft of door zijn gemachtigde, worden bepaald.".

    Art. 6. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling :

    "Art. 23. § 1. De in het verkeer gebrachte voertuigen zijn onderworpen aan keuringen, teneinde na te gaan of ze voldoen aan de reglementaire bepalingen die erop van toepassing zijn.

    Deze keuringen worden uitgevoerd door de erkende instellingen in toepassing van het koninklijk besluit van 23 december 1994 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en de regels van de administratieve controle van de instellingen belast met de controle van de in het verkeer gebrachte voertuigen.

    De erkende instellingen zijn gemachtigd om vergoedingen te innen die bestemd zijn om de kosten die voortvloeien uit de keuringen voorzien in eerste alinea, alsook de bijhorende administratieve kosten te dekken.

    § 2. De keuringen omvatten :

  25. de keuringen beschreven in bijlage 15;

  26. de bijkomende keuringen om de aanwezigheid en het functioneren van bepaalde inrichtingen te onderzoeken.

    De Minister die de autokeuring onder zijn bevoegdheid heeft of zijn gemachtigde bepaalt de modaliteiten met betrekking tot de keuringen en tot bijkomende keuringen.

    Behoudens andersluidende bepalingen worden de voertuigen zonder lading aangeboden.

    § 3. De kosten van de keuringen zijn ten laste van de titularis van het voertuig.

    § 4. De erkende instellingen maken in elk van hun keuringsstations door middel van een uithangbord de bedragen kenbaar van al de vergoedingen die zij gemachtigd zijn te innen.

    De betalingen gebeuren contant.

    § 5. Het voertuig wordt aangeboden op initiatief van de titularis in één van de keuringsstations van de erkende instellingen.

    Alle herkeuringen gebeuren in het keuringsstation waar de volledige keuring plaatsgevonden heeft.

    § 6. De voertuigen moeten zich in een zodanig propere staat bevinden dat de keuring van de onderdelen niet belemmerd wordt.

    Bovendien zijn zij niet met sneeuwkettingen of spijkerbanden uitgerust.

    De keuring wordt stopgezet wanneer brandstof- of gaslekken vastgesteld worden.

    De bestuurder schikt zich naar de aanwijzingen die hem met het oog op de keuring van zijn voertuig verstrekt worden.

    § 7. Naar aanleiding van deze keuringen en voor zover het voertuig van deze documenten moet voorzien zijn, overhandigt diegene die het voertuig ter keuring aanbiedt het laatste keuringsbewijs en het bijhorende keuringsvignet aan de erkende instelling en legt hij volgende documenten voor :

  27. het inschrijvingsbewijs;

  28. het gelijkvormigheidsattest of het Europees gelijkvormigheidsbewijs;

  29. het identificatieverslag of de technische fiche.".

    Art. 7. Een artikel 23bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd :

    "Art. 23bis. § 1. De keuringen zoals voorzien door artikel 23 worden onderverdeeld in :

  30. volledige keuringen;

  31. gedeeltelijke keuringen.

    Volledige keuringen bestaan uit het onderzoek van :

    1. de identificatie van het voertuig, waarbij het chassisnummer, het inschrijvingsbewijs en het gelijkvormigheidsattest of het europees gelijkvormigheidsbewijs van het voertuig gecontroleerd worden;

    2. de technische staat van het voertuig om na te gaan of het voertuig voldoet aan de van kracht zijnde normen aangaande de veiligheid en het milieu;

      De gedeeltelijke keuringen zijn onderverdeeld in :

    3. administratieve keuringen, die enkel betrekking hebben op het nazicht van het inschrijvingsbewijs en het gelijkvormigheidsattest of het europees gelijkvormigsheidsbewijs met het oog op de geldigverklaring van een inschrijvingsaanvraag voor een gebruikt voertuig;

    4. administratieve herkeuringen, die enkel betrekking hebben op het nazicht van het chassisnummer, van de identificatieplaat en van de documenten of, zonder dat het voertuig hierbij opnieuw wordt aangeboden, op het nazicht van de documenten;

    5. technische herkeuringen, zijnde alle andere gedeeltelijke keuringen.

      § 2. Naargelang de regelmaat waarmee ze gebeuren, worden de volledige keuringen onderverdeeld in :

  32. periodieke keuringen, bepaald in artikel 23ter;

  33. niet-periodieke keuringen die plaats vinden onder welbepaalde omstandigheden zoals aangegeven in artikel 23sexies.

    § 3. Tijdens de eerste van de periodieke keuringen wordt nagegaan of het voertuig overeenstemt met de gegevens opgenomen in het uittreksel van...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT